Grote graanoogst maar weinig tarwe van bakkwaliteit
nieuws
Nu alle tarwe eindelijk gedorst is, maakt de beroepsfederatie van de Belgische graanhandel (Synagra) de balans op. Het regenachtige weer in augustus was spelbreker voor de kwaliteit maar de opbrengsten waren over het algemeen goed tot zeer goed. Ondanks een 0,8 procent kleiner areaal (335.142 ha) steeg de opbrengst van alle granen samen met 4,1 procent ten opzichte van vorig seizoen. De totale productie wordt inclusief de nog te oogsten korrelmaïs op 3.196 miljoen ton geraamd, wat vijf procent meer is dan het vijfjaarlijkse gemiddelde. Met 125.824 ton wordt spelt na tarwe, gerst en korrelmaïs de vierde grootste graanteelt. Ook de maïs zou straks vijf procent meer opbrengen dan vorig jaar.
Op basis van de verzamelaanvragen van de landbouwers en een uitgebreide enquête in de graanhandel raamt Synagra de opbrengststijging van alle granen (inclusief de korrelmaïs die nog op het veld staat, nvdr.) op 4,1 procent. Waalse boeren doen met 5,8 procent iets beter dan hun Vlaamse collega’s (1,9%). De totale productie wordt op 3.196 miljoen ton geraamd. Achter de stijging met vijf procent gaan vooral meeropbrengsten van wintertarwe (+9,8%) en wintergerst (+7,7%) schuil. Spelt stijgt opmerkelijk in areaal (+23%) en opbrengst (+28%), vooral in Wallonië. Als de weersomstandigheden mee willen, zal ook de korrelmaïs later dit jaar vijf procent meer opbrengen. Koolzaadtelers realiseerden bij het begin van de zomer uitzonderlijke opbrengsten. Ondanks een 15 procent kleiner areaal (12.225 ha) steeg de productie met 10,3 procent tot 58.680 ton.
Alle factoren waren dit jaar aanwezig om er een vroege en kwaliteitsvolle graanoogst van te maken. Het mistroostige weer van augustus heeft daar anders over beslist. De tarweoogst is eind juli gestart en pas begin september beëindigd, met aanzienlijk kwaliteitsverlies tot gevolg. Synagra schat dat er in september nog ongeveer 15 à 20 procent van het totale tarweareaal gedorst is. Zoals in de omringende landen zijn er nogal wat kwaliteitsproblemen met uitzonderlijk lage eiwitgehaltes, tarwekorrels die op het veld kiemden en een lager dan gemiddelde bakwaarde. Met mycotoxines (natuurlijke gifstoffen, nvdr.) worden weinig tot geen problemen verwacht.
Door de kwaliteitsproblemen zal de tarweoogst hoofdzakelijk bestemd zijn voor de veevoederindustrie. Het gebrek aan kwaliteit, ook in de ons omringende landen, doet een prijsverschil ontstaan tussen de kwaliteits- en voertarwe. Daarom heeft Synagra besloten dit jaar opnieuw een indicatieve prijs voor baktarwe op zijn website te noteren. Deze prijs is geldig voor een kwaliteit van minimaal 11,5 eiwit, 36 Zeleny, 76 kg Hectolitergewicht en 220 seconden Hagberg. “Dit is een minimale kwaliteit die de molens, na een moeilijke discussie, accepteren”, aldus Jean Maertens, voorzitter van de beroepsfederatie van de graanhandelaars. De meerprijs voor baktarwe wordt in overleg met de afnemer bepaald en is enkel geldig voor variëteiten die bakwaardig zijn. De enquête in de graanhandel wijst erop dat minder dan tien procent van de tarweoogst aan de criteria voor maalderij zal voldoen.
