Hoge Gezondheidsraad waarschuwt voor neonicotinoïden

De Hoge Gezondheidsraad publiceert een erg kritisch advies over het gebruik van insecticiden, meer bepaald neonicotinoïden en fipronil. Twee omvangrijke literatuurstudies werden door de raad bestudeerd, waarna de conclusie is dat de resultaten een belangrijk waarschuwingssignaal zijn voor de effecten op de menselijke gezondheid en het ecosysteem. Het wetenschappelijk orgaan dat de federale overheid adviseert inzake volksgezondheid vraagt om de toxiciteit van deze verbindingen dringend verder te onderzoeken. De zorgen die er zijn bij blootstelling van de mens aan deze chemische stoffen zijn niet min. Vooral foetussen en embryo’s lopen risico op gezondheidsschade zoals een aantasting van het erfelijk materiaal en een verstoorde hormoonhuishouding.
19 juli 2016  – Laatste update 4 april 2020 15:28
Lees meer over:

De Hoge Gezondheidsraad publiceert een erg kritisch advies over het gebruik van insecticiden, meer bepaald neonicotinoïden en fipronil. Twee omvangrijke literatuurstudies werden door de raad bestudeerd, waarna de conclusie is dat de resultaten een belangrijk waarschuwingssignaal zijn voor de effecten op de menselijke gezondheid en het ecosysteem. Het wetenschappelijk orgaan dat de federale overheid adviseert inzake volksgezondheid vraagt om de toxiciteit van deze verbindingen dringend verder te onderzoeken. De zorgen die er zijn bij blootstelling van de mens aan deze chemische stoffen zijn niet min. Vooral foetussen en embryo’s lopen risico op gezondheidsschade zoals een aantasting van het erfelijk materiaal en een verstoorde hormoonhuishouding.

In 2013 werd het gebruik van drie neonicotinoïden en fipronil door de EU sterk ingeperkt omdat deze insecticiden mogelijk schadelijk zijn voor bijen. Alle lidstaten hebben de nationale toelatingen voor de vier geviseerde insecticiden moeten aanpassen of intrekken. Particulieren mogen de middelen sindsdien niet meer gebruiken. Voor professionelen geldt geen algeheel verbod, wel beperkingen die het risico voor bestuivers verkleinen.
 
Een jaar later publiceerde een internationaal wetenschappelijk panel, ondersteund door de Internationale Unie voor Natuurbehoud, een uitgebreide analyse van de effecten van deze insecticiden op bestuivers, andere soorten en ecosystemen. Hun rapport kreeg de titel ‘Worldwide Integrated Assessment of the Impact of Systemic Pesticides on Biodiversity and Ecosystems’, kortweg WIA. De studie kwam tot het besluit dat er reden tot bezorgdheid is. Daarop verzocht de federale regering de Hoge Gezondheidsraad om de wetenschappelijke kwaliteit van deze literatuurstudie te toetsen. Onderdeel van deze opdracht was ook nagaan in welke mate de conclusies op insecticidentoepassingen in ons land van toepassing zijn.
 
De WIA-studie is een synthese van 1.121 recente wetenschappelijke studies inzake neonicotinoïden, inclusief studies die gesponsord werden door de gewasbeschermingsmiddelenindustrie. In zijn advies plaatst de Hoge Gezondheidsraad de bevindingen uit de WIA-studie naast de conclusies van een gelijkaardige literatuurstudie die een jaar later werd uitgevoerd door de European Academies Science Advisory Council (EASAC). Ook de bevindingen van professor Charles Godfray van de Universiteit van Oxford werden meegenomen in de analyse.
 
Hoewel de WIA-studie aan duidelijkheid zou winnen indien meer informatie zou worden gegeven over het opzoeken en selecteren van de literatuur, zijn er volgens de Hoge Gezondheidsraad geen aanwijzingen dat er sprake is van vooringenomenheid. De raad adviseert onze federale overheid om de resultaten serieus te nemen, temeer omdat ze overeenstemmen met de bevindingen in de EASAC-studie. De bezorgdheden die eruit voortvloeien, vinden de wetenschappers ook in ons land opgaan. Dat de concentratie insecticiden in de omgeving door andere landbouwpraktijken kan verschillen van regio tot regio, doet daar geen afbreuk aan.
 
De insecticiden die in dit advies besproken worden, hebben naar verluidt niet alleen een impact op de gezondheid van ecosystemen. Uit waarnemingen blijkt dat ze ook neurotoxiciteit bij de mens veroorzaken. “Het is aangetoond dat het neonicotinoïde thiacloprid kankerverwekkend is”, aldus de Hoge Gezondheidsraad. “Genotoxische effecten werden in vitro waargenomen, ook in menselijke cellen, evenals in sommige in vivo dierproeven, maar zijn moeilijker aantoonbaar in epidemiologisch onderzoek.” Voor een hormoonverstorende impact ziet de raad steeds meer bewijzen, ook bij lagere blootstellingsniveaus. Fipronil heeft vermoedelijk een negatieve invloed op het endocrien systeem. Het foetaal leven en de kindertijd zijn kritieke blootstellingsperiodes.  
 
De Europese referentieniveaus voor beroepsmatige blootstelling aan de neonicotinoïden acetamiprid en imidacloprid werden in 2013 naar omlaag gebracht. De toxiciteit van de andere verbindingen zal in de komende jaren herzien worden. Hoewel de huidige niveaus in het milieu waarschijnlijk geen acute gezondheidseffecten uitlokken, herhaalt de Raad zijn bezorgdheid over chronische blootstelling ten gevolge van de wijdverspreide toepassingen van deze pesticiden.  Over het effect van chronische blootstelling, bijvoorbeeld via pesticidenresiduen in voeding, bestaat er onzekerheid. Onduidelijk is ook het effect van cumulatieve blootstelling aan mengsels van deze verbindingen en met andere polluenten.
 
Neonicotinoïden en fipronil zijn tot dusver vooral in opspraak gekomen door hun effect op bestuivers. Dat raakt volgens het advies ook de volksgezondheid omdat de landbouw zonder de hulp van bestuivers minder voedsel van een slechtere kwaliteit voortbrengt. Ondanks de onzekerheid over de ernst van dit effect, bepleit de Hoge Gezondheidsraad de toepassing van het voorzorgsbeginsel. In het advies wordt erkend dat een zaadcoating met neonicotinoïden een innoverende toepassingsmethode heeft met voordelen op vlak van blootstelling. Anderzijds wijst de Hoge Gezondheidsraad er op dat chemische bestrijding van insecten het laatste redmiddel moet zijn wanneer je aan geïntegreerde gewasbescherming doet. De raad ziet 'integrated pest management' oftewel IPM als een voorzorgsstrategie om effecten van pesticiden op de gezondheid van mens en milieu aan te pakken, “zelfs wanneer de wetenschappelijke bewijsvoering veel (on)zekerheden inhoudt”.
 
De Hoge Gezondheidsraad bepleit onomwonden alternatieve IPM-methoden in de hoop dat insecticidentoepassingen van neonicotinoïden en fipronil zo beperkt kunnen worden. In de internationale literatuurstudies leest de raad immers (vroege) waarschuwingssignalen omtrent de effecten van deze insecticiden op mens en milieu. “Verder onderzoek is dringend nodig”, klinkt het, “ook vanwege de wetenschappelijk lacunes, het wijdverspreide (maar inmiddels in Europa beteugelde) gebruik van deze insecticiden en de resistentieproblemen die dit in de hand werkt.” Het onderzoek wordt bij voorkeur op Europees niveau of zelfs op internationale schaal gecoördineerd. Als het van de Hoge Gezondheidsraad afhangt, dan worden de relevante maatschappelijke stakeholders betrokken bij het inzetten op alternatieve bestrijdingsmethoden en bij het verdere onderzoek naar de insecticiden die ter discussie staan.
 

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek