'Hongersnood 12-12' vraagt blijvende steun

De teller van de oproep ‘Hongersnood 12-12’, die vorige week gelanceerd werd door het Belgisch Consortium voor Noodhulpsituaties, staat momenteel op 400.000 euro, maar toch benadrukt het consortium dat blijvende steun “heel belangrijk” is en zal het zijn acties voor Zuid-Soedan, Nigeria, Somalië en Jemen verder opdrijven, zo laat de organisatie weten. Ondertussen maakt de Wereldbank bekend dat het de komende drie jaar 53 miljard euro zal investeren in Sub-Sahara-Afrika.

Vorige week lanceerde het Consortium voor Noodhulpsituaties ‘Hongersnood 12-12’ een oproep om een bijdrage te leveren om de honger die geleden wordt door tientallen miljoenen mensen te verlichten. Het collectief bestaat uit Caritas International, Dokters van de Wereld, Handicap International, Oxfam Solidariteit, Plan België en UNICEF België, die complementair aanwezig zijn op het terrein. De teller staat ondertussen op 400.000 euro en het gemiddelde gestorte bedrag ligt met 82 euro ongeveer dubbel zo hoog dan een normale gemiddelde gift, zo klinkt het. Toch is blijvende steun volgens het Consortium “heel belangrijk”.

“De toestand op het terrein blijft immers dramatisch”, zo klinkt het. “Twintig miljoen mensenlevens worden bedreigd door extreme schaarste en hongersnood. De hulpverlening breidt zich meer en meer uit naar grotere regio's in de verschillende landen. Bijna anderhalf miljoen kinderen worden momenteel bedreigd door deze schrijnende voedingscrisis. Met een gift van 40 euro kan een ernstig ondervoed kind gedurende een maand geholpen worden.”

Ondertussen laat ook de Wereldbank weten dat het de komende drie jaar 53 miljard euro gaat investeren in Sub-Sahara-Afrika. Dat liet voorzitter Jim Yong Kim weten na de top van de ministers van Financiën en centralebankgouverneurs van de G20 in het Duitse Baden-Baden. Die investeringen zijn bestemd voor structurele operaties, in tegenstelling tot de noodhulp die ‘Hongersnood 12-12’ verzamelt. Het gaat om een recordbedrag dat vanaf juli over een periode van drie jaar zal worden aangewend voor onder andere opleidingsprogramma's, gezondheidszorg, landbouw, infrastructuur en institutionele hervormingen.