"Hoog tijd voor fair trade van eigen bodem"

Naar aanleiding van een artikelenreeks over het inkomen van de boer in De Standaard, vraagt de hoofdredacteur van de krant, Karel Verhoeven, zich af of het geen tijd wordt dat we een fair trade-label voor voeding van Belgische bodem in het leven roepen. “Wij consumenten betalen bitter weinig voor ons eten, slechts 11 procent van ons gezinsbudget. En van het weinige dat ons eten ons nog waard is, gaat maar een fractie naar de boer. De vraag die we ons moeten stellen is of we wel nog een eigen landbouw willen. Dat is veel meer dan een economische vraag, ze gaat recht naar het hart van onze leefcultuur”, schrijft hij.
13 maart 2015  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:29
Lees meer over:

Naar aanleiding van een artikelenreeks over het inkomen van de boer in De Standaard, vraagt de hoofdredacteur van de krant, Karel Verhoeven, zich af of het geen tijd wordt dat we een fair trade-label voor voeding van Belgische bodem in het leven roepen. “Wij consumenten betalen bitter weinig voor ons eten, slechts 11 procent van ons gezinsbudget. En van het weinige dat ons eten ons nog waard is, gaat maar een fractie naar de boer. De vraag die we ons moeten stellen is of we wel nog een eigen landbouw willen. Dat is veel meer dan een economische vraag, ze gaat recht naar het hart van onze leefcultuur”, schrijft hij.

Volgens Verhoeven prijkt op heel wat verpakkingen van voeding het label ‘Dit is Belgisch’, maar vangt de boer daar niet veel voor. “Gemiddeld een vijfde van de prijs die wij in de supermarkt betalen voor prei, aardappelen, biefstuk, sla, appelen en eieren”, stelt hij. “Als consument besteden wij 11 procent van het gezinsbudget aan voeding, niet zo lang geleden ging het nog om de helft. Dat is bitter weinig. Aangezien de boer hiervan slechts een fractie krijgt, maakt dit de kwestie erg dringend of we nog wel een eigen landbouw willen. Of we nog willen eten van het land rondom.”

De hoofdredacteur van De Standaard is van mening dat er zich in alle stilte een omwenteling voltrekt in de Vlaamse landbouw die gepaard gaat met veel leed. “In 20 jaar tijd is de helft van de boeren ertussenuit gegaan, één na één, en daarom geruisloos. Een zesde van de boeren flirt met het faillissement. Velen zijn intussen agro-entrepreneurs geworden die zich diep in de schulden staken voor nog grotere stallen en machines. Europa trok zijn handen gedeeltelijk af van de landbouw. Op de vrije markt zijn ze overgeleverd aan de greep van de grootdistributie en industrie. Ze zijn de speelbal van handelaren en voedingsbedrijven. Ze leveren bulk en worden betaald in centiemen”

Maar Verhoeven ziet ook lichtpunten. “Te midden van die uitzichtloosheid groeien alternatieven. Boeren keren terug naar de essentie. Ze spelen hun terroir uit. Gaan voor topkwaliteit of biologische teelt. Boeren samen met een lokale gemeenschap, openen een hoevewinkel, maken kaas of confituur. Het besef groeit dat een eetcultuur niet kan zonder kweekcultuur.” De hoofdredacteur is ervan overtuigd dat consumenten daarvoor willen betalen. “Dat respect voor eten sijpelt door in de grootdistributie”, meent hij.

Tegelijk beseft Verhoeven dat alleen die alternatieve circuits de eigen landbouw niet gaan redden. De grootschalige landbouw heeft behoefte aan meer rechtvaardigheid. Niet door meer subsidies, maar zoals in andere landbouw bijvoorbeeld door een toezichthouder die de te grote macht van distributeurs kraakt of wanpraktijken van leveranciers breekt. Het is aan consumenten om met hun koopgedrag te tonen dat eten een faire prijs mag hebben. Het is aan de politiek om die fair trade te organiseren.” Volgens hem zal het wel moed vergen tegen “de agro-industrie met haar lobbymacht”. “Maar dat moet toch een kolfje naar de hand zijn van de liberale partijen in de regerend coalitie”, klinkt het nog.

Bron: De Standaard

Beeld: Loonwerk Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek