Inagro investeert in onderzoek naar paddenstoelen

Het West-Vlaams onderzoeks- en adviescentrum Inagro heeft haar onderzoeksinfrastructuur eetbare paddenstoelen vernieuwd. De nieuwe site moet toelaten om beter in te spelen op de onderzoeksvragen van de champignonsector (telers én compostbedrijven), die zich in ons land nog steeds voornamelijk in West-Vlaanderen bevindt (51,4%). De provincie West-Vlaanderen en de Vlaamse overheid steunden de vernieuwing financieel. “Een belangrijk signaal van vertrouwen voor de sector”, stelt West-Vlaams gedeputeerde voor Landbouw Bart Naeyaert.
21 november 2016  – Laatste update 4 april 2020 15:31
Lees meer over:

Het West-Vlaams onderzoeks- en adviescentrum Inagro heeft haar onderzoeksinfrastructuur eetbare paddenstoelen vernieuwd. De nieuwe site moet toelaten om beter in te spelen op de onderzoeksvragen van de champignonsector (telers én compostbedrijven), die zich in ons land nog steeds voornamelijk in West-Vlaanderen bevindt (51,4%). De provincie West-Vlaanderen en de Vlaamse overheid steunden de vernieuwing financieel. “Een belangrijk signaal van vertrouwen voor de sector”, stelt West-Vlaams gedeputeerde voor Landbouw Bart Naeyaert.

De oude onderzoeksite, waarvan de gebouwen al sinds 1971 en 1988 in gebruik waren, werd deels gemoderniseerd en deels heropgebouwd. Het nieuwe deel telt twee betonnen bunkers voor onderzoek naar het composteringsproces en drie proefcellen voorzien van een sas met onder- en overdruk voor onderzoek naar de strijd tegen ziekten en plagen. In de bestaande kweekcellen en tunnels werd een nieuwe, moderne klimaatinstallatie geïnstalleerd, en het weeglokaal werd uitgebreid. 

In totaal bedroeg de investering meer dan 1,7 miljoen euro, waarvan 500.000 euro afkomstig is van de Vlaamse overheid via het Vlaams LandbouwinvesteringsFonds (VLIF). Als signaal van vertrouwen in de toekomst, kan dat tellen. “Verschillende bedrijven gaan opnieuw investeren op vlak van schaalgrootte, teeltcyclus, logistiek en bedrijfsorganisatie”, zegt Naeyaert. “Telers en composteerders hebben dus nog steeds nood aan innovatief en praktijkgericht onderzoek.”

Dat laatste kwam duidelijk naar voren in het panelgesprek tijdens de officiële opening van de nieuwe infrastructuur afgelopen vrijdag. De aanwezige telers en het aanwezige compostbedrijf benadrukten de nood aan onderzoek naar rassen die minder gevoelig zijn voor schimmelziekten (na de hoge loonkost de grootste bedreiging voor de sector), naar kostenefficiëntie, innovatie en verbeteringen in het composteringsproces (ander receptuur, andere beluchting, alternatieve grondstoffen). De onderzoeksonderwerpen die vandaag op de agenda staan van het proefcentrum sluiten daar mooi bij aan.

De Belgische champignonsector heeft enkele zware jaren achter de rug. Het aantal telers viel de afgelopen 20 jaar terug van 137 naar 33 (17 in West-Vlaanderen) en het aantal compostbedrijven van 8 naar 3. Dit als gevolg van de zware concurrentie van goedkopere import uit Oost-Europa. “Onze loonkost is veel hoger, en bedraagt zo’n 50 procent van onze kosten”, legt teler en voorzitter van de Kring Champignontelers West- en Oost-Vlaanderen Karel Desmet uit. “Het is pas sinds we toestemming hebben om het hele jaar door te werken met seizoenarbeiders, dat we de uitval in de sector min of meer een halt hebben kunnen toeroepen.”

Die stabilisering kwam er in 2012. De jaarlijkse productie schommelt sindsdien rond 28.000 ton per jaar (15.500 ton in West-Vlaanderen), beduidend minder dan de Belgische topproductie van 45.659 ton in 1997. Ter vergelijking: Polen produceert als belangrijkste concurrent zo’n 285.000 ton champignons per jaar. De voornaamste eetbare paddenstoelen die in België geproduceerd worden, zijn de witte en bruine champignon en de oesterzwam. Sinds twee jaar zit ook de biologische teelt ervan in de lift.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek