Inagro zet onderzoek naar hydroprei voort

Onderzoekscentrum Inagro heeft de eerste resultaten bekendgemaakt van een pilootproef met prei op hydrocultuur. Die resultaten zijn veelbelovend, wat maakt dat het centrum het onderzoek de komende jaren voortzet. Prei is met 4.570 hectare een belangrijke teelt voor Vlaanderen en in het bijzonder voor West-Vlaanderen, waar 80 procent van de Vlaamse productie vandaan komt. Prei wordt bovendien steeds vaker geëxporteerd. In een aantal specifieke afzetgebieden wordt echter perfect ‘grondloze’ prei gevraagd, wat een van de redenen is geweest voor Inagro om met het proefproject te starten.

Inagro besteedt al jaren veel aandacht aan onderzoek en voorlichting in de teelt van prei. De focus ligt daarbij klassiek op rassenkeuze, teelttechniek, bemesting, gewasbescherming (IPM), houdbaarheid en bewaring in de grondteelt. In navolging van een eerste Nederlandse studie, startte Inagro onlangs ook met onderzoek naar de teelt van prei in hydrocultuur. Hydrocultuur biedt immers de ultieme garantie op de afwezigheid van grond op de geoogste preischacht, wat voor sommige afzetgebieden, zoals Canada en Japan, een vereist is. 

De eerste resultaten van het West-Vlaamse pilootproject zijn alvast veelbelovend. Zo krijgen grondgebonden ziekten in hydrocultuur geen kans, waardoor minder gewasbeschermingsmiddelen moeten gebruikt worden, kan de prei twee keer dichter op elkaar geplant worden, groei hij sneller en kan er continue worden geplant en geoogst. Volgens een eerste voorzichtige schatting zouden hierdoor tot drie preiteelten per jaar mogelijk zijn.

Daarenboven is hydroprei per definitie mooi recht en voldoet hij aan de meest gewenste afmetingen, omdat hij in buisjes geteeld wordt. Een buisje met diameter van 4 centimeter bijvoorbeeld levert prei op met een diameter van 3 tot 4 centimeter. Zowel schachtlengte als diameter zijn immers afhankelijk van de gekozen buisjes, en zijn dus uniform. In combinatie met het feit dat de prei rechtstreeks in het water hangt, laat dit een doorgedreven mechanisatie toe. En tot slot smaakt de prei even goed als grondprei. Dat blijkt althans uit een eerste interne smaaktest. Verdere professionele proeven moeten dit nog bevestigen.

“Verder onderzoek en ontwikkeling is in alle onderdelen van dit systeem nodig”, klinkt het. Zo zal Inagro het teelttechnisch onderzoek naar hydroprei de komende jaren verderzetten (bv. onderzoek naar specifieke ziekteproblemen, optimalisatie van de samenstelling van de voedingsoplossing en de ideale plantdichtheid), maar zal het centrum ook samen met experts kijken naar constructie en automatisatie van het teeltsysteem. “Voorlopig blijft de hydroteelt van prei nog een zaak van praktijkcentra en onderzoeksinstellingen. Het is onze taak om dit nieuwe systeem verder te ontwikkelen en om te vormen tot een robuust systeem waarin geïnteresseerde tuinbouwers met voldoende zekerheid kunnen investeren.”