Individualisme maakt dat boer zwak staat in de keten

De groentetelers die het niet langer konden aanzien dat zij maar een schijntje krijgen van de prijs van verse groenten in de supermarkt, hebben heel wat losgemaakt met hun boze open brief. Er was best veel persbelangstelling voor, en recent verwees Vlaams parlementslid Stefaan Sintobin (Vlaams Belang) er ook naar toen hij de prijzenpolitiek van afnemers van landbouwproducten aankaartte bij minister Schauvliege. Zij deelt uiteraard de bekommernis dat boeren een correct loon krijgen voor het werk dat zij verrichten. De positie van de primaire producent in de keten is zwak zodat Schauvliege ijvert voor meer samenwerking, via producenten- en brancheorganisaties bijvoorbeeld. “Maar”, zo voegt ze er aan toe, “vaak haalt de individualistische reflex het nog altijd.”
24 januari 2018  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:39
Lees meer over:

De groentetelers die het niet langer konden aanzien dat zij maar een schijntje krijgen van de prijs van verse groenten in de supermarkt, hebben heel wat losgemaakt met hun boze open brief. Er was best veel persbelangstelling voor, en recent verwees Vlaams parlementslid Stefaan Sintobin (Vlaams Belang) er ook naar toen hij de prijzenpolitiek van afnemers van landbouwproducten aankaartte bij minister Schauvliege. Zij deelt uiteraard de bekommernis dat boeren een correct loon krijgen voor het werk dat zij verrichten. De positie van de primaire producent in de keten is zwak zodat Schauvliege ijvert voor meer samenwerking, via producenten- en brancheorganisaties bijvoorbeeld. “Maar”, zo voegt ze er aan toe, “vaak haalt de individualistische reflex het nog altijd.”

Met een open brief hebben Vlaamse groentetelers eind vorig jaar duidelijk gemaakt dat ze het niet eens zijn met de prijzenpolitiek van de grootwarenhuizen. Het verschil tussen hetgeen zij krijgen en de consument betaalt, is naar verluidt gewoon te groot terwijl het om verse groenten gaat die geen bewerking ondergaan. De Vlaamse parlementsleden die zich landbouw aantrekken, hebben die brief aandachtig gelezen. Stefaan Sintobin (Vlaams Belang) begrijpt de frustratie van de groenteboeren. “Het kon net zo goed over de vleessector gaan. Telkens opnieuw komen we op hetzelfde punt uit: de hardwerkende landbouwer wordt niet correct vergoed voor zijn producten”, aldus Sintobin. Hij hoopt dat de minister daaromtrent in hoogsteigen persoon wil sensibiliseren, bij elke gelegenheid die zich voordoet.

Collega-parlementslid Herman De Croo (Open Vld) citeert wat prijzen uit de brief om het probleem scherp te stellen: “Prei wordt bij Aldi verkocht voor 1,45 euro per kilo, de boer krijgt 0,20 euro. Knolselder kost in dezelfde winkel 0,99 euro, de boer krijgt 0,11 euro. Bij Colruyt kost de savooikool in reclame 1,19 euro, de boer krijgt 0,19 euro. Rode kool kost bij Delhaize 2,49 euro, de boer krijgt 0,19 euro.” En hij vraagt zich af hoe lokaal product een toegevoegde waarde kan krijgen want bovenstaande prijsverschillen voelen onrechtvaardig aan. Ook Jelle Engelbosch (N-VA) is naar eigen zeggen verbijsterd over het verschil tussen wat een landbouwer krijgt en wat we in de winkel betalen voor groenten en fruit. Hij oppert een sensibiliseringscampagne, door bijvoorbeeld via VLAM de consument bewust te maken van zijn rol.

Sintobin verwees in zijn vraag aan de minister naar het Ketenoverleg, en Bart Dochy (CD&V) zegt daar met zin voor beeldspraak het volgende over: “Ketenoverleg is altijd een moeilijk gegeven geweest en zal dat ook blijven. Als je het beeld van de keten gebruikt in een dergelijk overlegmodel, moet je weten dat je, om ze bruikbaar te maken, aan een ketting moet trekken, en niet duwen. Een ketting is niet gemaakt om iets vooruit te duwen, maar om iets vooruit te trekken. Dat betekent dat het einde van de keten het belangrijkst is. En dan zitten we inderdaad bij de consument. Alles staat of valt met de meerwaardecreatie van het product dat je levert en de prijs die de consument ervoor wil betalen.”

Nog volgens Dochy is het een bijzondere uitdaging om bij de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid naar de producentenorganisaties te kijken. “Ze zouden ook een rol in de prijsvorming moeten kunnen spelen. Op dat vlak zitten we echter met de mededingingsregels. Het is volgens mij een bijzondere uitdaging om dergelijke structuren en organisaties de mogelijkheid te bieden om de krachten van de landbouwers te bundelen. Die krachten worden nu gebruikt om een aantal positieve zaken te realiseren, maar er zou ook een invloed op de marktwerking van moeten uitgaan.”

Qua onderhandelingsmacht staat een individuele boer zwak tegenover zijn veel grotere afnemers. “Intussen wordt in Vlaanderen al meer dan 80 procent van ons dagelijks voedsel via een handvol grote retailers tot bij de consument gebracht”, weet minister Schauvliege. Net vanwege die onevenwichtige verhouding tussen aanbod- en vraagzijde heeft de Europese Commissie uitzonderingen op het mededingingsrecht voorzien voor de primaire sector. Uitzonderingen die gelden voor producenten- en brancheorganisaties, waarvan de oprichting door minister Schauvliege ondersteund wordt. Ze voorziet namelijk in een opstartsubsidie.

Er zijn naar haar mening nog niet genoeg producentenorganisaties: “De voorbije jaren kwamen er nieuwe PO’s bij (in de zuivel-, varkens- en leghennensector, nvdr.) en er werd ook een brancheorganisatie (voor vlas en hennep) opgericht, maar vaak haalt de individualistische reflex het nog altijd. Nog niet alle subsectoren gebruiken de bestaande instrumenten.” Zolang dat individualisme er niet uitgaat bij de meerderheid, zal de onderhandelingspositie van de boer volgens Schauvliege zwak blijven. Heel positief laat ze zich uit over de marktfocus van nieuw opgerichte PO’s: “Ze organiseren cursussen in onderhandelingstechnieken en ze volgen de prijzen goed op. Ze willen heel sterk staan en op de juiste wijze onderhandelen.”

De uitdaging om de consument te sensibiliseren, slaat de minister niet af: “De consument moet weten welk werk erbij komt kijken voor de prei op zijn bord ligt en wat hij hiervoor in verhouding betaalt. Vroeger ging het gezinsbudget grotendeels op aan voeding. Nu is dat nog een kleine fractie. Computers, iPhones en reizen worden belangrijker dan degelijk voedsel waarvoor een correcte prijs is betaald. Ik steun de promotie van lokale producten. Indien er keuze is, moeten ze producten van bij ons kopen. Dat is ook veel beter voor het klimaat. Het is veel beter boontjes te kopen die bij ons zijn geteeld dan boontjes te kopen die vanuit Kenya worden aangevoerd. Ik sta daar helemaal achter.”

Sterk de nadruk leggen op lokaal consumeren, wordt wel een probleem wanneer iedereen dat begint te doen. Schauvliege legt uit waarom: “Onze landbouwers voeren veel uit naar het buitenland. Indien elke lidstaat zich protectionistisch zou opstellen en de aankoop van lokale producten zou promoten, zouden onze boeren daar het slachtoffer van worden.”

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek