Is er in Vlaanderen plaats voor meer groot wild?

De wildpopulatie is de laatste jaren toegenomen. Everzwijnen, reeën, vossen, dassen, steenmarters en bevers worden steeds vaker gespot in Vlaanderen. “Die toenemende populatie heeft tot gevolg dat er steeds meer klachten komen over schade door wild”, bevestigt Hendrik Moeremans, persverantwoordelijke van Natuurpunt aan De Morgen. De stelling dat de natuur zichzelf regelt, gaat in Vlaanderen dan weer niet op volgens Hubertus Vereniging Vlaanderen, want groot wild heeft bij ons nauwelijks natuurlijke vijanden.
31 oktober 2017  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:42
Lees meer over:

De wildpopulatie is de laatste jaren toegenomen. Everzwijnen, reeën, vossen, dassen, steenmarters en bevers worden steeds vaker gespot in Vlaanderen. “Die toenemende populatie heeft tot gevolg dat er steeds meer klachten komen over schade door wild”, bevestigt Hendrik Moeremans, persverantwoordelijke van Natuurpunt aan De Morgen. De stelling dat de natuur zichzelf regelt, gaat in Vlaanderen dan weer niet op volgens Hubertus Vereniging Vlaanderen, want groot wild heeft bij ons nauwelijks natuurlijke vijanden.

Cijfers over precieze aantallen zijn er echter niet, wel vele waarnemingen. Vossen zie je in vuilnisbakken in de grote stad. Steenmarters kun je ’s nachts horen vechten op straat. Bevers zaten een tijdje geleden in de Dijle in Leuven. En in Limburg hebben ze de handen vol met everzwijnen. Daaruit valt af te leiden dat de leefgebieden van dieren als de vos, de bever, de ree, de das en vooral het everzwijn de laatste jaren fors zijn toegenomen.

Alle moeite om de natuur in Vlaanderen alle kansen te geven, lijkt zijn vruchten af te werpen, merkt De Morgen op. Maar meer en meer wordt het ook een probleem wat dat wild kan heel wat schade veroorzaken. Zo tasten reeën fruitbomen aan, kunnen de dammen van bevers stukken landbouwgrond onder water zetten of ploegen everzwijnen groten stukken veld, tuin of sportterrein om. Steenmarters maken nesten in auto’s en in muurisolatie en vossen eten kippen of dwergkonijnen op.

“Dat hebben mensen natuurlijk niet graag”, zegt Hendrik Moeremans. “Daardoor komen we op een snijpunt. We willen meer natuur en daar zijn de afgelopen jaren grote inspanningen voor gedaan, maar als de natuur schade begint te veroorzaken, dan verdwijnt het draagvlak voor het natuurherstel weer.” Daarom moet de toename van de wildpopulatie beheersbaar blijven. “En we moeten opnieuw leren samenleven met wilde dieren”, stelt hij. “Een kippenren moet je beveiligen tegen hongerige vossen en een auto moet je behandelen om marters uit de motorkap te houden.”

Maar wat doe je met situaties zoals in Limburg waar de populatie everzwijnen explosief is gegroeid? In 2006 werden er in Vlaanderen exact twee everzwijnen gedood, vorig jaar 800 en dit jaar zullen er ongeveer 1.000 dieren worden doodgeschoten, laat Geert Van Den Bosch van Hubertus Vereniging Vlaanderen weten. “Everzwijnen vermenigvuldigen zich razendsnel: na vijf tot zes maanden is zo’n dier geslachtsrijp. In een jaar tijd wordt een populatie van 100 everzwijnen 3,6 keer groter.”

De stelling dat de natuur zichzelf regelt, gaat volgens Van Den Bosch niet op in Vlaanderen. “Everzwijnen hebben hier geen enkele natuurlijke vijand meer, want beren en wolven leven hier niet. Ook door uithongering of vrieskou in de winter sterven de dieren niet. Dus moeten we ingrijpen en de enige manier waarop dat kan, is bejagen.” 

Bron: De Standaard

Beeld: PlattelandsTV

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek