Jaarproductie van 1,9 miljoen ton vlees in ons land

Volgens cijfers van de FOD Economie werden er in 2015 in ons land 317 miljoen dieren geslacht, wat neerkomt op 1,9 miljoen ton karkasgewicht. Daarvan is bijna 90 procent voor rekening van de Vlaamse slachthuizen. Ongeveer 96 procent van de geslachte dieren zijn kippen, maar uitgedrukt in karkasgewicht is 64 procent varkensvlees, 24 procent pluimveevlees en 12 procent rundvlees. De Waalse slachthuizen zijn meer toegespitst op het slachten van runderen. In het hoofdstuk ‘Vlees en zuivel’ bespreekt het nieuwe Landbouwrapport ook de producenten. Met ruim 16.500 zijn ze, de Vlaamse boeren die runderen, varkens of kippen houden.
29 december 2016  – Laatste update 14 september 2020 14:38

Volgens cijfers van de FOD Economie werden er in 2015 in ons land 317 miljoen dieren geslacht, wat neerkomt op 1,9 miljoen ton karkasgewicht. Daarvan is bijna 90 procent voor rekening van de Vlaamse slachthuizen. Ongeveer 96 procent van de geslachte dieren zijn kippen, maar uitgedrukt in karkasgewicht is 64 procent varkensvlees, 24 procent pluimveevlees en 12 procent rundvlees. De Waalse slachthuizen zijn meer toegespitst op het slachten van runderen. In het hoofdstuk ‘Vlees en zuivel’ bespreekt het nieuwe Landbouwrapport ook de producenten. Met ruim 16.500 zijn ze, de Vlaamse boeren die runderen, varkens of kippen houden.

De gemiddelde Belg besteedt ongeveer een vijfde van zijn uitgaven voor voeding en drank aan vlees. Volgens cijfers van marktonderzoeksbureau GfK over het thuisverbruik kocht de Vlaming vorig jaar gemiddeld 40,4 kilo vers en diepgevroren vlees en vleeswaren. De meeste aankopen van vers vlees en vleeswaren gebeuren in de supermarkten. De speciaalzaak (slagerij) verliest terrein en heeft nu nog een volumeaandeel van bijna 29 procent.

In bijna heel Vlaanderen worden runderen, varkens of kippen gekweekt. De grootste slachthuizen zijn meestal ook in de regio’s met een hoge varkensconcentratie gevestigd. Het economisch belang van de pluimveehouderij is in Vlaanderen beperkt tot enkele gemeenten in het noorden van Antwerpen en centraal in West-Vlaanderen. De slachthuizen voor kippen zijn dan ook in die regio’s terug te vinden.

De vleesverwerkende sector telt 539 bedrijven, waaronder een groot aantal kmo’s. De vleesverwerking is met een aandeel van 14 procent in de omzet en 13 procent in de toegevoegde waarde een economisch belangrijke deelsector binnen de Vlaamse voedingsindustrie. Deze 539 bedrijven realiseerden in 2014 iets meer dan vijf miljard euro omzet en ze telden toen meer dan 10.000 werknemers.

In 2015 werden er 317 miljoen dieren geslacht in België volgens de statistieken van de FOD Economie. De laatste twee jaar is er, na een periode van stabilisatie, opnieuw een sterke groei. Die is toe te schrijven aan het grotere aantal slachtingen van varkens en pluimvee. Ten opzichte van 2010 is het totaal aantal slachtingen toegenomen met 7,4 procent.

Met een uitvoer ter waarde van 4,18 miljard euro in 2015 is de vleesketen sterk exportgericht. De uitvoer overstijgt de invoer met 1,72 miljard euro. Na jaren van stijgende exportcijfers is de export in 2014 teruggevallen. Het Russische importverbod voor varkensvlees en de lage vleesprijzen zijn hier zeker niet vreemd aan. De zelfvoorzieningsgraad van ons land wordt door de FOD Economie op 261 procent geraamd voor varkensvlees, 158 procent voor gevogelte en 157 procent voor rundvlees.

In 2015 zijn er in Vlaanderen 11.841 bedrijven met runderen, 4.145 met varkens en 511 met minstens 100 vleeskippen. Hun aantal is de afgelopen tien jaar sterk gedaald, bij pluimvee (-21%) iets minder dan in de rundvee- (-35%) en varkenshouderij (-38%). De Vlaamse veestapel is als volgt samengesteld: 1,3 miljoen runderen waarvan 316.000 melkkoeien en 182.000 zoogkoeien, zes miljoen varkens en 19,9 miljoen vleeskippen. Ten opzichte van 2005 is de slachtpluimveestapel met 13 procent gegroeid. Het aantal runderen daalde tot 2013 maar neemt daarna toe door het verdwijnen van het melkquotum. Door rendabiliteitsproblemen slinkt de varkensstapel sedert 2012.

Veruit het grootste aantal dieren wordt op gespecialiseerde dieren gehouden. Zo zit driekwart van de varkens op gespecialiseerde varkensbedrijven en zelfs meer dan 80 procent van de kippen. Deze specialist-veehouders zijn in dieraantallen de laatste jaren sterk gegroeid. Het gemiddelde aantal dieren per gespecialiseerd bedrijf bedroeg in 2015 134 runderen (+56% ten opzichte van 2005), 74 melkkoeien (+65%), 23 zoogkoeien (+52%), 2.069 varkens (+51%) en ongeveer 50.850 stuks slachtpluimvee (+67%).

Het verschil tussen de bedrijven onderling is echter groot. Zo is de helft van de zoogkoeien terug te vinden op de 12 procent grootste gespecialiseerde bedrijven, en 64 procent van de melkkoeien op 39 procent van de bedrijven. Bijna de helft van de varkens staat op de 20 procent grootste gespecialiseerde bedrijven en iets meer dan de helft van de vleeskippen bij een kwart van de gespecialiseerde vleeskippenbedrijven.

Meer info: LARA 2016

Bron: Landbouwrapport 2016

Beeld: Sopraco

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek