Kan zorgboerderij uitgroeien tot rendabele bedrijfstak?

Jaarlijks vinden zowat 2.250 mensen uit kwetsbare groepen een regelmatige en zinvolle dagbesteding in een natuurlijke omgeving met planten en dieren. Maar liefst 840 zorgboerderijen dragen zo, buiten de context van de klassieke hulpverlening, hun steentje bij aan meer welzijn. Vorige week maakten het Steunpunt Groene Zorg en Cera de stand van zaken op tijdens een studiedag. “De zorgboerderij valt nog nauwelijks weg te denken uit het dagbestedingsaanbod voor kwetsbare groepen”, stelt steunpuntvoorzitter Joris Van Olmen. “Bovendien past het concept als een puzzelstuk in het nieuwe plaatje dat minister Jo Vandeurzen momenteel uittekent voor de zorgondersteuning.”
15 november 2016  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:37
Lees meer over:

Jaarlijks vinden zowat 2.250 mensen uit kwetsbare groepen een regelmatige en zinvolle dagbesteding in een natuurlijke omgeving met planten en dieren. Maar liefst 840 zorgboerderijen dragen zo, buiten de context van de klassieke hulpverlening, hun steentje bij aan meer welzijn. Vorige week maakten het Steunpunt Groene Zorg en Cera de stand van zaken op tijdens een studiedag. “De zorgboerderij valt nog nauwelijks weg te denken uit het dagbestedingsaanbod voor kwetsbare groepen”, stelt steunpuntvoorzitter Joris Van Olmen. “Bovendien past het concept als een puzzelstuk in het nieuwe plaatje dat minister Jo Vandeurzen momenteel uittekent voor de zorgondersteuning.”

Mensen uit kwetsbare groepen kunnen op een zorgboerderij hun dag zinvol besteden in een natuurlijke omgeving met planten en dieren. Zo werken ze, weg van hun hulpverleningscontext, aan hun mentale gezondheid. Tijdens een studiedag in Brussel werd ingezoomd op de rol en plaats van de zorgboerderij binnen het netwerk van formele en informele aanbieders van zorg en hulpverlening. Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen uitte zich als een “absolute believer” van de zorgboerderij. “Binnen een flexibel en regelluw kader willen we zorgboeren alle kansen geven om zich te engageren”, verklaarde hij.

Tijdens de rondetafelgesprekken in de aanloop naar de studiedag maakten gebruikers en welzijnsvoorzieningen een opsomming van de kernkwaliteiten van de zorgboerderij. Zij kwamen tot deze lange lijst: huiselijkheid, structuur, op maat van eigen mogelijkheden, niet vanuit beperkingen, binnen een reële economische setting, in een groene en rustgevende omgeving, contact met dieren, zonder beoordeling, kleinschalig, een beschermde omgeving maar toch tel je mee, verantwoordelijkheid voor de groei van planten en dieren, …

De kernkwaliteiten van een zorgboerderij werden onderstreept door professor Johan Braeckman, die in zijn filosofische reflectie het cruciale belang van creatief en betekenisvol werk als zingeving van het leven duidde. ”Stilte en rust, authenticiteit, traagheid: het zijn waarden die ik in de zorgboerderij herken. Zorgboerderijen zijn zelf kwetsbaar, zoals de mensen die er werken, omdat ze ingaan tegen de stroom!” Zorgboerin Katleen getuigde over de tijd en energie die ze erin steekt en de voldoening die ze uit de opvang van hulpbehoevenden haalt. Volgens een hulpverlener biedt de zorgboerderij de hulpbehoevende de kans tot relatievorming met iemand uit de échte wereld.

Tegen de achtergrond van een grondige beleidstransitie die momenteel gebeurt, onder meer in de financiering van de gespecialiseerde zorg aan personen met een beperking, zocht moderator Frank Cuyt met een groep van panelleden naar de plaats die de zorgboerderij kan innemen in het landschap van welzijn en zorg. De zorgboerderij zal niet de plaats innemen van de klassieke en vergunde welzijnsvoorziening. Maar evenmin is de zorgboer een mantelzorger want hij maakt geen deel uit van het bestaande netwerk van familie en kennissen van de zorggast.

Min Berghmans van het Steunpunt Jeugdhulp geeft daarom aan de zorgboerderij een semiformeel statuut. Je kan het volgens haar vergelijken met gezinnen die pleegzorg aanbieden. “Ook pleeggezinnen hebben een lange weg moeten afleggen, vooraleer ze een erkend statuut konden verwerven”, stelt ze vast. Ludewei Pauwelyn van Zorgnet-Icuros had het over de zorgboerderij als “specifieke actor binnen de geestelijke gezondheidszorg”. Joris Van Puyenbroeck van Odisee Hogeschool pleit ervoor om de competenties van de zorgboeren niet te onderschatten. “Zorgboeren zijn doordacht met zorg bezig.” Ze verdienen volgens hem een gewaardeerde en gelijkwaardige plaats binnen de zorgverlening. “Door het contact, de echtheid en de authenticiteit van de activiteit bieden ze een heel sterke vorm van inclusie van zwakkeren.”

De coördinator van het Steunpunt Groene Zorg, Willen Rombaut, bepleit vernieuwde samenwerkingsvormen die een duurzaam engagement van de zorgboerderij kunnen waarborgen. Ook een ordentelijke financiering is daartoe onontbeerlijk. Rombaut verklaart zich nader wat de financiering betreft: “Een aantal zorgboeren, circa vijf procent van alle zorgboerderijen in Vlaanderen, legt zich meer en meer toe op de zorg die dan uitgroeit tot een volwaardige dagtaak. Klassiek is er op een boerderij één hulpbehoevende aanwezig, maar wie de zorgactiviteit voorrang geeft op de landbouwactiviteit ontvangt meerdere zorggasten tegelijk. Vaak gaat dat samen met het aantrekken van nieuwe doelgroepen, zoals kwetsbare kinderen. Iemand die daar al zijn tijd in steekt, verdient het om daarvoor betaald te worden.”

Op vandaag is dat volgens Rombaut niet vanzelfsprekend want de vergoeding vanuit het beleidsdomein landbouw is beperkt tot 40 euro per dag en staat los van het aantal zorggasten dat opgevangen wordt. De zorginstelling waar de hulpbehoevende door de week verblijft, zegt de zorgboerderij niet te kunnen betalen zodat de financiering van het beleidsdomein Welzijn zal moeten komen. Momenteel buigt het kabinet van Vlaams minister Jo Vandeurzen zich over de piste van persoonsgebonden financiering. Als het geld niet automatisch bij de zorginstellingen terechtkomt, zou dat financiële perspectieven kunnen scheppen voor zorgboerderijen. Dat is nodig ook. “Vandaag zien we dat zorgboeren die zich engageerden voor intensieve jongerenzorg afhaken omdat de vergoeding niet in verhouding staat tot de inspanning”, klinkt het bij het Steunpunt Groene Zorg.

Een nieuw financieringssysteem zal op het terrein ongetwijfeld aanleiding zijn voor wat getouwtrek maar het steunpunt wil daarover het gesprek aangaan met de zorginstellingen. Het is namelijk niet zo dat de rol van de zorginstelling uitgespeeld is wanneer zorgboerderijen professionaliseren. Rombaut: “Een zorgboerderij blijft omkadering nodig hebben, lees: mensen waarop de zorgboer kan terugvallen wanneer er problemen zijn met de zorggasten. Daartoe kan de zorgboer een netwerk uitbouwen met de zorginstelling, of samenwerken met een zelfstandig psycholoog.” Dat zijn de ‘vernieuwde samenwerkingsvormen’ waarover Rombaut het hierboven al had.

Een bekommernis die de aanwezigen op de studiedag deelden, is dat het professionaliseren van de zorgactiviteit op de boerderij de kernkwaliteiten (huiselijkheid, op maat van eigen mogelijkheden, in een groene omgeving, enz.) niet versmacht. Bij wijze van conclusie luidde het ook dat de zorgboerderij een specifieke partner binnen het welzijnsaanbod voor dagbesteding moet zijn. “De toegang tot de zorgboerderij moet flexibel en rechtstreeks kunnen. Er is wel een aangepaste omkadering nodig die de kwaliteitsgarantie behoudt”, zo werd besloten op de studiedag.

Beeld: Cera

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek