KMI oordeelt in voor teler gunstige zin over nachtvorst

De late lentenachtvorst van 19 op 20 april was een uitzonderlijk weersfenomeen. De analyse door het KMI toont aan dat in 225 van de 308 gemeenten in Vlaanderen de koude uitzonderlijk streng was en in 20 jaar niet is voorgekomen. Hiermee wordt aan één van de voorwaarden voldaan om de vorstschade te laten erkennen als landbouwramp. Minister Joke Schauvliege start de procedure op voor tussenkomst door het Vlaams Landbouwrampenfonds. Daarvoor moet ook aan de tweede voorwaarde, die betrekking heeft op de omvang van de schade, voldaan zijn. Vanwege de zwaar getroffen fruitteelt in haar provincie noemt Limburgs gedeputeerde Inge Moors het cruciaal dat landbouwers en gemeenten nu het nodige doen om de schade op te tekenen.
19 mei 2017  – Laatste update 4 april 2020 15:34
Lees meer over:

De late lentenachtvorst van 19 op 20 april was een uitzonderlijk weersfenomeen. De analyse door het KMI toont aan dat in 225 van de 308 gemeenten in Vlaanderen de koude uitzonderlijk streng was en in 20 jaar niet is voorgekomen. Hiermee wordt aan één van de voorwaarden voldaan om de vorstschade te laten erkennen als landbouwramp. Minister Joke Schauvliege start de procedure op voor tussenkomst door het Vlaams Landbouwrampenfonds. Daarvoor moet ook aan de tweede voorwaarde, die betrekking heeft op de omvang van de schade, voldaan zijn. Vanwege de zwaar getroffen fruitteelt in haar provincie noemt Limburgs gedeputeerde Inge Moors het cruciaal dat landbouwers en gemeenten nu het nodige doen om de schade op te tekenen.

Op vraag van de landbouworganisaties heeft Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege het KMI verzocht om de strenge vorst in de nacht van 19 op 20 april onder de loep te nemen. De conclusie van het KMI, op basis van een terugkeerperiode van 20 jaar, luidt dat het inderdaad om een uitzonderlijke situatie ging. Dit is een eerste belangrijke stap in de erkenning als landbouwramp. De minister start dan ook de procedure op voor een tussenkomst in de schade door het Landbouwrampenfonds.

In de fruitteelt is de schade het grootst omdat de boomgaarden net in bloei stonden toen de temperaturen tot vijf graden onder nul doken. Vriestemperaturen kunnen voorkomen tot half mei, in de volksmond spreekt men van de ‘IJsheiligen’, zodat gevreesd werd dat de overheid niet zou tussenkomen in de schade aan fruit en andere teelten (o.a. boomkwekerij en sierteelt). Limburgs gedeputeerde van Landbouw Inge Moors (CD&V) haalt nu opgelucht adem en is bij de eersten om te reageren, net omdat de typische fruitgemeenten in haar provincie zo zwaar getroffen zijn.

Moors merkt op dat fruit- en andere telers de eventueel geleden schade best ook laten opmeten in de 83 gemeenten waar de temperatuur volgens het KMI niet uitzonderlijk laag was. Mogelijk kan de schade ook daar nog vergoed worden als het grondgebied van de gemeenten toegevoegd wordt aan het ‘rampgebied’. Alvast van 225 gemeenten zegt het KMI dat de temperatuur er die nacht uitzonderlijk laag gedaald is. Het weersfenomeen erkennen als uitzonderlijk is slechts één van de voorwaarden. Daarnaast moet de totaal geleden schade in heel Vlaanderen minstens 1,24 miljoen euro bedragen, en de gemiddelde schade per dossier minstens 5.580 euro.

Het optekenen van de schade is dus van cruciaal belang. “Daar is nog tijd voor, aangezien voor sommige teelten de exacte schade pas later op het seizoen duidelijk zal worden”, legt gedeputeerde Moors uit. In eerste instantie moeten fruittelers en andere landbouwers de voorlopige schade en de oorzaak ervan laten vaststellen door de gemeentelijke schadecommissies. Zij moeten zich richten tot de gemeente waar een perceel met schade gelegen is. Vervolgens is het aan de gemeenten om op basis van deze voorlopige vaststellingen een raming van de totale schade en het aantal schadegevallen door te geven aan het Departement Landbouw en Visserij. Op basis daarvan kan uitgemaakt worden of de schadedrempels worden gehaald.

Na een definitieve oogstraming moet ook de definitieve schade tijdens een tweede perceelsbezoek vastgesteld worden door de gemeentelijke schadecommissies. Die commissies zullen een beroep kunnen doen op de aanwezigheid van een expert van het Departement Landbouw en Visserij. Vooral in de regio’s waar er fruit geteeld wordt, zullen ze hun handen vol hebben. Boerenbond en het Proefcentrum Fruitteelt organiseerden na de rampspoed een bevraging waarop bijna 300 fruittelers reageerden. Zij schatten toen in dat 78 procent van de appeloogst, 82 procent van de kersenoogst en 63 procent van de perenoogst in enkele uren tijd verloren is gegaan. Ook boomkwekers en tuinders met vollegrondsaardbeien werden zwaar getroffen.

In Sint-Truiden hebben inmiddels al 40 fruittelers hun schade aangegeven. “Ik roep alle andere fruittelers op om ook met mij contact te nemen, met het oog op de verzameling en gezamenlijke indiening van de dossiers”, zegt Truiens schepen van landbouw en voorzitter van de schadecommissie Hilde Vautmans (Open Vld). “Ik ben verschillende getroffen fruitteeltbedrijven gaan bezoeken op het moment van de nachtvorst en de schade was enorm. Ik ben dan ook zeer blij met de beslissing van het KMI. De schadedrempel van 1,24 miljoen Euro moet gehaald worden, anders verliezen de fruittelers het recht op compensatie. Ik wil er dus alles aan doen opdat schade zeker wordt aangegeven.”

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek