Krimpende Vlaamse varkensstapel steeds beter gehuisvest

Via emissiearme stallen wordt gestreefd naar een vermindering van de stikstofverliezen naar de lucht. Elke varkens- en kippenstal die de afgelopen 14 jaar in Vlaanderen gebouwd werd, is verplicht ammoniakemissiearm uitgevoerd. Een deel van de veestapel huist nog in oude stallen want bij lage verkoopprijzen zijn de afschrijvingstermijnen lang. Toch zie je dat meer en meer varkens gehouden worden in moderne, emissiearme stallen. Het nieuwe Mestrapport meldt dat 14 procent van de varkens vertoeft in een emissiearme stal, en 17 procent in een stal met nageschakelde luchtwasser.
11 december 2018  – Laatste update 4 april 2020 15:44
Lees meer over:

Via emissiearme stallen wordt gestreefd naar een vermindering van de stikstofverliezen naar de lucht. Elke varkens- en kippenstal die de afgelopen 14 jaar in Vlaanderen gebouwd werd, is verplicht ammoniakemissiearm uitgevoerd. Een deel van de veestapel huist nog in oude stallen want bij lage verkoopprijzen zijn de afschrijvingstermijnen lang. Toch zie je dat meer en meer varkens gehouden worden in moderne, emissiearme stallen. Het nieuwe Mestrapport meldt dat 14 procent van de varkens vertoeft in een emissiearme stal, en 17 procent in een stal met nageschakelde luchtwasser.

Het staltype waarin de dieren gehuisvest zijn, heeft invloed op de stikstofverliezen naar de lucht en op de mestsamenstelling. Daarom worden de stikstofverliezen in mindering gebracht bij de berekening van de stikstofproductie uit dierlijke mest. De grootte van de emissieverliezen hangt af van het type stal waarin de dieren gehuisvest zijn.

Sedert 2004 moeten kippen- en varkensstallen ammoniakemissiearm gebouwd worden. Hiertoe kunnen emissiearme stalsystemen gebruikt worden of traditionele stallen waarop een wasser is nageschakeld voor de zuivering van de stallucht. In 2017 bedroeg het totale stikstofverlies door emissies uit stallen en mestopslagen 34,3 miljoen kilo stikstof. Relatief gezien treden de meeste stikstofverliezen op bij pluimvee (-34%). Hierna volgen varkens (26%), andere dieren (19%) en rundvee (15%).

Aan het totale emissieverlies leveren varkens de grootste bijdrage (41%), gevolgd door runderen (36%) en pluimvee (21%). Initieel stegen de emissieverliezen door een groeiende veestapel. Vanaf 2015 toont de grafiek in het Mestrapport een stabilisering. Bij de runderen namen de emissieverliezen iets sterker toe dan het aantal runderen. Dat is te verklaren door de verschuiving van minder vleesvee naar meer melkvee. In de varkenshouderij krimpen de dieraantallen en dus ook de emissieverliezen, nog versterkt door de modernisering van de stalinfrastructuur.

Meer info: Mestrapport 2018

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek