Leven werd sinds 2000 bijna 40 pct duurder in Europa

Sinds 2000 zijn de prijzen in de Europese Unie gestegen met 36,5 procent. Voor België gaat het om een stijging van 38,8 procent of 2,3 procent per jaar. Voor een winkelkar met brood, vlees, vis, fruit, water, frisdrank en koffie die in het jaar 2000 100 euro kostte, betaal je vandaag 148,1 euro. In onze buurlanden stegen de prijzen slechts met 30 tot 35 procent. Als echte Bourgondiërs gaf de Belg in diezelfde periode 61 procent meer uit op café, restaurant of hotel, terwijl het Europese gemiddelde steeg met 56 procent. Dat blijkt uit cijfers van Eurostat.
4 september 2018  – Laatste update 14 september 2020 14:46
Lees meer over:

Sinds 2000 zijn de prijzen in de Europese Unie gestegen met 36,5 procent. Voor België gaat het om een stijging van 38,8 procent of 2,3 procent per jaar. Voor een winkelkar met brood, vlees, vis, fruit, water, frisdrank en koffie die in het jaar 2000 100 euro kostte, betaal je vandaag 148,1 euro. In onze buurlanden stegen de prijzen slechts met 30 tot 35 procent. Als echte Bourgondiërs gaf de Belg in diezelfde periode 61 procent meer uit op café, restaurant of hotel, terwijl het Europese gemiddelde steeg met 56 procent. Dat blijkt uit cijfers van Eurostat.

Het feit dat de prijzen in Europa sinds het millennium met bijna 40 procent zijn gestegen, wil niet zeggen dat de euro ons armer heeft gemaakt, beweert econoom Ivan Van de Cloot in Het Laatste Nieuws. “Onze koopkracht is in die periode sterker gestegen met één tot anderhalf procent bovenop de inflatie. Als de overheid veel geld laat rollen, geeft dat een extra stimulans aan de economie. Dan gaan ook de prijzen in de winkel omhoog, onder meer door de stijgende loonkost.”

Op vlak van voeding is de prijsstijging in ons land sinds 2000 toch forser dan in onze buurlanden. In België bedraagt de toename 48 procent, terwijl het voor Nederland en Frankrijk gaat om een stijging met 31 procent en voor Duitsland om 35,5 procent. “Al meer dan tien jaar zien we dat de Belgische consument te veel moet betalen voor voeding en niet-alcoholische dranken. In onze buurlanden kunnen supermarkten op veel grotere schaal aankopen, waardoor ze betere inkoopprijzen kunnen bedingen”, weet Van de Cloot. Volgens hem kan de Belgische consument ook amper profiteren van de komst van Ahold naar onze markt omdat zij net naar hier komen om een hogere marge op te strijken.

Sinds 2000 zijn vooral de prijzen van alcohol en tabak de pan uit geswingd: in Europa stegen die gemiddeld met 92,1 procent. In België gaat het om een toename van 'slechts' 74,8 procent. “Toch is die stijging dubbel zo groot als de stijging van de levensduurte in het algemeen. Bij elke begrotingscontrole worden dergelijke ongezonde producten extra belast. Het Europees gemiddelde wordt omhoog gejaagd door landen als Roemenië (+726,5%), Bulgarije (408,8%) en Hongarije (+220,4%) die het afradingsbeleid voor ongezonde producten kopiëren van de Europese kernlanden. In de Scandinavische landen lagen de accijnzen op tabak en alcohol altijd al heel hoog waardoor de prijsstijging er nu beperkt is”, verklaart de econoom.

In 17 jaar tijd geven we 61 procent meer uit op café, restaurant en hotel. De gemiddelde Europese factuur steeg 'slechts' met 56 procent. “België telt nog altijd één horecazaak per 184 inwoners. Ter vergelijking: in Duitsland is dat één per 343 en in Nederland maar één per 390. Ons land probeert het zwartwerk te weren uit de horecasector, en dat wordt doorgerekend in de prijzen. Maar ook al stijgt de rekening: we zijn Bourgondiërs en beknibbelen niet graag op een avondje uit”, weet Van de Cloot.

De kleinste prijsstijging in ons land is vastgesteld voor kledij en schoeisel (+14,6%). Dat heeft volgens de econoom alles te maken met de massale import uit goedkope landen, China op kop. Voor de categorie huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen liggen de prijsstijgingen in België (56,1%) in de lijn van Europa. Wonen wordt overal duurder en de facturen stijgen sterker dan de algemene consumptieprijzen, maar Duitsland slaagt er toch in om de stijging te beperken tot 38,1 procent. "Bij ons is er dan ook een duidelijke invloed van het beleid, waarbij stimulansen voor duurzame energie worden doorgerekend op de energiefactuur van de consument", luidt het.

Qua gezondheidszorg is de Belg het beste af in heel Europa. Zijn persoonlijke uitgaven voor geneesmiddelen, ziekenhuisopnames en doktersbezoeken stegen met 17,1 procent, tegenover een Europees gemiddelde van 40,8 procent. Onze factuur voor mobiliteit steeg eerder beperkt, met 39,1 procent. Zo zijn treinticketjes vandaag te goedkoop om de NMBS rendabel te houden en ook de aankoopprijs voor een auto ligt kunstmatig laag. “Het gevolg van een overlevingsstrategie van verschillende merken, sinds het faillissement van General Motors dat door de Amerikaanse overheid werd gered”, meent Van de Cloot.

Voor één categorie daalt de factuur in heel Europa: communicatie werd gemiddeld 21,7 procent goedkoper. Belgen moeten tevreden zijn met een daling van 14,8 procent. Voor recreatie geven we 14,6 procent meer uit dan in 2000. “Als je de daling van de prijzen voor audioapparatuur en fototoestellen in rekening brengt, mag je bij een ongewijzigd gedrag nochtans minder uitgaven verwachten voor deze kostenpost”, merkt Van de Cloot op. “Dat er toch een stijging is, heeft alles te maken met het feit dat we met z'n allen rijker zijn geworden. Het beschikbare inkomen steeg tussen 2000 en 2017 met 38 procent boven de inflatie. En als de consument zich 1 procent rijker voelt, geeft hij méér dan 1 procent extra uit aan vrijetijdsbesteding.

Meer informatie: The European economy since the start of the millennium

Bron: Het Laatste Nieuws/Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek