Limburg faciliteert mesttransport van noord naar zuid

In het streven naar een duurzame Limburgse land- en tuinbouw is een hoofdrol weggelegd voor mest. Een nieuw SALK-project moet er voor zorgen dat de dierlijke mest uit het noorden van Limburg efficiënt kan worden ingezet door de akkerbouw in het zuiden van de provincie. Een expertengroep onder leiding van de praktijkcentra PIBO-campus in Tongeren en PVL in Bocholt gaat op zoek naar een geschikte vorm van samenwerking tussen veehouders en akkerbouwers en naar een goede opslagmethode zodat de mest vlot geraakt waar hij gewenst is. Nog een stap verder is het mengen van varkens- en rundermest zodat de samenstelling beter afgestemd zal zijn op de gewasbehoeften. Gedeputeerde Inge Moors rekent er op dat het gebruik van kunstmest in de provincie zal dalen en de Limburgse akkers door de dierlijke mest verrijkt worden met organische koolstof.
6 november 2014  – Laatste update 4 april 2020 15:18
Lees meer over:

In het streven naar een duurzame Limburgse land- en tuinbouw is een hoofdrol weggelegd voor mest. Een nieuw SALK-project moet er voor zorgen dat de dierlijke mest uit het noorden van Limburg efficiënt kan worden ingezet door de akkerbouw in het zuiden van de provincie. Een expertengroep onder leiding van de praktijkcentra PIBO-campus in Tongeren en PVL in Bocholt gaat op zoek naar een geschikte vorm van samenwerking tussen veehouders en akkerbouwers en naar een goede opslagmethode zodat de mest vlot geraakt waar hij gewenst is. Nog een stap verder is het mengen van varkens- en rundermest zodat de samenstelling beter afgestemd zal zijn op de gewasbehoeften. Gedeputeerde Inge Moors rekent er op dat het gebruik van kunstmest in de provincie zal dalen en de Limburgse akkers door de dierlijke mest verrijkt worden met organische koolstof.

Jaarlijks wordt nu ongeveer 30.000 ton aan dierlijke mest getransporteerd van Noord- naar Zuid-Limburg. De doorgedreven specialisatie en intensivering in de veehouderij in het noorden van de provincie zorgt voor meer mest waarvoor meer afzetkanalen nodig zijn. De balans neigt over te hellen naar een mestoverschot. Extra mesttransporten naar het akkerbouwgebied in het zuiden van de provincie lijken een voor de hand liggende uitweg, maar kunstmest wint aan populariteit bij de Limburgse akkerbouwers. Kunstmest is eenvoudig beschikbaar en de nutriënteninhoud ervan is exact gekend, wat bij dierlijke mest niet het geval is.

Met het SALK-project ‘Stimulering van een duurzame Limburgse land- en tuinbouw’ wil gedeputeerde voor Landbouw Inge Moors er voor zorgen dat dierlijk mest uit het noorden op een duurzame en efficiënte wijze kan worden ingezet in het zuiden van Limburg. “Dit is belangrijk voor de toekomstperspectieven van onze veebedrijven en draagt indirect ook bij tot de verankering van de land- en tuinbouwsector in Limburg.” De verstrengde mestwetgeving lijkt akkerbouwers te bevestigen in hun keuze voor kunstmest maar gedeputeerde Moors maakt gewag van economische én ecologische voordelen bij het gebruik van dierlijke mest.

Twee landbouwpraktijkcentra, PIBO-campus Tongeren en PVL Bocholt, gaan landbouwers daarvan overtuigen door binnen het ‘mestproject’ een logistieke structuur voor mesttransport met ingebouwde kwaliteitsgarantie op te zetten. De kwaliteitsgarantie is bedoeld om de mestafnemer precies te informeren over de hoeveelheid nutriënten die aanwezig is in de mest. Er werd een expertengroep (praktijkcentra, Mestbank, BDB, ADLO, provinciale dienst Landbouw en de drie landbouworganisaties) samengesteld die belangrijk zal zijn om de slaagkansen van dit mestproject te maximaliseren.

Coördinator van PIBO-Campus Dieter Cauffman: “Eerst zullen we vraag en aanbod van dierlijke mest grondig analyseren. Dan zullen we ons toeleggen op het zoeken naar een geschikte vorm van samenwerking en de meest geschikte opslagmethode voor dierlijke mest”. Luc Martens van PVL Bocholt vult aan: “Op basis van de input uit de eerste fase zal een pilootproject worden opgestart waarbij we mest van varkens en runderen zullen vermengen om een samenstelling te bekomen die afgestemd is op de behoeften van de teelt. De testcase zal vanaf januari 2015 voor een periode van een half jaar worden uitgevoerd en na evaluatie in 2016 worden herhaald. Na afloop van de pilot wordt op basis van de eindevaluatie een plan van aanpak opgemaakt dat moet leiden tot een opschaling van het concept.”

De projectkost wordt gefinancierd vanuit de provinciale middelen gereserveerd voor SALK-projecten omdat het zal bijdragen tot de verankering van de Limburgse land- en tuinbouw, wat op zijn beurt positief is voor de tewerkstelling en groeikansen op bedrijven binnen het agrobusinesscomplex. “Als de eerste pilots gunstig blijken, komt er een totale projectsubsidie van 454 000 euro die ook voorziet in een duurzame opslagmethode voor dierlijke mest”, belooft gedeputeerde Moors.

Moors verwacht van het duurzaam inzetten van dierlijke mest naast economische ook ecologische winsten. Ze verduidelijkt: “Wanneer akkerbouwers meer dierlijke mest gaan accepteren, zal het gebruik van kunstmest dalen en worden de landbouwgronden meer verrijkt met organische koolstof. Het gevolg hiervan is een verminderde uitspoeling van meststoffen naar het oppervlaktewater, hetgeen een gunstig effect op de bodem- en waterkwaliteit heeft en voor hogere opbrengsten zorgt. Limburg anticipeert met dit project op een strenger wordende milieuwetgeving en op de wijzigingen die er in het mestactieplan zitten aan te komen.”

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek