Marsrichting Limburgse varkenshouderij ligt vast

De varkenshouderij beleeft sinds 2007 economisch zware tijden. De toekomst van meer dan 400 Limburgse varkensbedrijven is onzeker zodat de provincie zich niet afzijdig wou houden. Gedeputeerde voor Landbouw Inge Moors: “Wij hebben met de hele keten een creatieve denkoefening gehouden en gezocht naar maatregelen die de varkenshouderij meer zuurstof kunnen geven.” Het resultaat van de zogenaamde X100 – waarbij X staat voor een kruispunt en ontmoetingsplaats van ideeën en 100 voor de vele deelnemers – is neergepend in een ‘roadmap voor de varkenshouderij’. Op het proef- en vormingscentrum (PVL) te Bocholt nam minister Joke Schauvliege het eerste exemplaar in ontvangst. De uitkomst van de X100 laat zich in twee woorden samenvatten als marktgerichtheid en samenwerking zodat Schauvliege grote gelijkenissen ziet met de G30, de strategische denkoefening op Vlaams niveau.
14 juni 2016  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:28

De varkenshouderij beleeft sinds 2007 economisch zware tijden. De toekomst van meer dan 400 Limburgse varkensbedrijven is onzeker zodat de provincie zich niet afzijdig wou houden. Gedeputeerde voor Landbouw Inge Moors: “Wij hebben met de hele keten een creatieve denkoefening gehouden en gezocht naar maatregelen die de varkenshouderij meer zuurstof kunnen geven.” Het resultaat van de zogenaamde X100 – waarbij X staat voor een kruispunt en ontmoetingsplaats van ideeën en 100 voor de vele deelnemers – is neergepend in een ‘roadmap voor de varkenshouderij’. Op het proef- en vormingscentrum (PVL) te Bocholt nam minister Joke Schauvliege het eerste exemplaar in ontvangst. De uitkomst van de X100 laat zich in twee woorden samenvatten als marktgerichtheid en samenwerking zodat Schauvliege grote gelijkenissen ziet met de G30, de strategische denkoefening op Vlaams niveau.

Door de negatieve varkensprijsevolutie, de gestegen kosten en een Russisch handelsembargo als klap op de vuurpijl hapert de varkensketen. Voor een groot deel van de primaire producenten is de sector niet meer rendabel. De marges zijn al tien jaar klein of onbestaande. Stoppen met de bedrijfsactiviteit is gezien de investeringen vaak geen optie. Om deze neerwaartse spiraal te doorbreken, is op initiatief van gedeputeerde Inge Moors een grootschalige denkoefening gehouden. In de provincie Limburg zijn een 400-tal varkenshouders actief. Samen zijn zij goed voor een jaarlijkse productiewaarde van 125 miljoen euro.

“Hoewel maar zeven procent van de Vlaamse varkensbedrijven in Limburg gelegen is, gaat het in onze provincie wel om moderne en sterk gespecialiseerde bedrijven. Daarom wil ik actief op zoek gaan naar economische ademruimte voor de sector”, legt gedeputeerde Moors uit, waarbij ze zich tevens engageert om te blijven investeren in praktijkonderzoek in functie van de varkenshouderij. Limburg is volgens haar sterk in het ombuigen van uitdagingen in opportuniteiten. Het stemt haar dan ook hoopvol dat de sector de kans die de X100 vormde met beide handen gegrepen heeft.

Moors: “De respons was groot. Procesbegeleider Philippe Beliën bracht iedereen samen, niet om lang stil te staan bij de problemen maar om meteen na te denken over oplossingen. De drie workshops werden lange maar boeiende avonden.” De gedeputeerde beseft dat de crisis daarmee niet opgelost is maar ze hoopt dat er vertrouwen tussen de partners in de varkensketen geïnstalleerd is. Wanneer dat vertrouwen er is, kan plots veel. Met name het benutten van nieuwe opportuniteiten die volgens de procesbegeleider deel uitmaken van “een toekomstperspectief dat goesting opwekt”.

Op verschillende aspecten streeft de X100 verandering na: het varkensvlees, de bedrijfsvoering van varkenshouders en het verdienmodel dat erachter zit. Het hele proces startte in 2015 en duurde een jaar. In dat jaar heeft Philippe Beliën zich voorbereid, trok een dozijn mensen (X10) het proces op gang en kwamen tientallen mensen – 89 om precies te zijn, verdeeld over alle schakels in de keten – samen om vrank en vrij na te denken over de toekomst van de sector.

De X100 had niet de bedoeling om lang stil te blijven staan bij de problemen, die zijn inmiddels wel gekend. Wél werd nagedacht over een ideaalbeeld voor de varkenssector en over de noodzakelijke voorwaarden om succesvol te zijn. De logische vraag die daaruit volgde, is wat er moet gebeuren om richting het ideaal te bewegen. “Doen wat de varkenssector vandaag doet, is geen goede garantie op de toekomst”, schetst Philippe Beliën de teneur tijdens de X100.

Wenselijk voor de toekomst is een slimme, transparante, marktgerichte, samenwerkende en gedifferentieerde ketenstructuur met een sterk imago, een eerlijk verhaal, een gezond en smakelijk varken en een (financieel) gezonde en competente producent. In twee woorden stelt Beliën dat de X100 kiest voor marktgerichtheid en samenwerking. Gedaan dus met produceren in de hoop dat er straks wel een afnemer zal opduiken. Gedaan ook met het ‘push-model’ waarin de afnemer de boeman is, de boer almaar meer produceert om de kosten te drukken en alle producenten hetzelfde varken afleveren.

De procesbegeleider maakt zich sterk dat de deelnemers aan de X100 hun eigen ideeën zullen herkennen in de tekst die finaal werd toevertrouwd op papier. Hij geeft als voorbeeld het ‘weekendvarken’ dat geopperd werd vanwege de tijd die de consument neemt om in het weekend lekker te koken terwijl het tijdens de week vooral snel moet gaan. Met de huidige varkens die gefokt zijn op een hoge voederconversie en niet op smakelijk vlees vindt de consument niet het stukje varkensvlees waar hij op zaterdag en zondag naar op zoek is.

Andere voorstellen hebben onder meer betrekking op de organisatie van de varkensketen. “De keuzes die we maken voor het herinrichten van de sector zijn van kritiek belang voor de toekomst van de varkenshouderij in Vlaanderen”, aldus Beliën. Een ‘future proof’ varkenssector is er één zonder machtsdenken en versnippering tussen producenten en ketenpartners. Van producentenorganisaties wordt veel verwacht, maar ze mogen niet ondergeschikt gemaakt worden aan de verticale samenwerking in de keten.

Omdat 70 procent van de varkens wordt uitgevoerd, pleit de X100 ervoor steeds de exportmarkt voor ogen te houden. Verder wordt ook het imagoherstel van zowel product als producent noodzakelijk geacht en pleit de X100 voor flexibele financieringsinstrumenten en een sterkere begeleiding van varkenshouders bij het ontwikkelen van vaktechnische en managementgerichte vaardigheden. Behalve de opdracht die het landbouwonderwijs krijgt, heeft ook het reguliere onderwijs werk voor de boeg. Vanuit de X100 klinkt de kritiek dat leerkrachten nauwelijks kennis hebben over landbouw en voedsel en het dus evenmin kunnen overdragen. Nog vermeldenswaard is dat de X100 wel pleit voor individuele ondersteuning van varkenshouders maar niet voor een warme sanering van de sector want daar komt de sector in eigen land verzwakt uit.

De crisis in de varkenshouderij laat zich ook buiten Limburg voelen. Daarom kreeg de aanzet voor een toekomstplan de naam ‘Roadmap voor de varkenssector in Vlaanderen’. De roadmap werd in primeur gepresenteerd aan Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege. Zij stelt vast dat de bevindingen van de X100 erg complementair zijn met de resultaten van de Vlaamse denkoefening (G30) dit voorjaar. Ook hebben ze gemeen dat het denkproces van onderuit opgebouwd is. “Business as usual is geen optie”, aldus Schauvliege. “Gelukkig zijn de X100 en G30 tot dezelfde conclusie gekomen. De roep tot meer samenwerking ging ook uit van de G30. Als overheid trekken we daarom middelen uit ter ondersteuning van producentenorganisaties. De eerste PO is inmiddels opgericht.”

Wat de afzet van ons varkensvlees betreft, merkt de minister op dat de export opnieuw aantrekt. Dat is goed nieuws, “maar we moeten lessen trekken uit het verleden en ons lot niet verbinden aan China zoals voordien aan Rusland”. Een overheid kan niet ingrijpen in de markt, maar wel het overleg rond structurele oplossingen faciliteren. Als voorbeeld van ondersteuning die van Vlaanderen uitgaat, wijst Schauvliege op het onafhankelijk bedrijfsadvies dat landbouwers via KRATOS kunnen bekomen. Zij onderstreept hoe belangrijk het is dat varkenshouders de kengetallen van hun bedrijf beheersen, én zich goed laten begeleiden. Net omdat cijfers zo belangrijk zijn in een sector waar elke kilo en euro telt, frustreert het haar dat de varkenssector stiefmoederlijk behandeld wordt door Europa als het over dataverzameling gaat. Het verschil met de zuivelsector die zijn observatorium op EU-niveau heeft, is groot.

Voor de deelnemers van de X100 en alle andere geïnteresseerden volgt er maandag 4 juli een uiteenzetting over de roadmap. De uitgebreide toelichting start om 19 uur op het provinciehuis in Hasselt. Inschrijven hiervoor kan tot donderdag 30 juni via landbouw@limburg.be.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek