Melkveebedrijven kunnen besparen op grondstof en voeder

Door de huidige druk op de prijzen en de blijvende impact op het milieu stijgt de nood om efficiënt om te springen met grondstoffen in de landbouw. Dit is zeker ook het geval in de melkveehouderij. Een doctoraatsstudie aan het ILVO en de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de UGent ging daarom op zoek naar een nieuwe manier om het verbruik van natuurlijke grondstoffen in de landbouw te berekenen op basis van exergie. Analyse van meer dan 100 Vlaamse melkveebedrijven gaf zo aan dat de meerderheid onder hen gemiddeld tot meer dan een vierde op natuurlijke grondstoffen en voederkosten zou kunnen besparen.
20 september 2016  – Laatste update 14 september 2020 14:36
Lees meer over:

Door de huidige druk op de prijzen en de blijvende impact op het milieu stijgt de nood om efficiënt om te springen met grondstoffen in de landbouw. Dit is zeker ook het geval in de melkveehouderij. Een doctoraatsstudie aan het ILVO en de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de UGent ging daarom op zoek naar een nieuwe manier om het verbruik van natuurlijke grondstoffen in de landbouw te berekenen op basis van exergie. Analyse van meer dan 100 Vlaamse melkveebedrijven gaf zo aan dat de meerderheid onder hen gemiddeld tot meer dan een vierde op natuurlijke grondstoffen en voederkosten zou kunnen besparen.

De bezorgdheid over de impact van onze activiteiten op het milieu heeft de afgelopen jaren een nieuw hoogtepunt bereikt. Onze hogere levensstandaard ging gepaard met een grotere exploitatie van natuurlijke grondstoffen, waarvan fossiele grondstoffen het bekendste voorbeeld zijn. Dit brengt grondstoffenbeschikbaarheid op lange termijn echter in gevaar, maar leidt indirect ook tot milieuvervuiling. Daarom is het nodig om efficiënter om te springen met onze grondstoffen.

Dit geldt ook voor de huidige productiesystemen binnen de Vlaamse landbouw, waar reeds wordt gewerkt aan een hogere rendabiliteit op korte termijn en een verduurzaming op lange termijn. Zeker in de melkveehouderij is dit wenselijk, aangezien melkveehouders vanwege de lage melkprijs heel moeilijke tijden beleven om rendabel melk te produceren. Bijgevolg is het verhogen van de grondstoffenefficiëntie in de melkveehouderij, naast het beperken van milieuvervuiling, een belangrijke uitdaging.

In haar doctoraatsstudie gebruikte Sophie Huysveld, begeleid door professor Jo Dewulf en professor Ludwig Lauwers van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de Universiteit Gent en doctor Veerle Van linden van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), een nieuwe methode voor de berekening van grondstoffenverbruik binnen landbouwproductiesystemen.

De innovatieve levenscyclusanalyse die in dit doctoraat werd uitgevoerd, maakt gebruik van berekeningen op basis van exergie. “Dergelijke evaluatiemethoden hebben reeds bewezen bijzonder geschikt te zijn voor de energie-, chemische en metallurgische sectoren, maar om het grondstoffenverbruik in een landbouwcontext te evalueren was een verdere ontwikkeling nodig”, aldus professor Jo Dewulf. Zo kon het verbruik van grondstoffen via de exergie-benadering ook voor de eerste keer gekoppeld worden aan daadwerkelijke kosten via landbouweconomische methoden.

“Via deze methode kon Sophie Huysveld aantonen dat Vlaamse melkveebedrijven voederkosten kunnen besparen door te streven naar een hogere grondstoffenefficiëntie”, zegt de Gentse professor. “Voeder, zowel aangekocht als geteeld op het melkveebedrijf, is namelijk verantwoordelijk voor het merendeel van de verbruikte natuurlijke grondstoffen doorheen de productieketen van melk.” Analyse van 103 gespecialiseerde Vlaamse melkveebedrijven gaf zo aan dat de meerderheid gelijktijdig op grondstoffen en voederkosten zou kunnen besparen.

“Gemiddeld hebben we een mogelijke kostenbesparing van 27 procent of 11 eurocent per verdiende euro, en een mogelijke grondstoffenbesparing van 26 procent berekend”, aldus professor Dewulf. “Bedrijven die het best scoorden op vlak van efficiëntie werden daarenboven gekenmerkt door een hogere melkproductie per koe, terwijl ze die bereikten met zo weinig mogelijk aangekocht voeder en met lagere ruwvoederkosten per hectare”, gaat de duurzaamheidsexpert verder.

“Voor de bedrijven die nog konden besparen, zijn de grootste besparingen te behalen door met minder voeder evenveel melk te produceren. In mindere mate kan het substitueren van eigen geteeld ruwvoeder door aangekocht voeder, of vice versa, tot besparingen leiden. Hierbij zagen we twee verschillende types: enerzijds bedrijven die werden gekenmerkt door een hoge melkproductie per ha, een grote hoeveelheid aangekocht voeder per hectare en een hoge veebezetting per hectare en anderzijds bedrijven met juist tegenovergestelde kenmerken.” De eerstgenoemden konden besparen door meer te spenderen aan eigen voederproductie, de tweede door meer voeder aan te kopen. “Een goed evenwicht vinden op vlak van voederaankoop en veebezettingsgraad lijkt hierin dus een rol te spelen”, besluit Jo Dewulf.

“Achterhalen op welke bedrijfsspecifieke manier een individueel bedrijf tegelijkertijd natuurlijke grondstoffen en kosten kan besparen is de grote uitdaging, waarin bedrijfsadviseurs met een goede bedrijvenkennis een belangrijke rol kunnen spelen. Omdat elk melkveebedrijf anders is, andere mogelijkheden en beperkingen heeft, is het noodzakelijk verder te onderzoeken of en hoe een welbepaald bedrijf de mogelijke besparingen effectief kan realiseren. Samenwerken met bedrijfsadviseurs die een goede bedrijvenkennis hebben zal hierbij cruciaal zijn”, aldus professor Dewulf.  

Meer informatie: UGent-Crelan leerstoel landbouwinnovatie

Bron: |

In samenwerking met: UGent-Crelan leerstoel landbouwinnovatie

Beeld: Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen UGent

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek