"Niet blind zijn voor wroeging polderboeren"

Dat de gedupeerde polderboeren die Chris De Stoop in zijn nieuwste boek ‘Dit is mijn Hof’ portretteert enorme wroeging voelen omdat hen een identiteit wordt afgenomen, zien natuurorganisaties te makkelijk over het hoofd. Dat schrijft postdoctoraal onderzoeker Glenn Deliège in een opiniestuk in De Standaard. “Het verlies van een bedrijf kan je compenseren, maar een manier van zijn?”, zo vraagt hij zich enigszins retorisch af. Verder stelt hij dat zowel de landbouw- als de natuursector in hetzelfde bedje ziek zijn: “Ze geven toe aan het discours van specialisatie, maximaal rendement op de eigen vierkante centimeter.”
9 september 2015  – Laatste update 14 september 2020 14:32
Lees meer over:

Dat de gedupeerde polderboeren die Chris De Stoop in zijn nieuwste boek ‘Dit is mijn Hof’ portretteert enorme wroeging voelen omdat hen een identiteit wordt afgenomen, zien natuurorganisaties te makkelijk over het hoofd. Dat schrijft postdoctoraal onderzoeker Glenn Deliège in een opiniestuk in De Standaard. “Het verlies van een bedrijf kan je compenseren, maar een manier van zijn?”, zo vraagt hij zich enigszins retorisch af. Verder stelt hij dat zowel de landbouw- als de natuursector in hetzelfde bedje ziek zijn: “Ze geven toe aan het discours van specialisatie, maximaal rendement op de eigen vierkante centimeter.”

Onderzoeker Glenn Deliège van de Radboud Universiteit Nijmegen kan heel wat begrip opbrengen voor de getroffen boeren die treffend worden beschreven in ‘Dit is mijn Hof’ van Chris De Stoop. Het boek handelt in de eerste plaats over mensen van wie de grond van onder de voeten wordt getrokken, zo zegt Deliège. “De Scheldepolderboeren verliezen met de onteigening niet alleen hun hof, maar hun hele wereld. Het netwerk van personen, zaken en plaatsen die de betekeniscontext van hun bestaan vormen, waaraan ze zin ontlenen en waarvan zij de zin uitmaken.”

Dat Natuurpunt zich onterecht beschuldigd voelt, kan Deliège – zelf ook vrijwilliger bij de natuurorganisatie – begrijpen. “Al te vaak wordt Natuurpunt gebruikt als zondebok om alle ‘anti-groene onderbuikgevoelens’ te kanaliseren. Natuurbehoud gaat om moeilijke keuzes maken. En waar gehakt wordt, vallen spaanders. Een vereniging als Natuurpunt, die de ethiek hoog in het vaandel draagt, zou daar niet blind voor mogen zijn. Als Natuurpunt schrijft dat dankzij de groene buffers en de afgebakende grenzen de overblijvende polderdorpen leefbaar blijven, dan is de vraag: leefbaar voor wie? Niet voor de polderboeren, maar voor de haven en de natuur.”

Deliège vindt dat Vlaams parlementslid Hermes Sanctorum gelijk heeft als hij zegt dat de boeren zich van vijand vergissen. “Maar dat doet de natuurbeweging evenzeer. De Stoop geeft aan hoe de polderboer vaak tandenknarsend en machteloos wordt meegezogen in een proces van industrialisering, maar ook de natuurbeweging lijkt er een steeds engere visie op natuur op na te houden: ze staart bijna alleen nog naar streepjeslijsten en grafieken van doelsoorten. Ze is volop overtuigd dat geld het debat kan smoren: ecosysteemdiensten, weet u wel.”

“Beide partijen zijn in hetzelfde bedje ziek”, zo besluit hij. “Ze geven toe aan het discours van specialisatie, maximaal rendement op de eigen vierkante centimeter. Wat daarbij verloren gaat, is het levende landschap, de plattelandsbewoner en zijn wereld. Nochtans kan het anders. Nu kiest de natuurbeweging ervoor om natuur en landbouw te scheiden en niet te verweven, terwijl de haven en de natuur juist wel verweven worden. Wie die keuze maakt, mag niet terugdeinzen voor de gevolgen ervan, ook niet als die poëtisch beschreven worden.”

Bron: De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek