Nieuwe slachthuizentaks steunt Franse veehouders

In Frankrijk is beslist dat slachthuizen en vleesverwerkende bedrijven met een omzet die groter is dan 250 miljoen euro voortaan een extra belasting moeten betalen ter ondersteuning van de noodlijdende veehouderij. De opbrengst van de heffing gaat naar een fonds dat aangesproken kan worden wanneer de veemarkt zwaar onder druk komt te staan. In eigen land geraakt het ketenoverleg het niet eens over de modaliteiten van crisissteun aan de varkenshouderij. Vorige week nog hielden Groene Kring en Boerenbond een stille wake om hun onvrede over het uitblijven van een akkoord te uiten. Ook ABS-voorzitter Hendrik Vandamme is het gekibbel tussen de ketenpartners moe.

In Frankrijk werd een akkoord bereikt om slachthuizen met een omzet van meer dan 250 miljoen euro via een heffing bij te laten dragen aan een crisisfonds dat varkenshouders steun biedt in magere tijden. Het fonds moet niet enkel extra ademruimte geven op korte termijn, maar wil op langere termijn investeringen in de sector mogelijk maken. Ook voor korte-keteninitiatieven wil het fonds middelen opzij zetten. Voor de heffing zou een aanslagvoet van vijf procent worden gehanteerd.

In eigen land blijft het vooralsnog wachten op de concrete uitwerking van de eenmalige toeslag voor de varkenshouderij die eind augustus werd aangekondigd in het kader van het ketenoverleg. Er bestaat nog steeds onenigheid over de wijze waarop het geld bijeengebracht moet worden. Het uitblijven van een akkoord wekt overigens heel wat wrevel binnen de sector. Zo organiseerden Boerenbond en Groen Kring vorige week een stille wake. “De speeltijd is nu echt wel voorbij”, zo klonk het.

Ook ABS-voorzitter Hendrik Vandamme ventileert in ledenblad Drietand zijn frustratie over de gang van zaken. “In de agrovoedingsketen is er nog steeds geen besef van de ernst van de situatie in de varkenshouderij”, zo klinkt het. “Aan ons ligt het niet, de andere ketenschakels kibbelen over de plaats waar het overeengekomen bedrag moet geïnd worden. Terwijl uiteindelijk de consument de rekening zal betalen, niet de aandeelhouders van de voedings- en distributiebedrijven.”

Vandamme vreest dat de overschotten aan varkensvlees (en ook zuivel) steeds groter worden, en vraagt zich af waarom de vraag om verdere uitbreiding van de varkensstapel stop te zetten, politiek onbeantwoord blijft. Dat terwijl meer dan de helft van de varkenshouders volgens Vandamme zelf vragende partij is om er een punt achter te zetten. Hij verwijst naar de warme sanering die begin jaren 2000 werd doorgevoerd, en noemt zo’n sanering vandaag “noodzakelijk om sociale drama’s te voorkomen en om de druk op de binnenlandse markt te verminderen. Een kleinere maar sterkere varkenssector biedt kansen”, aldus Vandamme.