Olympia herstructureert melkaanvoer vanuit Wallonië

Zuivelbedrijf Olympia zet de melkophaling stop bij een 80-tal melkveehouders die hoofdzakelijk actief zijn in de provincie Henegouwen. Op een totaal van 310 leveranciers zijn het degenen die het verst van de fabriek in Herfelingen (Vlaams-Brabant) gelegen zijn die moeten afvloeien. Olympia is gespecialiseerd in de productie van room en desserten en benut dus vooral het vet dat in de melk zit. Het overschot aan afgeroomde melk werd een steeds grotere blok aan het been in een weerbarstige zuivelmarkt. Toch zou de beslissing al langer in de lucht hangen en niet (louter) ingegeven zijn door de slechte zuivelconjunctuur. Gedelegeerd bestuurder Luc Van Impe maakt zich sterk dat er voor de betrokken melkveehouders een collectieve én interessante oplossing is in de vorm van een nieuw melkophaalpunt van de coöperatie Laiterie des Ardennes.

De negatieve conjunctuur op de zuivelmarkt laat zich niet alleen aflezen aan de lage melkprijs. Het zorgt ook voor een tikkeltje gespannen relaties tussen zuivelverwerkers en hun leveranciers. Coöperaties bieden leveringszekerheid, maar de leveranciers van private zuivelfirma’s weten dat het niet uitgesloten is dat hun afnemer de melkaanvoer herschikt wanneer de afgewerkte zuivelproducten maar moeilijk hun weg naar de markt vinden. Het is nog maar van november vorig jaar geleden dat FrieslandCampina de samenwerking stopzette met de helft van zijn Belgische leveranciers.

In het verhaal van zuivelverwerkers die melkveehouders aan de deur zetten, leek – na FrieslandCampina en Danone in 2013 en twee jaar later opnieuw FrieslandCampina – een nieuwe episode in de maak. Het nieuws dat Olympia, een familiaal zuivelbedrijf met vestiging in het Vlaams-Brabantse Herfelingen, de melkophaling stopzet bij 80 melkveehouders bereikte onze redactie. De kans dat dit zoveel tumult zal veroorzaken als de opeenvolgende herstructureringen van de melkophaling in Vlaanderen is echter klein. Gedelegeerd bestuurder Luc Van Impe stelt namelijk een betere waardering van het volume afgestote melk in het vooruitzicht, met dank aan de oplossing die Olympia samen met Laiterie des Ardennes uitwerkte.

Dat verdient een woordje uitleg. Van Impe: “Olympia is gespecialiseerd in de productie en verkoop van desserten en room. Het volume afgeroomde melk kunnen we minder goed valoriseren. We verkopen melkconcentraten in bulk, maar worstelen daarbij met een deel overschot dat bestemd is voor de verwerking tot melkpoeder. Dat is niet nieuw maar enkele jaren geleden valoriseerden we dit deel van de melk nog aan valabele prijzen. Nu kampen de melkpoederfabrieken met overproductie, verkopen ze poeder aan interventieprijzen en kopen ze onze melkconcentraten aan zeer lage prijzen.” Olympia vond geen andere uitweg dan het overeenkomstig deel van de melk afstoten.

Niet toevallig zijn de circa 80 melkveehouders die het ‘slachtoffer’ worden van de herstructurering bijna allemaal in de ruime regio rond Doornik, Charleroi en Mons gevestigd. Voor Olympia is de rit van Vlaams-Brabant naar Henegouwen de grootste afstand die overbrugd wordt bij de melkophaling. In de regio Puurs-Zele zijn zes Vlaamse melkveehouders opgezegd, om dezelfde redenen. De zelfstandige transportfirma die het transport vanuit Henegouwen voor zijn rekening nam, draagt nu zijn steentje bij tot een mogelijke oplossing voor de Waalse leveranciers. Zuivelcoöperatie Laiterie des Ardennes is namelijk sterk geïnteresseerd in melkophaling in deze regio gelet op de bouw van een nieuw collectepunt in Mons (Bergen). Bij melkveehouders die met de coöperatie in zee gaan, zal de vertrouwde transporteur de melk naar de nieuwe bestemming voeren.

Uiteraard is de keuze van een afnemer niet alleen een kwestie van “de melk kwijtgeraken” maar ook van “de beste prijs voor de melk realiseren”. Olympia-bestuurder Van Impe benadrukt dat Laiterie des Ardennes een oplossing aanreikt, maar het melkveehouders vrijstaat om een andere afnemer te zoeken. Een makkelijke zoektocht zal dat ongetwijfeld niet worden gelet op de negatieve conjunctuur op de zuivelmarkt maar de enige optie hoeft daarom geen slechte optie te zijn. Volgens Van Impe kan Laiterie des Ardennes de melk zelf verpoederen en daardoor een grotere meerwaarde realiseren dan Olympia kan met afgeroomde melk.

Ter illustratie daarvan praat hij uit de biecht over de actuele prijzen: “Olympia ontvangt nauwelijks 1.000 euro per ton melkconcentraat van afgeroomde melk. Dat is aanzienlijk minder dan de Europese interventieprijs voor melkpoeder die 1.600 euro bedraagt. Het verschil is ooit kleiner geweest, maar de verkoop van het melkoverschot is duidelijk onze business niet. Dat overschot is bovendien nog toegenomen door de postquotum bedrijfsgroei bij de leveranciers in zowel Vlaanderen als Wallonië.”

De betrokken melkveehouders hebben vorige week een brief ontvangen waarin hen het nieuws werd meegedeeld. Van Impe verzekert dat de gedragscode die de zuivelindustrie onderschreef, gerespecteerd wordt. Dat wil zeggen dat er een opzeggingstermijn van vijf maanden gehanteerd wordt, tot eind september. Op 1 september kunnen alle getroffen Waalse melkveehouders die dat wensen met hun melk terecht bij Laiterie des Ardennes. Het nieuwe melkophaalpunt in Mons moet nog gebouwd worden en wordt pas volgend jaar operationeel.