"Onze landbouw moet als niche de wereldmarkt op"

In Vlaanderen kunnen nichelandbouwproducten voor een specifiek, eerder beperkt publiek doorgaans hun unieke karakter verzilveren in een hogere prijs. Ze creëren zo een hogere toegevoegde waarde. Dat geldt onder meer voor streekproducten, bio- of speciaal gelabelde producten. Kunnen we wat lukt voor die nicheproducten niet toepassen op de hele Vlaamse landbouw? Die vraag beheerst een opiniestuk in De Tijd dat Joris Relaes schreef op de vooravond van de grote boerenbetoging in Brussel. Relaes is gastdocent landbouweconomie en voedselbeleid (KU Leuven) en hoofd van het Vlaams landbouwonderzoeksinstituut ILVO.
5 september 2015  – Laatste update 14 september 2020 14:32
Lees meer over:

In Vlaanderen kunnen nichelandbouwproducten voor een specifiek, eerder beperkt publiek doorgaans hun unieke karakter verzilveren in een hogere prijs. Ze creëren zo een hogere toegevoegde waarde. Dat geldt onder meer voor streekproducten, bio- of speciaal gelabelde producten. Kunnen we wat lukt voor die nicheproducten niet toepassen op de hele Vlaamse landbouw? Die vraag beheerst een opiniestuk in De Tijd dat Joris Relaes schreef op de vooravond van de grote boerenbetoging in Brussel. Relaes is gastdocent landbouweconomie en voedselbeleid (KU Leuven) en hoofd van het Vlaams landbouwonderzoeksinstituut ILVO.

Maandag komen de landbouwers op straat in Brussel om de ondermaatse prijsvorming voor veel van hun producten aan de kaak te stellen. Wereldwijd vertonen de prijzen van landbouwproducten een sterk dalende trend. De prijzenindex van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties bereikte deze maand zijn laagste niveau sinds jaren. “Toch is het nog niet zo heel lang geleden, van 2007-2008, dat de prijzen van de belangrijkste landbouwgrondstoffen zeer hoge toppen scheerden”, merkt Joris Relaes op. De gastdocent aan KU Leuven, tevens hoofd van landbouwonderzoeksinstituut ILVO, brengt de “broodrellen” in herinnering die het startsein gaven voor de Arabische Lente.

Heel wat (doem)economen zagen in de erg slinkende wereldvoedselvoorraden het bewijs dat de landbouw- en voedingsproducten op de wereldmarkt nooit meer goedkoop zouden worden. De landbouw zou de explosief stijgende vraag naar voedsel nooit nog bijbenen. Voor de boeren het walhalla van een permanent gunstige vraagmarkt. Nog geen decennium later zitten we wereldwijd opnieuw met landbouwoverschotten en duiken de prijzen weer omlaag.

Van de euforie van enkele jaren geleden blijft niet veel over en Relaes weet ook waarom: “Na de prijsschok van 2007-2008 is de landbouwsector bijzonder snel in staat gebleken de productie sterk op te drijven, waardoor het aanbod weer groter werd dan de vraag en de wereldvoorraden opnieuw aangevuld konden worden. Bovendien gaat dat nu gepaard met een afgeremde wereldvraag, met het Russische invoerverbod en de sputterende economie in China.

Opmerkelijk hoe landbouwers in weerwil van alle doemscenario's in een vraagmarkt op zeer korte termijn de productie fors kunnen doen toenemen. “Ook het Europese landbouwbeleid heeft zich daar in de vorige eeuw vaak op verkeken, met ernstige marktonevenwichten en de in het collectief geheugen gegrifte boterbergen en melkmeren als gevolg”, brengt Joris Relaes in herinnering. “Daarom heeft Europa zijn beleid enkele jaren geleden omgegooid en reikt het de landbouwers nu heel wat instrumenten aan om veel marktgerichter te produceren.”

Het ziet er naar uit dat de landbouwmarkten ook in de toekomst doorgaans meer aanbod- dan vraagmarkten zullen zijn. Tot daar de probleemstelling, vervolgens gaat Relaes op zoek naar oplossingen voor de Vlaamse landbouw die kampt met marges die onder druk staan. Hij schrijft in De Tijd dat je voor nagenoeg alle Vlaamse landbouwproducten altijd wel ergens in de wereld een goedkoper alternatief vindt. In plaats van de onmogelijke concurrentieslag op kostprijs aan te gaan, stelt de landbouwonderzoeksleider voor om de niche tot de norm te verheffen.

Niches verzilveren hun unieke karakter meestal in een hogere prijs, denk maar aan streek- en bioproducten of speciaal gelabelde voedingswaren. Zou dat niet lukken voor de hele Vlaamse landbouw, vraagt Relaes zich af. “Door ons te positioneren als een niche op de wereldmarkt zouden we uit de neerwaartse spiraal van steeds verdere kostenreductie en slinkende marges kunnen geraken.”

De grote vraag is natuurlijk hoe je zoiets aanpakt. “We moeten ambitieus durven zijn. Ons land heeft heel wat troeven (o.a. bodem, klimaat, hoog opgeleide landbouwers, een omvangrijk kennisnetwerk) om de slogan van de stevig verankerde voedingsindustrie, 'Small country, great food' waar(devoller) te maken”, schrijft Relaes, waarna hij een stappenplan ontvouwt.

Eerst en vooral moeten we de wereldmarkt voor landbouwproducten in kaart brengen. Vervolgens selecteren we voor elke deelsector van onze land- en tuinbouw de potentiële ‘nichekenmerken’. Die gaan we met een bewuste strategie versterken en vermarkten. En via doordachte ondersteunende landbouwinnovaties ontwikkelen en versnellen we die strategieën. “De Vlaamse onderzoeksinstellingen willen in elk geval de handschoen opnemen om de sector daarbij te helpen”, geeft Relaes als hoofd van ILVO een belangrijk signaal.

Wat kon voor onze 'Belgian chocolates' en 'Belgian beers' moet volgens hem ook mogelijk zijn voor heel wat andere Vlaamse landbouw- en voedingsproducten. In dat kader verheugt Relaes zich over het vernieuwde elan in de Piétrain-fokkerij zodat we ons beter kunnen onderscheiden op de verzadigde varkensmarkt. “En in de melkveehouderij lijkt een strategie die de unieke kwaliteits- en voedselveiligheidskenmerken van onze melkproducten verder uitbouwt en nog meer in de verf zet, een meer dan te overwegen piste.”

Hij besluit: “In tijden van crisis mogen we de lange termijn niet uit het oog verliezen. Wanneer we met de hele agrovoedingsketen onze schouders zetten onder een dergelijk verhaal kunnen we weer perspectief bieden aan de sector en de land- en tuinbouw aantrekkelijker maken voor jongeren. Dat zijn we verschuldigd aan de duizenden gezinnen, families en bedrijven die in deze bij uitstek Vlaamse sector aan de slag zijn.”

Daags voor de publicatie van dit opiniestuk was Vlaams landbouwminister Joke Schauvliege nog te gast op het ILVO voor de eerste oogst van een proefveld quinoa. Dat is een totaal nieuw gewas voor onze contreien dat gelet op het marktsucces voor humane consumptie de interesse van Vlaamse landbouwers en onderzoeksinstellingen heeft gewekt.

Bron: De Tijd

Beeld: VLAM

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek