Opnieuw inbeslagname bij veehouders met beroepsverbod

De dienst Dierenwelzijn heeft afgelopen week 60 verwaarloosde runderen in beslag genomen op een landbouwbedrijf in de Pepingse deelgemeente Heikruis. Het is al de vijfde keer dat dit gebeurt. Vorig jaar kreeg het koppel veehouders zelfs een levenslang verbod opgelegd om nog dieren te houden. Dat verbod omzeilden ze door de dieren op naam van een familielid te zetten. Vlaams minister voor Dierenwelzijn Ben Weyts wil dat dierenmishandeling streng wordt aangepakt.

“Al jarenlang werden er op het bedrijf in Heikruis dramatische wantoestanden vastgesteld”, klinkt het in een persbericht van Weyts naar aanleiding van de inbeslagname. “Rot voeder, te weinig drinken, kreupele dieren, aangebonden dieren die in hun eigen mest moeten leven en een torenhoog sterftecijfer. Het gaat vaak om ronduit hartverscheurende toestanden zodat inbeslagname de enige optie is”, aldus Weyts die blij is dat de inspectiediensten deze keer kordaat hebben ingegrepen.

In 2006 werden voor de eerste keer 200 runderen in beslag genomen op het bedrijf. In 2009, 2010 en 2013 volgden er nieuwe inbeslagnames. Alles samen werden er enkele honderden dieren, waarvan sommige al overleden, meegenomen. In 2012 kreeg het koppel een beroepsverbod opgelegd, maar dat werd omzeild door het bedrijf op naam van een familielid te zetten. In mei legde de correctionele rechtbank een levenslang verbod op het houden van dieren op, met daaraan gekoppeld een dwangsom van 250 euro per dag. Tegen dat vonnis is beroep aangetekend. De behandeling van dit beroep is begonnen, maar een uitspraak is er nog niet.

Volgens minister Weyts moeten de schrijnende dossiers op vlak van dierenwelzijn voor de strafrechter gebracht worden. “Dat gebeurt nu nog veel te weinig. Samen met minister-president Bourgeois wil ik er bij de parketten op aandringen om dierenmishandeling kordaat aan te pakken. De effectieve vervolging van wanpraktijken is een belangrijke prioriteit. Tegelijkertijd werken we aan een hervorming van het controlemechanisme zodat er niet alleen meer gecontroleerd wordt op basis van klachten, maar ook proactief en structureel.”