Overheid praat nog met eigenaars Willem-Leopoldpolder
Na een schriftelijke vraag over dezelfde materie ondervroeg Vlaams parlementslid Wilfried Vandaele (N-VA) minister Schauvliege opnieuw over de onteigening van landbouwgrond die noodzakelijk is voor de uitbreiding van het Zwin met 120 hectare estuariene natuur. Met één hectare die nog maar verworven is en een onduidelijke timing voor de resterende gronden dringt de tijd volgens Vandaele. Bij de eigenaars van de Willem-Leopoldpolder is er bereidheid om te praten, en met één van de drie is al een minnelijk akkoord bereikt. De minister wil dat overleg een kans geven, wat niet wil zeggen dat er eindeloos gepraat zal worden.
In het verdrag dat Vlaanderen in 2005 met Nederland sloot, zijn afspraken gemaakt over de verdieping van de Westerschelde en een natuurcompensatie aan beide zijden van de landsgrens. Aan Nederlandse kant hangt dat samen met de fameuze ontpoldering van de Hedwigepolder. Op Vlaams grondgebied moet 120 hectare nieuwe natuur gerealiseerd worden door de ontpoldering van de Willem-Leopoldpolder voor een uitbreiding van het Zwin. “Volgens het besluit van de Vlaamse regering moet de geplande uitbreiding van het Zwin onmiddellijk aansluiten bij de afwerking van de natuurherstelmaatregelen binnen de bestaande Zwinvlakte, en dat ten laatste in september 2015”, zet N-VA’er Vandaele de minister tot spoed aan.
Vandaele bespreekt de recente geschiedenis van het dossier: “Door het afspringen van alle pogingen tot aankoop in der minne van de gronden in de Willem-Leopoldpolder besliste de Vlaamse regering dat het Agentschap voor Natuur en Bos kon overgaan tot onteigening bij hoogdringendheid van de resterende gronden. Het gaat om een totale oppervlakte van ruim 94 hectare.” In de wetenschap dat nog maar één hectare verworven is door de Vlaamse overheid wil het parlementslid de timing kennen voor de verwerving van de resterende gronden.
Minister Schauvliege antwoordt daarop dat de twee voor de regio opgerichte grondenbanken als doel hebben om onteigeningen te vermijden en landbouwers uitzicht geven op ruilgronden. Ze schetst de volgende stand van zaken: “In totaal moeten er 77,7 hectare ruilgronden gezocht worden voor de actieve landbouwers in het gebied. Tot op heden is via de grondenbanken 20 hectare aangekocht binnen het projectgebied en nog eens bijna 47 hectare ruilgronden in de omgeving. Momenteel wordt met de eigenaars van de gronden in de Willem-Leopoldpolder onderhandeld over perceelruil en over de aankoop in der minne van de resterende gronden.”
De gesprekken leverden al een minnelijk akkoord op met één van de drie eigenaars. Met de twee andere wordt verder onderhandeld. Als dat op niets uitdraait, dan worden verdere stappen gezet in de onteigeningsprocedure. Dat kan vrij snel gebeuren aangezien de betekening aan de eigenaars reeds gebeurd is. “Het overleg eerst een kans geven, is de manier waarop we altijd werken, en dat heeft in het verleden de beste resultaten opgeleverd”, weet Schauvliege.
