Parlementen hebben gezamenlijke klimaatverklaring klaar

Terwijl in Bonn de VN-klimaatconferentie loopt, hebben delegaties van de Kamer, het Brussels, Vlaams en Waals Parlement een gemeenschappelijke verklaring over het klimaatbeleid in België opgesteld. Het is de eerste maal dat een dergelijk initiatief plaatsvindt. De tekst, die nog in een definitieve vorm gegoten moet worden, wordt overgemaakt aan de Belgische delegatie voor de COP23 in Bonn. Bij aanvang van die klimaattop raakte ook bekend dat na drie jaar van stabilisatie de wereldwijde CO2-uitstoot opnieuw de hoogte ingaat. Vooral China draagt schuld voor de stijging.
13 november 2017  – Laatste update 14 september 2020 14:42

Terwijl in Bonn de VN-klimaatconferentie loopt, hebben delegaties van de Kamer, het Brussels, Vlaams en Waals Parlement een gemeenschappelijke verklaring over het klimaatbeleid in België opgesteld. Het is de eerste maal dat een dergelijk initiatief plaatsvindt. De tekst, die nog in een definitieve vorm gegoten moet worden, wordt overgemaakt aan de Belgische delegatie voor de COP23 in Bonn. Bij aanvang van die klimaattop raakte ook bekend dat na drie jaar van stabilisatie de wereldwijde CO2-uitstoot opnieuw de hoogte ingaat. Vooral China draagt schuld voor de stijging.

Het interparlementair klimaatoverleg onderschrijft de routekaart van de Europese Commissie die de uitstoot van broeikasgassen met ten minste 40 procent wil verminderen ten opzichte van 1990 in 2030, en indien mogelijk 95 procent tegen 2050. Daartoe worden een reeks aanbevelingen voor de federale en deelstaatregeringen gedaan, zoals het streven naar een geleidelijk verbod op het gebruik van personenwagens met motoren op fossiele brandstoffen tegen 2050 en de versnelde uitbouw van alle mogelijke alternatieven. Voorts is er aandacht voor land- en tuinbouw, de gedragsverandering van burgers, huisvesting en de ecologische voetafdruk van consumptiegoederen.

Wilfried Vandaele (N-VA), die de delegatie van het Vlaams Parlement in het interfederaal klimaatoverleg leidde, was verheugd dat er onder de gewesten op een dergelijk delicaat thema een gezamenlijk standpunt ingenomen kan worden. "Het Vlaams Parlement heeft reeds een brede resolutie over het thema aangenomen. We zijn verheugd dat ook de anderen mee zijn", stelde hij. Voor Waals parlementsvoorzitter André Antoine (cdH) is de gemeenschappelijke verklaring het bewijs dat men over de partijgrenzen en de parlementen heen tot een gezamenlijk standpunt kan komen.

Ook vanuit het Brussels Parlement klonken tevreden geluiden. Voorzitter Charles Picqué (PS) wees erop dat het eerste keer is dat de deelstaten en de Kamer een standpunt hebben kunnen innemen over zo een belangrijk thema. Parlementsleden Annemie Maes (Groen) en Liesbet Dhaene (N-VA) erkenden dat ze getwijfeld hebben over de slaagkansen van het initiatief. "De tekst mocht niet te zwak zijn. We hebben als groenen duidelijk gemaakt wat de ondergrens voor ons was. Dit was een geslaagde eerste oefening", vond Maes. Voor Dhaene is de gemeenschappelijke verklaring “het bewijs dat met een constructieve geest de samenwerking tussen de gewesten mogelijk is”.

Hoewel 11.11.11 hoopte dat de parlementen strenger zouden oordelen over het gebrek aan een Nationaal Klimaatplan 2013-2020, het feit dat België de 2020-doelstelling niet zal behalen en de lage engagementen op vlak van internationale klimaatfinanciering, vindt de organisatie deze gezamenlijke verklaring een signaal naar onze ministers. “De Belgische regeringen moeten voor 11.11 .11 het voorbeeld van de parlementen volgen en constructief aan de slag gaan om zo snel mogelijk tot een Nationaal Klimaat- en Energieplan 2030 te komen”, klinkt het.

"We vragen om deze interparlementaire dialoog verder te zetten. In een vervolgtraject moeten de parlementen dieper ingaat op de transitie die nodig is in België om de doelstellingen te behalen. Het overleg kan op die manier uitmonden in een gezamenlijke klimaatresolutie, gestemd door alle parlementen, die onze ministers vraagt de urgentie van klimaatverandering serieus te nemen en dus meer ambitie te tonen en beter samen te werken", luidt het nog.

In de marge van de klimaattop was er minder positief nieuws te horen over de CO2-uitstoot. Sommige experts gingen ervan uit dat de wereld haar piek in CO2-uitstoot al bereikt had, maar na drie jaar van stabilisatie op een hoog niveau gaat de wereldwijde uitstoot van kooldioxide dit jaar opnieuw de hoogte in. Tegen eind 2017 zal naar verwachting 41 miljard ton kooldioxide in de atmosfeer terechtgekomen zijn, een stijging met ongeveer twee procent. Een groot deel van die uitstoot is te verklaren door het gebruik van fossiele brandstoffen.

Corinne Le Quéré van de Britse universiteit van East Anglia, één van de auteurs van het rapport dat al voor de twaalfde keer wordt uitgegeven door het Global Carbon Project, spreekt over een “grote ontgoocheling”. “We riskeren tijd te kort te hebben om de klimaatopwarming te beperken tot minder dan twee graden Celsius, om nog maar te zwijgen van 1,5 graad." Volgens de wetenschapster hebben we dit jaar gezien hoe klimaatverandering de impact van orkanen kan versterken. “Meer regenval, een hogere zeespiegel en warmere oceanen hebben het ontstaan van krachtigere stormen in de hand gewerkt. Dat is een venster op de toekomst", aldus Le Quéré.

Vooral China is verantwoordelijk voor de verslechtering van de situatie dit jaar. Het land neemt opnieuw meer zijn toevlucht tot steenkool, waardoor de CO2-uitstoot van China dit jaar wellicht met 3,5 procent zal toenemen. Ook in India gingen de emissies met twee procent de hoogte in. De stijging bleef nog beperkt door de economische krimp waar het land mee geconfronteerd werd. In Europa en de Verenigde Staten ging de uitstoot naar beneden, met naar schatting respectievelijk 0,2 en 0,4 procent, maar de daling was te gering om de stijging in andere delen van de wereld te compenseren.

Tussen 2014 en 2016 bleef de CO2-uitstoot wereldwijd stabiel, en dat ondanks de economische groei. Vooral het teruggeschroefde gebruik van steenkool, een betere energie-efficiëntie en een boom in het gebruik van hernieuwbare energie zoals wind- en zonne-energie droegen daartoe bij. Experts juichen vooral de ontkoppeling van de groei van het bruto binnenlands product en de CO2-uitstoot toe. “Het toont aan dat economische groei niet noodzakelijk leidt tot een stijging van de uitstoot van kooldioxide”, luidt het.

De voorbije decennia gingen de emissies in een 20-tal landen, waaronder Duitsland, de VS en Frankrijk, bij aanhoudende economische groei naar beneden, maar samen zijn die landen maar voor ongeveer 20 procent van de CO2-uitstoot verantwoordelijk. De wetenschappers gaan ervan uit dat de uitstoot in 2018 nog zal stijgen.

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek