Plattelandsbeleid verkleinde milieudruk van landbouw

De tweede programmaperiode van het plattelandsbeleid liep eind 2015 af. De Vlaamse overheid liet de impact ervan door een extern studiebureau evalueren. Zij komen tot de vaststelling dat PDPO II een gunstige invloed had op de milieuprestaties van de landbouw. De input van dierlijke stikstof verminderde, evenals de stikstofresidu’s die in het najaar in de bodem gemeten werden. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen daalde door maatregelen zoals de subsidie voor mechanische onkruidbestrijding en de hectarepremie voor biolandbouw. Investeringssteun leidde tot een reductie van het watergebruik, de ammoniakemissies en de geurhinder.
23 juli 2016  – Laatste update 14 september 2020 14:36
Lees meer over:

De tweede programmaperiode van het plattelandsbeleid liep eind 2015 af. De Vlaamse overheid liet de impact ervan door een extern studiebureau evalueren. Zij komen tot de vaststelling dat PDPO II een gunstige invloed had op de milieuprestaties van de landbouw. De input van dierlijke stikstof verminderde, evenals de stikstofresidu’s die in het najaar in de bodem gemeten werden. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen daalde door maatregelen zoals de subsidie voor mechanische onkruidbestrijding en de hectarepremie voor biolandbouw. Investeringssteun leidde tot een reductie van het watergebruik, de ammoniakemissies en de geurhinder.

Het plattelandsbeleid is de tweede pijler van het landbouwbeleid dat alle EU-lidstaten gemeenschappelijk hebben. Het is gericht op structurele ondersteuning van de landbouw en op het multifunctionele kader waarbinnen de landbouw functioneert. Het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013 (PDPO II) had als doel de economische leefbaarheid van de landbouw te verbeteren en de leefbaarheid van het platteland te verhogen. Er werd bijzondere aandacht besteed aan verbrede activiteiten in de landbouw en aan milieuzorg.

In opdracht van de Vlaamse overheid evalueerde IDEA Consult de resultaten van PDPO II. Het studiebureau deed dit conform de Europese richtlijnen en met bijzondere aandacht voor zes impactgebieden: milieu, klimaat, biodiversiteit, economie, innovatie en leefkwaliteit. Binnen het impactgebied milieu werden de effecten geanalyseerd op de waterkwaliteit, het waterverbruik, de verzurende emissies en de geurhinder van de landbouwsector.

De algemene conclusie is positief: PDPO II had een positieve uitwerking op de milieuprestaties van de landbouw. Dat is te danken aan milieugerelateerde investeringen en aan de inspanningen die landbouwers deden in het kader van een agromilieuverbintenis of beheerovereenkomst. Tegenover het engagement dat zij op vrijwillige basis aangaan met de overheid staat een vergoeding. Maatregelen zoals het telen van een groenbedekker of van vlinderbloemigen, de beheerovereenkomst water en de beheerovereenkomst natuur hebben input van dierlijke stikstof vermeden of geresulteerd in een lager stikstofresidu in de bodem.

De vermindering van het gebruik van (chemische) gewasbeschermingsmiddelen is te danken aan maatregelen zoals de vergoeding voor mechanische onkruidbestrijding, de hectaresteun voor biolandbouw en de subsidie voor de feromoonverwarringstechniek in de fruitteelt. Uit de evaluatie blijkt dat de impact van bovenstaande maatregelen vaak samenhangt met de grootte van het areaal waarop deze worden toegepast.

In het milieuvriendelijker zijn van de landbouw heeft het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds een belangrijke bijdrage. IDEA Consult ploos de investeringen uit waarvoor steun verstrekt werd en dicht die allerlei gunstige effecten toe. Investeringen in waterzuivering en waterbesparende technieken hebben bijgedragen aan een kleiner gebruik van leidingwater en grondwater op land- en tuinbouwbedrijven. De dominante waterbron blijft grondwater met circa 80 procent van het totale waterverbruik in de sector. Volgens een ruwe schatting is er door de investeringen in waterreservoirs en in andere maatregelen circa 3,3 miljoen m³ minder leidingwater verbruikt.

Met de investeringssteun voor ammoniakemissiearme stallen is in de periode 2007-2013 zowel de luchtemissie als de geurhinder van de veehouderij gereduceerd. Het studiebureau houdt het op “een zeer aanzienlijke reductie van ammoniak” omdat de berekening een ruwe benadering zijn. Als er toch een cijfer op gekleefd moet worden, dan is dat een verbetering van circa 13 procent door PDPO II. Van ammoniakemissiearme stallen wordt aangenomen dat ze ook de geurhinder verminderen. Andermaal zou het effect van de gedane investeringen aanzienlijk zijn. Kwantificeren is moeilijk, al doet IDEA Consult met min vier procent een poging. Het ontbreekt evenwel aan een milieu-indicator die geuremissies linkt aan veehouderij en op Vlaams niveau in kaart brengt.

Hoewel de resultaten van de analyses beschouwd moeten worden als een ruwe inschatting van de werkelijke impact van PDPO II, lijken de externe auditeurs zeker van hun stuk dat het plattelandsbeleid een positieve impact had op de milieuprestaties van de landbouw. Eenduidig de vertaalslag maken van de maatregelen uit het plattelandsbeleid naar de milieuprestaties van de Vlaamse landbouw bleek moeilijk vanwege de andere (beleids)maatregelen die op hun beurt de milieu-impact van de landbouw beïnvloeden.

Meer info: Departement Landbouw en Visserij

Beeld: Loonwerk Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek