Praktijkervaring naar waarde geschat in erosieproject

Het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) en de proefcentra Inagro en PCG zoeken 20 tot 40 kritische landbouwers om de komende vier jaar veldexperimenten te doen met teelttechnieken die erosie reduceren op groente- en maïspercelen. Er worden landbouwers gezocht met zeer hoog en hoog erosiegevoelige percelen in het Heuvelland, de Vlaamse Ardennen, de Brabantse leemstreek en Haspengouw. Het GOMEROS-project gaat zeer ver in de participatieve onderzoeksaanpak want ieder teeltjaar zullen landbouwers twee tot drie keer samenkomen met de onderzoekers om te debatteren vanuit kennis en praktijkervaring.
17 december 2015  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:33
Lees meer over:

Het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) en de proefcentra Inagro en PCG zoeken 20 tot 40 kritische landbouwers om de komende vier jaar veldexperimenten te doen met teelttechnieken die erosie reduceren op groente- en maïspercelen. Er worden landbouwers gezocht met zeer hoog en hoog erosiegevoelige percelen in het Heuvelland, de Vlaamse Ardennen, de Brabantse leemstreek en Haspengouw. Het GOMEROS-project gaat zeer ver in de participatieve onderzoeksaanpak want ieder teeltjaar zullen landbouwers twee tot drie keer samenkomen met de onderzoekers om te debatteren vanuit kennis en praktijkervaring.

Sinds het erosiebeleid in Vlaanderen aanstuurt op een brongerichte aanpak van het probleem, bijvoorbeeld via niet-kerende bodembewerking en strip-till, zijn er heel wat knelpunten gerezen bij de landbouwers die de regels in praktijk moeten brengen. In de groenteteelt is het bijvoorbeeld verre van evident om te kiezen voor niet-kerende bodembewerking. Bij fijnzadige teelten zoals witloof en ajuin is de zaaibedbereiding en de kieming van de zaden een probleem als er niet geploegd mag worden. Bij late teelten zoals kolen kan de jeugdgroei van het gewas in het gedrang komen. Omdat de gewasresten niet onder geploegd worden, is er ook meer kans op opbrengstderving door schadeverwekkers zoals slakken en de bonenvlieg.
 
Drie onderzoekscentra – ILVO, Inagro en PCG – kiezen voor de meest praktische weg naar oplossingen. In vier erosiegevoelige streken in Vlaanderen gaan ze proefvelden aanleggen met niet-kerende bodembewerking in groenten en strip-till in maïs. Een kleine maar kritische groep landbouwers bekijkt samen met de onderzoekers hoe het teeltsysteem optimaler kan. Het doel is erosie effectief bestrijden en tegelijk de gewasopbrengsten vrijwaren.
 
Maïs zit mee in het GOMEROS-project omdat het zo’n belangrijk gewas is in Vlaanderen. Vorig jaar werd er meer dan 8.000 hectare maïs geteeld op de meest erosiegevoelige, de paars en rood ingekleurde percelen. Relatief veel boeren moeten dus inspanningen leveren om maïs als teelt te behouden op hellende percelen. Niet-kerende bodembewerking wordt al door heel wat landbouwers ingezet in de maïsteelt. Toch zijn er belangrijke knelpunten. Strip-till, dat is de bodem slechts bewerken in de stroken waar gezaaid wordt, en het zaaien in de resten van een groenbedekker (mulchzaai) staan nog niet volledig op punt en zijn de onderzoeksfase nog niet voorbij.
 
De onderzoekscentra mikken op een grote betrokkenheid van landbouwers in het project. Hiervoor worden per regio met veel erosiegevoelige percelen vijf tot tien landbouwers gezocht. De deelnemende landbouwers komen twee tot drie keer per teeltjaar samen in een zogenaamd erosiecafé. Daar debatteren ze samen met onderzoekers over de toegepaste bodembewerking en over de resultaten. De groep bepaalt ook collectief welke teelttechnieken het meest beloftevol zijn en hoe ze nog geoptimaliseerd kunnen worden. Suggesties die daaruit komen, kunnen meteen uitgeprobeerd worden op de proefvelden bij landbouwers. In iedere veldproef geldt ploegen als de referentie.
 
Jaarlijks zullen zes proefvelden aangelegd worden met groenten en twee met maïs. PCG en Inagro spitsen zich toe op de erosieproeven met  erwten, bonen, ajuin, witloof en kolen. ILVO neemt de maïsproeven voor zijn rekening. De proefvelden bevinden zich in dezelfde streken als waar er geïnteresseerde landbouwers worden gezocht: Heuvelland, Vlaamse Ardennen, Brabantse Leemstreek en Haspengouw.
 
Het GOMEROS-project is een IWT-LA-traject dat vier jaar loopt. Een blik op de website van het Vlaams agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) leert dat zulke onderzoekstrajecten op relatief korte termijn moeten resulteren in innovatieve maar toepasbare oplossingen voor een concreet probleem. Land- en tuinbouwbedrijven beschikken meestal zelf niet over voldoende middelen om innovatieve oplossingen te ontwikkelen zodat collectieve vormen van kennisverwerving belangrijk zijn voor de primaire sector om te innoveren op bedrijfsniveau.

Wil je deelnemen aan de erosiecafés? Neem dan contact op met ILVO via gomeros@ilvo.vlaanderen.be of 09/272 26 74 (Thijs Vanden Nest)

Meer info: GOMEROS-project

Beeld: Hooibeekhoeve

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek