PVL en ILVO pakken varkensonderzoek gezamenlijk aan

Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en het Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL) hebben een samenwerkingsprotocol ondertekend. Dat gebeurde in Thor Central te Genk bij wijze van kick off van het eerste landbouwcongres georganiseerd door de provincie Limburg. “Door samenwerking kunnen we nog beter het wetenschappelijk en het praktijkonderzoek aan elkaar koppelen,” zegt PVL-voorzitter en landbouwgedeputeerde Inge Moors. Beide onderzoekscentra gaan jaarlijks vergelijken wat er op het programma staat zodat hun activiteiten aanvullen in plaats van overlappen, en de voor landbouwonderzoek beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk worden ingezet.
26 januari 2018  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:39
Lees meer over:

Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en het Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL) hebben een samenwerkingsprotocol ondertekend. Dat gebeurde in Thor Central te Genk bij wijze van kick off van het eerste landbouwcongres georganiseerd door de provincie Limburg. “Door samenwerking kunnen we nog beter het wetenschappelijk en het praktijkonderzoek aan elkaar koppelen,” zegt PVL-voorzitter en landbouwgedeputeerde Inge Moors. Beide onderzoekscentra gaan jaarlijks vergelijken wat er op het programma staat zodat hun activiteiten aanvullen in plaats van overlappen, en de voor landbouwonderzoek beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk worden ingezet.

Vier jaar geleden opende ILVO samen met Universiteit Gent en Hogeschool Gent een nieuwe varkenscampus in Melle, ten behoeve van onderzoek en onderwijs in de varkenshouderij. Dat betekende een extra capaciteit van 105 zeugen, 600 biggen en 750 vleesvarkens om proeven op uit te voeren. Voor PVL in Bocholt is het ondertussen al acht jaar geleden dat de onderzoeksinfrastructuur vernieuwd werd. Een 50 jaar oude vleesvarkensstal werd in 2009 afgebroken en vervangen door een nieuwbouw voor bijna 1.000 vleesvarkens. Het praktijkcentrum is gespecialiseerd in het uitvoeren van voederproeven, maar richt zich de jongste jaren ook sterk op het onderzoekstopic ‘smart farming’.

“Sommige vraagstukken kan je gewoon beter met twee aanpakken,” klinkt het bij de ondertekening van het samenwerkingsprotocol. ILVO en PVL vullen elkaar perfect aan: de één doet fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek en de ander praktijkgericht onderzoek in de varkenshouderij. “In het verleden voerden PVL en ILVO al gezamenlijke projecten uit”, zegt voorzitter Inge Moors. “We willen deze samenwerking formaliseren en als intentie voor de toekomst onderstrepen.” Jaarlijks zullen beide onderzoeksinstellingen hun onderzoekprogramma op elkaar afstemmen om efficiënter te werken. In een context van beperkt beschikbare middelen wil Moors het provinciale praktijkonderzoek op de toekomst richten en niet doen terugplooien.

Voor onderzoek naar plantaardige productie zat ILVO al ingebed in een sterk netwerk zodat administrateur-generaal Joris Relaes tevreden is dat er ook voor onderzoek naar dierlijke productie steeds beter wordt samengewerkt. Ook hij benadrukt dat de samenwerking tussen ILVO en PVL niet nieuw is, maar ze wordt wel zichtbaarder nu een aantal afspraken zijn vastgelegd in een convenant. De ondertekening daarvan gebeurde in aanwezigheid van PVL-coördinator Sander Palmans, secretaris Luc Martens en leden van de raad van bestuur.

Ook Vlaams landbouwminister Joke Schauvliege was van de partij. Ze stelde tevreden vast dat de varkenshouderij beschikt over twee expertisecentra die de producenten willen wapenen voor de toekomst door hen wetenschappelijk onderbouwde antwoorden op hun vragen te verstrekken. De varkenshouderij blijft een belangrijke deelsector van de Vlaamse landbouw met een productiewaarde van 1,46 miljard euro, wat neerkomt op 40 procent van de totale dierlijke productie.

Op vraag van VILT gaf PVL-coördinator Palmans kort toelichting bij enkele lopende onderzoeksprojecten. Met de steun van de provincie onderzoekt het praktijkcentrum uit Bocholt de inmenging van eigen granen in het varkensvoeder. Op veel varkensbedrijven zijn er enkele hectaren grond aanwezig. Daar korrelmaïs of andere granen op telen, brengt bij de huidige marktprijzen weinig geld in het laatje. “Door de opbrengst van eigen graanteelt te mengen in het varkensvoeder kan de boer zijn eigen graanoogst opwaarderen tot de veevoederprijs”, legt Palmans het idee achter het project uit. Vanzelfsprekend mag dat geen negatief resultaat hebben op het presteren van de varkensstapel. In de praktijk gaan de dieren er niet beter of slechter van presteren, maar wordt de voederkost wel gereduceerd en daar is het om te doen.

Naar het voorbeeld van de elektronische oormerken voor rundvee worden de mogelijkheden van elektronische identificatie bij varkens onderzocht. Van een varken dat bij de geboorte gechipt werd door de boer, en bij zijn dood ‘uitgelezen’ door het slachthuis ken je als producent het gewicht en de dagelijkse groei. Snelle dataregistratie kan er op termijn voor zorgen dat zeugen niet langer geselecteerd worden op biggenaantal, maar op het aantal kilo’s varken dat ze voortbrengen. “Momenteel werken we aan een database. Elektronische identificatie biedt veel meer mogelijkheden dan alleen gewichtsregistratie. Een varkenshouder kan bijvoorbeeld ook de vaccinaties en de uitval bijhouden”, zegt Palmans.

Het project rond de ‘hoestmonitor’ is een ander mooi voorbeeld van de mogelijkheden van ‘smart farming’ in de varkenshouderij. De fabrikant van de microfoon met bijbehorende software belooft dat de geluidsmeting van de ademhaling toelaat om tien dagen eerder ‘hoesters’ onder de varkens te detecteren. Snel en gericht ingrijpen, kan de inzet van antibiotica beperkt houden. PVL Bocholt neemt samen met andere onderzoekspartners de proef op de som.

Tijdens het provinciaal landbouwcongres dat op de ondertekening van het convenant volgde, bleek dat de Limburgse landbouwers wel toekomst zien in de mogelijkheden van slimme informatiesystemen en datagedreven stalmanagement. Landbouwers geven aan dat ze de mogelijkheden van smart farming graag willen ontdekken met de hulp van een onderzoeksinstelling of praktijkcentrum. Peter Rakers van Smart Digital Farming wil er mee voor zorgen dat de technologie de hoge verwachtingen waar maakt door het werk van landbouwers te vereenvoudigen. “De realiteit is nog vaak dat een landbouwer honderden apps krijgt aangeboden en vergeet welk wachtwoord hij moet invullen voor elke online toepassing.”

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek