Rekenkamer vindt geen fouten wel gebreken in GLB-steun

Bij de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) in 2013 werd de inkomenssteun aan landbouwers in laagjes verdeeld. Er kwam een basisbetaling met daarbovenop vergoedingen voor onder meer vergroening en jonge landbouwers. Operationeel functioneert de basisbetalingsregeling, en wordt hiermee jaarlijks circa 18 miljard euro toegekend aan ongeveer vier miljoen landbouwers. Toch is de Europese Rekenkamer er niet enthousiast over. Zo'n basisbetaling gekoppeld aan grond heeft een aantal inherente beperkingen, en de invulling ervan door de lidstaten ging ten koste van de beoogde vereenvoudiging.
19 maart 2018  – Laatste update 14 september 2020 14:44
Lees meer over:

Bij de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) in 2013 werd de inkomenssteun aan landbouwers in laagjes verdeeld. Er kwam een basisbetaling met daarbovenop vergoedingen voor onder meer vergroening en jonge landbouwers. Operationeel functioneert de basisbetalingsregeling, en wordt hiermee jaarlijks circa 18 miljard euro toegekend aan ongeveer vier miljoen landbouwers. Toch is de Europese Rekenkamer er niet enthousiast over. Zo'n basisbetaling gekoppeld aan grond heeft een aantal inherente beperkingen, en de invulling ervan door de lidstaten ging ten koste van de beoogde vereenvoudiging.

Vereenvoudiging was een leidend beginsel bij de hervorming van het Europees landbouwbeleid in 2013. De bedrijfstoeslagregeling uit 2003 werd vervangen door de basisbetalingsregeling maar het doel bleef hetzelfde: landbouwers van een basisinkomen voorzien en zo bijdragen aan een rendabele voedselproductie in de EU. De basisbetalingsregeling wordt toegepast in de oude lidstaten. Lidstaten die in 2004 of 2007 tot de EU zijn toegetreden, passen een soortgelijke maar tijdelijke regeling toe.

Het heeft van de lidstaten een hele inspanning gevergd om over te schakelen op de nieuwe subsidieregeling. Volgens de Europese Rekenkamer is het hen gelukt om controlesystemen in te voeren die het risico op onjuiste berekening en toewijzing van betalingsrechten grotendeels beperken. Al bracht de audit in sommige lidstaten problemen aan het licht, zoals betalingsrechten waarvan de waarde in 2017 nog altijd gebaseerd is op schattingen.

Om inkomenssteun te ontvangen, moeten landbouwers hun betalingsrechten op subsidiabele landbouwgrond activeren. De steun is ontkoppeld van landbouwproductie. Inkomenssteun is bedoeld voor ‘actieve landbouwers’. Om er voor te zorgen dat de steun goed terechtkomt, werden de begrippen ‘landbouwgrond’ en ‘landbouwactiviteit’ gedefinieerd. Niet door Europa, maar door de lidstaten en dat maakte het er niet eenvoudiger op. Door tal van opties en uitzonderingen te voorzien, hebben de lidstaten zelf de administratieve lasten verhoogd voor hun diensten die belast zijn met de betaling en controle.

Slechts zes van de 18 lidstaten waar de basisbetalingsregeling geldt, opteerden voor betalingsrechten met een uniforme waarde op hun hele grondgebied of een deel daarvan. De keuzes van de lidstaat hebben een belangrijke impact op de mate van herverdeling van de steun. In een aantal lidstaten is niet sterk geraakt aan hoge subsidieniveaus uit het verleden. De auditeurs merken dan ook op dat de basisbetaling areaal- en niet inkomensgebonden is, met als gevolg dat grotere landbouwbedrijven daardoor bevoordeeld worden.

Bij de hervorming in 2013 werd een negatieve lijst ingevoerd om een aantal begunstigden van landbouwsubsidies te kunnen uitsluiten. Vijf jaar later kunnen de lidstaten als zij dat willen opnieuw met soepelere criteria bepalen wie wel en wie niet steun verdient. De controle op de uitbetaling van de inkomenssteun hebben de bezochte lidstaten goed voor elkaar. Over het algemeen kon de Rekenkamer geen fouten ontdekken. In sommige gevallen was de waarde van een betalingsrecht onjuist, slechts voorlopig berekend of gebaseerd op schattingen.

Voor veel landbouwers is de basisbetaling een belangrijke bron van inkomsten, maar dat belet de auditeurs niet om op de beperkingen te wijzen. De huidige regeling keert inkomenssteun uit in goede en slechte tijden en houdt geen rekening met de individuele omstandigheden op een landbouwbedrijf. De huidige regeling is nog van toepassing tot 2020 zodat de auditeurs een aantal aanbevelingen doen, onder meer over de berekening van betalingsrechten en de controleaanpak. Voor de periode na 2020 krijgt de Europese Commissie het advies om een betere analyse te maken van de behoefte aan inkomenssteun. De ‘redelijke levensstandaard voor de boeren’ uit het Verdrag van Rome is nog niet vertaald in meetbare doelstellingen, klinkt het.

Meer info: Europese Rekenkamer

Beeld: Loonwerk Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek