Ruimtebeslag in Vlaanderen gestegen naar 33 procent

Tussen 2013 en 2016 is het ruimtebeslag in Vlaanderen toegenomen van 32,5 procent naar 33 procent. Dat wil zeggen dat huisvesting, industriële en commerciële doeleinden, transportinfrastructuur en serres, parken en tuinen zo’n 450.000 hectare Vlaamse grond innemen. “In de periode 2013-2016 nam het ruimtebeslag toe met een groeisnelheid van ongeveer 6,4 hectare per dag”, klinkt het bij het Departement Omgeving. “De grootste groei is er op het vlak van huisvesting, daar zien we een toename met 4.500 ha. In 55 Vlaamse gemeenten is het ruimtebeslag hoger dan of gelijk aan 50 procent.” Vlaamse landbouwgebouwen en -infrastructuur nemen net geen twee procent van het Vlaamse grondoppervlak in beslag.
18 maart 2019  – Laatste update 4 april 2020 15:46
Lees meer over:

Tussen 2013 en 2016 is het ruimtebeslag in Vlaanderen toegenomen van 32,5 procent naar 33 procent. Dat wil zeggen dat huisvesting, industriële en commerciële doeleinden, transportinfrastructuur en serres, parken en tuinen zo’n 450.000 hectare Vlaamse grond innemen. “In de periode 2013-2016 nam het ruimtebeslag toe met een groeisnelheid van ongeveer 6,4 hectare per dag”, klinkt het bij het Departement Omgeving. “De grootste groei is er op het vlak van huisvesting, daar zien we een toename met 4.500 ha. In 55 Vlaamse gemeenten is het ruimtebeslag hoger dan of gelijk aan 50 procent.” Vlaamse landbouwgebouwen en -infrastructuur nemen net geen twee procent van het Vlaamse grondoppervlak in beslag.

Ruimtebeslag is het aandeel van de ruimte dat is ingenomen door huisvesting, industriële en commerciële doeleinden, transportinfrastructuur of recreatieve doeleinden. Naast bebouwing of verharding bevat het ruimtebeslag dus bijvoorbeeld ook tuinen bij woningen, buurtparken of voetbalvelden. Binnen het ruimtebeslag komen verschillende vormen van landgebruik voor. “Het ruimtebeslag in 2016 bestaat voor ongeveer 39 procent uit percelen voor huisvesting, dus huizen, inclusief tuinen”, duidt het Departement Omgeving.

Wegen en spoorwegen nemen 18 procent in. Terreinen voor diensten en voor industriële en commerciële doelen zoals bedrijventerreinen en handelsruimten zijn goed voor 13 procent van het ruimtebeslag. En 6,5 procent bestaat uit terreinen met recreatieve doeleinden: parken, sportterreinen of recreatiedomeinen. Landbouwgebouwen en – infrastructuur nemen bijna twee procent in beslag.

“Verder is het landgebruik van meer dan 10 procent van de overig bebouwde terreinen niet eenduidig vast te stellen”, legt het Departement Omgeving uit. “Het gaat hierbij onder meer om panden zoals kerkgebouwen en monumenten en de terreinen eromheen of panden zonder duidelijk te lokaliseren adres zoals seinhuizen.” Een kleine 11 procent van het ruimtebeslag bestaat uit niet verder gespecifieerde onbebouwde terreinen: dat zijn bijvoorbeeld terreinen met een transport-gerelateerde functie buiten de wegen en spoorwegen (pleinen of parkeerterreinen) en (tijdelijk) braakliggende terreinen in een sterk verstedelijkte omgeving.

In 55 Vlaamse gemeenten is het ruimtebeslag hoger dan of gelijk aan 50 procent. “Uiteraard is dit het geval bij het stedelijk gebied zoals in en rond Antwerpen, Gent en de Brusselse rand, maar uitschieters met een ruimtebeslag van meer dan 50 procent vinden we ook terug in villagemeenten zoals Keerbergen, Schilde of Sint-Martens-Latem”, laat het Departement Omgeving weten. “Gemeenten met grote industrieterreinen zoals in Olen, Willebroek, Rumst, Boom en Izegem vertonen een hoger ruimtebeslag, net als gemeenten met opvallend veel serre-infrastructuur zoals Sint-Katelijne-Waver en Duffel.”

Het volledige rapport over het ruimtebeslag in Vlaanderen kan je hier terugvinden. 

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek