Runderslachthuis in Izegem mag voorlopig niet hervatten

Een heropening van slachthuis Verbist in Izegem is nog niet voor meteen. Dat bleek uit de antwoorden die minister van Dierenwelzijn Ben Weyts gaf op vragen in het Vlaams Parlement. Het slachthuis heeft een actieplan voorgelegd, maar dat voldoet voorlopig niet. Volgens Weyts heeft het undercoverfilmpje van dierenrechtenorganisatie Animal Rights ook financieel grote gevolgen voor het slachthuis. “Het bedrijf is 90 procent van zijn klanten kwijt”, zei hij. Grootwarenhuisketens zoals Delhaize en Colruyt lieten onmiddellijk na het verschijnen van de beelden weten dat ze de samenwerking stopzetten.
20 september 2017  – Laatste update 14 september 2020 14:41
Lees meer over:

Een heropening van slachthuis Verbist in Izegem is nog niet voor meteen. Dat bleek uit de antwoorden die minister van Dierenwelzijn Ben Weyts gaf op vragen in het Vlaams Parlement. Het slachthuis heeft een actieplan voorgelegd, maar dat voldoet voorlopig niet. Volgens Weyts heeft het undercoverfilmpje van dierenrechtenorganisatie Animal Rights ook financieel grote gevolgen voor het slachthuis. “Het bedrijf is 90 procent van zijn klanten kwijt”, zei hij. Grootwarenhuisketens zoals Delhaize en Colruyt lieten onmiddellijk na het verschijnen van de beelden weten dat ze de samenwerking stopzetten.

Het runderslachthuis in Izegem dat in opspraak kwam door undercoverbeelden gaat deze week niet meer open. “Momenteel is mijn dienst Dierenwelzijn in gesprek over een actieplan met garanties op vlak van dierenwelzijn. Hetgeen werd voorgelegd, volstaat niet”, verklaarde minister Weyts in het Vlaams Parlement. Het slachthuispersoneel volgt intussen wel al een opleiding inzake dierenwelzijn georganiseerd door de Thomas More hogeschool. Wanneer het slachthuis heropent, zullen experten van deze hogeschool toezicht houden op het slachtproces.

Het slachthuis van Izegem werd de afgelopen jaren gecontroleerd door een dierenarts met opdracht die tot 2014 enkel aan het Voedselagentschap rapporteerde en sedert 2015 ook aan de Vlaamse inspectiedienst Dierenwelzijn. In elk slachthuis, dus ook in Izegem, deed het FAVV tweemaal per jaar een bijkomende controle. Meldingen dat er daarbij problemen waren met dierenwelzijn in Izegem kreeg de Vlaamse overheid naar eigen zeggen niet.

In een inspectieverslag van het FAVV wordt op 15 mei 2015 nochtans melding gemaakt van een inbreuk. Toen stelde de betrokken dierenarts vast hoe zeven personeelsleden aan een koe aan het trekken waren terwijl het dier "duidelijke tekenen van pijn en ziekte" vertoonde. Toen de dierenarts vroeg om daarmee te stoppen en het dier "onmiddellijk te schieten" werd dit eerst geweigerd. Ook de beslissing van de dierenarts om het dier af te keuren, werd betwist door de leidinggevende van het slachthuis. In het verslag staat dat het niet de eerste keer is dat een leidinggevende van het slachthuis het oordeel van de dierenarts van het FAVV betwist.

Over heel de discussie omtrent de bevoegdheidsverdeling is de minister kort van stof: “Blijkbaar volstaat de rapportering door de dierenartsen die continu op de slachtvloer aanwezig zijn niet, dus moeten we de eigen inspectiedienst uitbreiden.” Op de Vlaamse dienst Dierenwelzijn werken momenteel 32 mensen, waarvan 22 inspecteurs.

Bron: De Standaard / eigen verslaggeving / Belga

Beeld: Animal Rights

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek