Schadelijke exoten liften mee bij import van plantgoed

We importeren achteloos allerlei exoten die onze biodiversiteit aantasten. Dat vertelt professor natuur en bosbeheer Myriam Dumortier (UGent) op Radio 1. De buxusmot is een treffend voorbeeld, want de mot ofwel een rupsje of enkele eitjes zijn samen met plantgoed ingevoerd uit China. Ze waarschuwt dat het zomaar opnieuw kan gebeuren en we bijvoorbeeld voorzichtig moeten zijn met invoer van Engelse potplanten. Over het kanaal heerst een platwormplaag. Het dier is geïmporteerd vanuit Nieuw-Zeeland via potgrond. Hier is het dol op de regenworm en eet het de bodem leeg. De bestrijding van invasieve exoten kost handenvol geld, leerde het antwoord op een parlementaire vraag, zodat preventie de beste aanpak is. Importeer niet wat je lokaal kan kweken, adviseert Dumortier.

De buxusmot verspreidt zich als een lopend vuurtje en vreet in tuintjes hagen en struikjes kaal. Een plaag die makkelijk te vermijden was, zegt professor natuur en bosbeheer Myriam Dumortier van de UGent. Buxus is een inheemse plant, maar op een bepaald moment is de productie naar China verhuisd waar het goedkoper kon. Potplanten over zulke grote afstanden transporteren is niet zonder risico. “Een plant zit sowieso vol beestjes. En op een zeker moment moet daar een welbepaalde Chinese mot of een rupsje of een paar eitjes bij geweest zijn”, verklaart professor Dumortier in ‘Nieuwe feiten’ op Radio 1.

De gevolgen zijn snel te zien, maar er zijn talrijke voorbeelden van schadelijke exoten. Dumortier vermeldt de Nieuw-Zeelandse platworm die in het Verenigd Koninkrijk en Ierland reeds het bodemecosysteem verstoort. Vermijden dat nog meer plagen voet aan grond zetten in Europa kan volgens Dumortier door import te beperken tot zaken die hier niet groeien, zoals koffie en bananen. “Boontjes en buxus kweken, kunnen we hier, wellicht zelfs beter en lekkerder. Met lokale productie vermijden we ook te veel transport met fossiele brandstoffen. Dat zijn twee vliegen in één klap: korte keten is beter voor het klimaat én beter voor onze biodiversiteit.”

Preventie is de beste aanpak tegen schadelijke exoten, antwoordde Vlaams minister van Natuur Koen Van den Heuvel recent nog op een vraag van parlementslid Jos De Meyer (CD&V). Loopt het mis en verspreidt een soort zich, dan zit er voor terreinbeheerders niets anders op dan de invasieve plantensoort of schadelijke plaag met veel volharding te bestrijden. Dat kost tijd en geld. Binnen de domeinen van het Agentschap voor Natuur en Bos is tussen 2014 en 2018 afgerond 774.000, 762.000, 564.000, 674.000 en 477.000 euro uitgegeven aan bestrijding van invasieve exotische planten.