Schapenhouders werken verder aan rendabiliteit
In het kader van een demoproject in samenwerking met Dierengezondheidszorg (DGZ) en de KU Leuven werkt de Vlaamse schapenhouderij voor het tweede jaar op rij aan de rendabiliteit van de sector. Bedoeling van het project is om de schapenhouders meer inzicht te verschaffen in de foktechnische en marktfactoren die de rendabiliteit van een slachtlam-producerend bedrijf beïnvloeden. De basisinfo wordt verzameld via een brede enquête in de sector.
Het demonstratieproject ‘Schapenhouder zoekt rendabiliteit’ is zijn tweede jaar ingegaan. Tijdens verschillende discussievergaderingen wisselden hobby- en professionele schapenhouders kennis uit omtrent voeding, dierengezondheid en huisvesting in relatie tot rendabiliteit. Uit de discussies bleek onder meer dat de aanpak van de hobbyschapenhouders en de professionele schapenhouders niet zelden behoorlijk verschilt.
Hoeveel verkoopbare lammeren levert mijn kudde per jaar? Dat is één van de centrale vragen als het gaat over rendabiliteit op bedrijfsniveau. “Dat heeft vooral met foktechnische keuzes te maken,” zo licht André Calus, voorzitter van vzw Vlaamse Schapenhouderij (VSH), een tipje van de sluier. Bepalende factoren zijn onder meer de rassenkeuze, de kennis van de erfelijkheidsgraden en een deskundige bedrijfsvoering met als pijlers het bepalen van het vervangingspercentage, het drachtpercentage, de worpgrootte, de uitval bij lammeren, enzovoort. Dat alles bepaalt welk financieel resultaat men op het einde van de rit kan behalen.”
Via de VSH-website kan elke schapenhouder een rekenblad downloaden om voor het eigen bedrijf inzicht te krijgen in de impact van de foktechnische bedrijfsresultaten op het aantal verkoopbare lammeren per jaar. “Voorwaarde is wel dat er voldoende gegevens worden verzameld om kennis te hebben van die foktechnische basisgegevens”, zo adviseert Calus. Het project richt zich op alle Vlaamse schapenhouders die meer dan 20 ooien hebben en dus toch enige vorm van rendabiliteit verwachten van deze bedrijfstak. Ook voorlichters, toeleveraars en andere betrokkenen en geïnteresseerden zijn overigens welkom, zo klinkt het nog.
