Screeningstool voor kansen glastuinbouw in Antwerpen

Van alle glastuinbouw in Vlaanderen situeert zich 40 procent in de provincie Antwerpen. Het EFRO-project ‘Duurzame glastuinbouwclusters’ onderzocht de haalbaarheid van clusters van glastuinbouwbedrijven in de regio’s Hoogstraten en Sint-Katelijne-Waver. Omwille van ruimtelijke en maatschappelijke beperkingen werd het onderzoek verruimd tot andere manieren om de sector te ondersteunen in zijn autonome ontwikkeling. Dat resulteerde onder meer in het op punt stellen van een methodiek om het agrarisch gebied te screenen op kansen voor vestiging en uitbreiding van glastuinbouw.
7 oktober 2014  – Laatste update 14 september 2020 14:27
Lees meer over:

Van alle glastuinbouw in Vlaanderen situeert zich 40 procent in de provincie Antwerpen. Het EFRO-project ‘Duurzame glastuinbouwclusters’ onderzocht de haalbaarheid van clusters van glastuinbouwbedrijven in de regio’s Hoogstraten en Sint-Katelijne-Waver. Omwille van ruimtelijke en maatschappelijke beperkingen werd het onderzoek verruimd tot andere manieren om de sector te ondersteunen in zijn autonome ontwikkeling. Dat resulteerde onder meer in het op punt stellen van een methodiek om het agrarisch gebied te screenen op kansen voor vestiging en uitbreiding van glastuinbouw.

Bij aanvang van het EFRO-project ‘Duurzame glastuinbouwclusters’ werd gekeken in hoeverre de overheid kan aansturen op clustervorming van glastuinbouwbedrijven. De technische, juridische en financiële haalbaarheid werd onderzocht. Hoewel deze aanpak zijn voordelen kan hebben op economisch, ecologisch en ruimtelijk vlak is uit dit project gebleken dat de ruimtelijke mogelijkheden en het maatschappelijk draagvlak hiervoor binnen de onderzochte cases (Hoogstraten en Sint-Katelijne-Waver) beperkt zijn. Het onderzoek werd dan ook verruimd tot andere manieren om de Antwerpse glastuinbouwsector te ondersteunen in haar autonome ontwikkeling. Het voordeel is dat het EFRO-project voor zowel projectmatige als autonome ontwikkeling van glastuinbouw waardevolle onderzoeksresultaten heeft opgeleverd.

De glastuinbouwsector in binnen- en buitenland vertoont een tendens naar schaalvergroting: minder, maar grotere glastuinbouwbedrijven. In het kader van dit EFRO-project werd een bevraging gedaan bij glastuinbouwers. Hieruit is gebleken dat de helft van de ondervraagde bedrijfsleiders behoefte heeft aan extra ruimte: een meerderheid op de huidige vestigingsplaats en een minderheid op een nieuwe locatie. Dat is sowieso een moeilijk vraagstuk vanwege de toenemende druk op landbouwgrond, de versnippering van het agrarisch gebied en het gebrek aan ruimte.

Volgens Ludwig Caluwé, gedeputeerde voor Landbouw in de provincie Antwerpen, hebben bestaande bedrijven weinig uitbreidings- en vernieuwingskansen. “Vestiging van nieuwe bedrijven is moeilijk of zelfs onmogelijk. Door dit onzeker toekomstperspectief of gebrek aan kansen breiden onze serrebedrijven niet meer uit of verouderen ze”, aldus Caluwé. De grenzen waar glastuinbouwbedrijven mee geconfronteerd worden, zijn ook gerelateerd aan energie. Ondanks de moeilijkheden waarmee de sector kampt, is de provincie Antwerpen vastbesloten haar toppositie in de glastuinbouw veilig te stellen voor de toekomst en ervoor te zorgen dat de sector verder verduurzaamt. Dat was voor het provinciebestuur dan ook de drijfveer om het EFRO-project ‘Duurzame glastuinbouwclusters’ op te zetten.

“De partners van het EFRO-project hebben een methodiek op punt gesteld om het agrarisch gebied te beoordelen op kansen voor vestiging van nieuwe en uitbreiding van bestaande glastuinbouwbedrijven”, vervolgt Koen Eyskens van de dienst Landbouw- en plattelandsbeleid van de provincie Antwerpen. De ‘rasteroefening’ is een ondersteunende tool die aangeeft waar glastuinbouw potentieel heeft. Binnen deze ruimtelijke analyse wordt tevens de vergunningskansen, de kans op een autonoom initiatief en de financiële en de technische haalbaarheid beoordeeld.

Verder hebben onderzoeksinstelling VITO en hogeschool Thomas More een ondersteunende studie opgeleverd naar de technische en economische haalbaarheid van een collectieve energie- en CO2-voorziening voor glastuinbouwbedrijven. Dat werd vergeleken met een WKK op elk glastuinbouwbedrijf afzonderlijk. Warmtekrachtkoppelingen (WKK’s) leveren warmte en CO2 voor de serres en elektriciteit om op het net te zetten. Ze zijn een best beschikbare techniek (BBT) voor de sector, maar VITO en Thomas More verkenden enkele nieuwe pistes. Ze bekeken in Sint-Katelijne-Waver en Hoogstraten alternatieven zoals het gebruik van restwarmte van de industrie, het onttrekken van warmte aan de diepe aardlagen (geothermie) en het gebruik van thermische zonnecollectoren, dit telkens in samenwerking met de huidige WKK-technologie.

Bij het EFRO-project waren de volgende partners betrokken: de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Antwerpen, de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen, de streekintercommunale IGEMO, Participatiemaatschappij Vlaanderen en Boerenbond.

Meer info: EFRO-project ‘Duurzame glastuinbouwclusters’

Beeld: provincie Antwerpen

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek