Sectorimago ligt jonge landbouwers nauw aan het hart

Het landbouwimago-onderzoek dat UGent uitvoerde in opdracht van VILT resulteert in een algemene score van 7,1 op 10 voor de sector en 7,3 op 10 voor de boeren en tuinders. De respondenten schatten juist in dat de prijsvorming van landbouwproducten een pijnpunt is. Het blijft echter de vraag of het algemeen beeld dat Vlamingen hebben over landbouw correct is. We vroegen het aan jonge landbouwers Nico Vandervelpen en Ann Distelmans, die samen een melkvee- en akkerbouwbedrijf runnen in Bekkevoort (Vlaams-Brabant) waar ‘de consument’ welkom is om te genieten van ambachtelijk roomijs. Ze steken graag hun nek uit voor de beeldvorming over landbouw, bijvoorbeeld met een eerlijke getuigenis in de reportagereeks ‘Uit eigen grond’ op ROB-tv.
20 december 2017  – Laatste update 4 april 2020 15:38

Het landbouwimago-onderzoek dat UGent uitvoerde in opdracht van VILT resulteert in een algemene score van 7,1 op 10 voor de sector en 7,3 op 10 voor de boeren en tuinders. De respondenten schatten juist in dat de prijsvorming van landbouwproducten een pijnpunt is. Het blijft echter de vraag of het algemeen beeld dat Vlamingen hebben over landbouw correct is. We vroegen het aan jonge landbouwers Nico Vandervelpen en Ann Distelmans, die samen een melkvee- en akkerbouwbedrijf runnen in Bekkevoort (Vlaams-Brabant) waar ‘de consument’ welkom is om te genieten van ambachtelijk roomijs. Ze steken graag hun nek uit voor de beeldvorming over landbouw, bijvoorbeeld met een eerlijke getuigenis in de reportagereeks ‘Uit eigen grond’ op ROB-tv.

Hoe is het gesteld met het imago van de landbouw in Vlaanderen? Iedere vijf jaar tracht VILT dat in te schatten met een enquête bij 1.000 Vlamingen. De score die de Vlaming aan de landbouw geeft, is niet meer gestegen zoals in de periode tussen 1997 en 2012, maar teruggevallen naar dezelfde score als in 2007. Wat nog steeds een 7,1 op 10 is. Al 20 jaar lang kan de boer als individu (die 7,3 op 10 krijgt in 2017) op meer begrip rekenen van de Vlaming dan de sector als geheel. Opvallend is ook dat mensen die geregeld aankopen doen bij de boer, een positiever beeld hebben van de sector. Wie geen interesse heeft in land- en tuinbouw percipieert de sector en de landbouwer duidelijk als negatiever. Meer over het onderzoek lees je in de wekelijkse duiding over het landbouwimago

Uit de resultaten komt naar voor dat er een discrepantie is tussen de identiteit en het imago van de sector. Op vlak van duurzaamheid en voedselveiligheid heeft landbouw de laatste 10 tot 15 jaar belangrijke stappen vooruit gezet. Ook het opleidingsniveau, zeker dat van jonge boeren, is erop vooruitgegaan. Maar de Vlaming percipieert dit niet zo. Heeft hij dan geen correct beeld van de landbouw? Ann Distelmans en Nico Vandervelpen, de bedrijfsleiders van Hoeve de Peinwinning in Bekkevoort, vrezen van niet. Bedrijfsrondleidingen zorgen samen met de verkoop van hoeve-ijs, een gezellig terras in de zomer met leuke activiteiten (kinderspeeltuin, maïsdoolhof, boerengolf, …) voor frequent en aangenaam contact met ‘de consument’. Toch verbaast Ann zich over de vragen en opmerkingen die ze soms krijgt…

“Op een keer zei een jonge moeder die met haar kinderen een ijsje kwam eten dat het voor een landbouwersgezin fijn moet zijn om ‘s middags gezellig samen te eten. Ze leek niet te beseffen dat die rustige momenten als gezin zeldzaam zijn omdat Nico vaak om tien uur ’s avonds nog aan het werk is”, verwijst Ann naar het idyllisch beeld dat veel mensen van de boerenstiel hebben. Misverstanden zijn er ook wat het werk in de stal en op het veld betreft, vult Nico aan: “Wij hebben nog koeien op de wei staan, maar het ligt moeilijker om bijvoorbeeld een kippenvolière te laten zien.”

De tijd dat de vriendenkring van landbouwers voornamelijk uit collega’s bestond, is voorbij. “Wij zijn zeven op zeven bezig met ons bedrijf. Ik ben blij dat ik het onder vrienden ook eens ergens anders over kan hebben”, zegt Nico, “maar soms voelen we ons ook onbegrepen, of fout begrepen.” Zelfs de meest evidente dingen weten sommige buitenstaanders niet, voegt Ann toe, “dat een koe eerst moet kalven om melk te geven bijvoorbeeld.”

Wanneer de modale Vlaming beter geïnformeerd is over landbouw, dan straalt dat gunstig af op het sectorimago. Het imago-onderzoek van VILT zet het belang daarvan nog een keer in de verf. Niet enkel de politici, maar ook de publieke opinie bepalen het landbouwbeleid. De beeldvorming over landbouw is dus een werk dat nooit af is. En er is nog veel werk, zo getuigen Ann en Nico: “We moeten tegen de clichés vechten. Media portretteren ons nog altijd graag als boeren in een overall en op klompen. Of in het andere uiterste wordt gangbare landbouw weggezet als industrie en afgezet tegen biolandbouw, dat wel aan het romantische ideaal voldoet.”

De werkelijkheid is een pak genuanceerder. Gelukkig erkent 6 op 10 Vlamingen dat landbouw met steeds meer respect voor het milieu produceert. Toch reageert 37 procent instemmend dat landbouw volledig moet overschakelen op biologische voedselproductie. Dat ligt gevoelig bij landbouwers met een gangbare bedrijfsvoering en een milieudruk die ze zo klein mogelijk proberen te houden. Ann: “Mijn vader heeft een fruitteeltbedrijf en was de eerste die geïntegreerde gewasbescherming toepaste, maar journalisten hebben alleen oog voor de milieu-inspanningen van biologische fruittelers.”

Nico hoedt zich voor de tegenstelling bio versus gangbaar: “We kunnen van elkaar leren. Bio zet bijvoorbeeld sterk in op grasklaver voor de koeien, dat heb ik nu ook uitgetest. En van bioboeren kan je ook leren om de bodem en niet het gewas te voeden. Je moet ruimdenkend zijn. Iets moet niet per se gebeuren op de manier dat ik het vandaag doe. Landbouwers zien elkaar nog te vaak als concurrent, in plaats van te leren van elkaar.”

Een correcte beeldvorming over landbouw is zeker mogelijk, maar de sector zal het niet cadeau krijgen. In een interview met VILT verklaart Anne-Marie Vangeenberghe, meer dan 10 jaar lang woordvoerder bij Boerenbond, dat landbouwers een authentiek verhaal te vertellen hebben. Zij moedigt bedrijfsleiders aan om dat verhaal in de pers te verkondigen, maar eveneens bij elke informele gelegenheid die zich voordoet: een straat- of schoolfeest, langs het voetbalveld, … Door als bedrijfsleider met beroepsfierheid over landbouw te praten, draag je bij aan een correcte beeldvorming over de eigen sector.

Dat hoef je Ann en Nico geen twee keer te zeggen. Zij namen vorig jaar deel aan de eerlijke reportagereeks ‘Uit eigen grond’ van ROB-tv. “Ze hebben me nooit gevraagd om dingen in scène te zetten of te herhalen, maar hebben de realiteit op een landbouwbedrijf getoond zonder daar eigen dingen aan toe te voegen”, legt Nico uit. Toch is het niet evident om een moderne bedrijfsvoering correct in beeld te brengen. De negatieve stemmingmakerij rond landbouw maakt bedrijfsleiders argwanend of op zijn minst voorzichtig, bijvoorbeeld als de pers wil inzoomen op onderwerpen zoals dierenwelzijn, mest of “pesticiden”.

Vangeenberghe kent dat, en kon bij Boerenbond terugvallen op een ‘pool’ van boeren-bestuurders die met een media-optreden hun nek durven uitsteken voor de sector. Bij veel andere leden-landbouwers zit de schrik er te zeer in. Niet zo bij Nico, al stemde hij pas in met de bedrijfsreportage na herhaaldelijk aandringen door ROB-tv en duidelijke afspraken over de modus operandi. Over het eindresultaat waren Nico en Ann zeer te spreken, en zij niet alleen: “Van collega’s kreeg ik complimenten, omdat eindelijk eens iemand in beeld durfde komen met een spuittoestel en voor de camera durfde uitleggen waarom er gewasbeschermingsmiddelen gespoten worden op een landbouwgewas.”
 

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek