Stijgende kosten wegen tot 2026 op landbouwinkomen

Voor de doorsnee boer wordt het de komende tien jaar knokken om er financieel aan uit te kunnen. De prijzen van de belangrijke pijlers onder het landbouwinkomen – granen, vlees en melk – nemen geen hoge vlucht. Een akkerbouwer wordt niet vrolijk van het vooruitzicht van een graanprijs tussen 160 en 170 euro per ton. Europese melkveehouders mogen wegdromen bij de gedachte dat ze Nieuw-Zeeland in 2026 aftroeven als ’s werelds grootste exporteurs. En tegelijk goed beseffen dat vraag en aanbod af en toe uit balans zullen zijn, met prijsvolatiliteit tot gevolg. Producenten van kip, varkensvlees en rundvlees weten zich verzekerd van veel vraag naar hun product maar de concurrentie is bikkelhard. Bovendien voorziet de Europese Commissie dat de kosten op een landbouwbedrijf richting 2026 blijven stijgen zodat er weinig arbeidsinkomen resteert.
9 december 2016  – Laatste update 14 september 2020 14:38
Lees meer over:

Voor de doorsnee boer wordt het de komende tien jaar knokken om er financieel aan uit te kunnen. De prijzen van de belangrijke pijlers onder het landbouwinkomen – granen, vlees en melk – nemen geen hoge vlucht. Een akkerbouwer wordt niet vrolijk van het vooruitzicht van een graanprijs tussen 160 en 170 euro per ton. Europese melkveehouders mogen wegdromen bij de gedachte dat ze Nieuw-Zeeland in 2026 aftroeven als ’s werelds grootste exporteurs. En tegelijk goed beseffen dat vraag en aanbod af en toe uit balans zullen zijn, met prijsvolatiliteit tot gevolg. Producenten van kip, varkensvlees en rundvlees weten zich verzekerd van veel vraag naar hun product maar de concurrentie is bikkelhard. Bovendien voorziet de Europese Commissie dat de kosten op een landbouwbedrijf richting 2026 blijven stijgen zodat er weinig arbeidsinkomen resteert.

Gemiddelden zeggen soms niet alles en prognoses kunnen er naast zitten, maar de markt- en inkomensvooruitzichten van de Europese Commissie zijn toch de moeite van het lezen waard. Hoewel er in Vlaanderen een grote diversiteit aan bedrijfsmodellen is, zijn er maar weinig landbouwers die noch granen, noch vlees, noch melk in bulk verkopen. Voor deze drie pijlers onder het landbouwinkomen tast de Commissie de vooruitzichten op de wereldmarkt af, om vervolgens uit te rekenen wat dit op middellange termijn (2026) voor het landbouwinkomen betekent.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het landbouwinkomen neemt de komende tien jaar een forse duik (-14%) door de lage prijzen voor landbouwproducten en de stijgende kosten. Alleen zullen boeren dit niet in dezelfde mate voelen omdat ze met steeds minder zijn om hun sector overeind te houden (-17%). Per arbeidskracht oogt de financiële situatie in de landbouw daardoor gunstiger, namelijk plus twee procent wanneer je de prognose voor 2026 vergelijkt met het gemiddelde van de periode 2014-2016 en het cijfer corrigeert met de inflatie.

Tot dusver leek het erop dat de landbouwers in de nieuwe lidstaten de nog altijd grote inkomenskloof met hun collega’s in de 15 oude lidstaten aan het dichten waren. De inkomensprognose voor de komende tien jaar gaat uit van een trendbreuk. Terwijl het inkomen in de EU-15 per arbeidskracht met één procent toeneemt wanneer je de prognose voor 2026 vergelijkt met het gemiddelde van de periode 2014-2016, daalt dit in de nieuwe lidstaten wellicht met vijf procent. De inkomenskloof blijft daardoor substantieel: 24.000 euro voor een West-Europese boer tegenover 5.300 euro voor zijn Oost-Europese collega.

Het aantal ondernemers in de landbouwsector blijft achteruit gaan. Van de 9,6 miljoen boeren en tuinders die in 2015 actief waren, blijven er in 2026 nog 7,9 miljoen over in Europa. Deze herstructurering is een constante gelet op de hoge leeftijd van bedrijfsleiders en de kleine boerderijen die nog altijd groot in aantal zijn. Het komende decennium zal de uitstroom uit de sector iets trager verlopen. Gek genoeg is de economische crisis daar de reden van. Die zorgde er in onder meer Polen en Roemenië voor dat voort blijven boeren aanlokkelijker leek dan een onzeker financieel avontuur in een andere sector.

Nog opvallender is dat Ierland (+5%) en het Verenigd Koninkrijk (+3%) hun boerenpopulatie tussen 2010 en 2015 weer zagen aangroeien. Om die reden paste de Europese Commissie de prognose voor 2026 aan. Tussen 2001 en 2009 ging het aantal landbouwers zo snel bergaf dat je er aan dat tempo maar 6,1 miljoen meer zou overhouden in Europa tegen 2026. Rekening houdend met de kentering na de economische crisis redeneert de Commissie dat het niet zo’n vaart zal lopen.

Het dalend aantal ondernemers is de voornaamste reden dat de evolutie van het landbouwinkomen nog tamelijk positief oogt. De productiviteit in de sector neemt toe maar hier profiteren bedrijfsleiders financieel niet van. Ter illustratie: vergeleken met het gemiddelde voor de periode 2014-2016 stijgt tegen 2026 de totale productiewaarde van de landbouw met 17 procent. Alleen wordt dat tenietgedaan door een kostprijsstijging met 22 procent. Veevoeder, meststoffen, energie, … allemaal worden ze duurder. En een Oost-Europese boer blijft niet profiteren van goedkope inputs want daar stijgen de kosten sneller dan in de oude lidstaten.

Daarmee onderscheidt de periode 2016-2026 zich van het voorbije decennium. Toen steeg het landbouwinkomen niet alleen per arbeidskracht maar ook in zijn totaliteit. Hoewel het landbouwinkomen van 2005-2015 onderhevig was aan de prijsvolatiliteit van landbouwgrondstoffen, vertoonde het wel een positieve trend. Gemiddeld ging een Europese landbouwer er ieder jaar financieel 2,7 procent op vooruit. Achter dat gemiddelde gaan grote pieken en dalen schuil: min 9 procent in crisisjaar 2009, om vervolgens weer met 27 procent te stijgen richting 2013.

Kijken we naar de toekomst, dan kondigen vooral 2018 en 2019 zich aan als twee moeilijke jaren. De Europese Commissie verwacht dat de wisselkoers euro-dollar minder gunstig zal worden voor export. Bovendien herneemt de inflatie met 1,9 procent per jaar en worden fossiele brandstoffen opnieuw duurder. Als gelijktijdig de prijzen voor landbouwproducten onder druk staan, wat in 2019 verwacht wordt voor zowel melk als kip als granen, dan weet je dat het niet veel soeps wordt voor landbouwers. Dat wordt nog verergerd doordat de verschillende kostenposten op een landbouwbedrijf sneller in prijs stijgen dan landbouwproducten door de inflatie.

Meer info: Medium-term outlook report

Beeld: Cofabel

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek