Succesvolle beperking van zinkgehalte in varkensvoeder
In 2013 werd er een ‘convenant zink’ gesloten tussen de beroepsvereniging van de mengvoederfabrikanten BEMEFA, minister Laruelle en minister Onkelinx. Het doel was een vrijwillige beperking van het zinkgehalte in de voeders die verkocht worden aan Belgische vleesvarkensbedrijven. Dat is bijzonder goed gelukt zodat BEMEFA en de FOD Volksgezondheid het convenant zeer positief evalueren. Meer dan 95 procent van de analyseresultaten voldeed aan de onderling overeengekomen norm. Dit schept ruimte om meer zinkoxide aan biggen te geven, wat het antibioticumgebruik zal doen dalen.
Onderzoek heeft uitgewezen dat het gebruik van een hoge concentratie zinkoxide in het voeder van biggen na het spenen kan bijdragen aan een reductie van het antibioticumgebruik in de sector. Om zinkoxide als gemedicineerd voormengsel geregistreerd te krijgen, bleek het strategisch belangrijk om ervoor te zorgen dat de zinkuitstoot naar het milieu op zijn minst niet toenam. Daarom kwam er op 1 september 2013 het Convenant Zink dat het totaal zinkgehalte in volledige varkensvoeders in de afmestfase moest beperken.
Een jaar na de ondertekening van het Convenant Zink kwamen BEMEFA, de FOD Volksgezondheid, het Voedselagentschap en het Geneesmiddelenagentschap samen om de werking en de resultaten van het convenant grondig te evalueren. Hierbij werden zowel de analyseresultaten van BEMEFA’s bemonsteringsplan, als de analyseresultaten van de overheid zelf vergeleken met de onderling overeengekomen norm (110 ppm). Beide bemonsteringsplannen etaleren meer dan 95 procent van de resultaten die aan de norm beantwoorden.
BEMEFA kreeg een pluim voor haar goede opvolging van het convenant. De beroepsvereniging ondernam bijvoorbeeld actie om zowel binnenlandse als in het buitenland gevestigde fabrikanten die vleesvarkensvoeders afzetten op de Belgische markt te sensibiliseren. Yvan Dejaegher, directeur-generaal van BEMEFA, benadrukt dat België met dit initiatief voorloper is op Europees niveau. Overheid en sector hebben het rapport van de Europese voedselveiligheidsautoriteit niet afgewacht om dit initiatief proactief te ontplooien. “Het bemonsteringsplan wordt volgend jaar zeker voortgezet en binnen een jaar zitten de partijen opnieuw samen voor de evaluatie”, aldus Dejaegher.
