Transitie van Vlaams voedingscomplex in de praktijk

Na de lezingenreeks 'TransEATiedenkers', die ideeën aanreikte rond de transitie van ons landbouw- en voedselsysteem, nodigde de organiserende afdeling Monitoring en Studie (AMS) van de Vlaamse landbouwadministratie deze keer vier zogenaamde transEATiedoeners uit. Zij kwamen vertellen hoe zij op innovatie wijze antwoorden trachten te formuleren op de uitdagingen waarmee ons voedselsysteem wordt geconfronteerd.
5 oktober 2014  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:17

Na de lezingenreeks 'TransEATiedenkers', die ideeën aanreikte rond de transitie van ons landbouw- en voedselsysteem, nodigde de organiserende afdeling Monitoring en Studie (AMS) van de Vlaamse landbouwadministratie deze keer vier zogenaamde transEATiedoeners uit. Zij kwamen vertellen hoe zij op innovatie wijze antwoorden trachten te formuleren op de uitdagingen waarmee ons voedselsysteem wordt geconfronteerd.

Net zoals de voorbije jaren wil AMS prikkelen en uitdagen met een reeks lezingen omtrent de transitie van ons voedselsysteem. Sprekers van dienst waren Luc Beirinckx van tomatenkwekerij Den Berk, William van der Riet van algenkwekerij Tomalgae, Tom Troonbeeckx van CSA-boerderij Het Open Veld en Koen Bouckaert, directeur duurzame ontwikkeling van Alpro. Alle vier gingen ze in op de duurzaamheidsstrategie van hun onderneming, en legden ze uit hoe hun bedrijf zich vandaag al wapent voor morgen.

Het verhaal van Den Berk begint meer dan twintig jaar geleden met een klein tomatenbedrijfje dat in de loop der jaren en dankzij de samenwerking met een collega-tomatenteler uitgegroeid is tot een grootschalige, dynamische tomatenkwekerij. Naast investeringen in duurzame energieproductie, een volledig gesloten irrigatiesysteem en diffuus glas, waardoor het zonlicht beter verspreid wordt, staat ook een duurzaam tewerkstellingsbeleid hoog op de agenda. Zaakvoerder Beirinckx maakt zich sterk dat de retail bereid is een eerlijke (meer)prijs te betalen voor een duurzaam product.

William van der Riet had het over de vele vraagtekens waar de jonge algensector een antwoord moet op zien te formuleren. Waar liggen de economische kansen? Hoe vermarkt je je product? Voor welke toepassingen? Het zijn vragen die voor gevestigde teelten makkelijker te beantwoorden zijn dan voor de nieuwe algenteelt. Ook financieel is het algenverhaal van Tomalgae een avontuur: traditionele financiering is moeilijk te vinden. Bovendien verloopt ook het contact met onderzoeksinstellingen nog niet optimaal.

Het innovatieve duurzaamheidsverhaal van Alpro speelt zich op een andere schaal af: Alpro is een bedrijf dat dit jaar een omzet van meer dan 350 miljoen euro zal realiseren. En toch vertegenwoordigen de plantaardige producten van het bedrijf maar twee procent van hun marktsegment: nog steeds 98 procent van de zuivelmarkt wordt gedomineerd door producten van dierlijke afkomst. Alpro wil innoveren en de eiwittransitie verder stimuleren door samenwerkingen op te starten met andere maatschappelijke spelers: ngo’s, overheden, de retail, producenten, en uiteraard ook de consument. Het verwijst daarbij onder meer naar het Nederlandse duurzaamheidsplatform 'Het Planeet'.

Tom Troonbeeckx was de laatste spreker die het woord nam. Zijn innovatiemodel is gestoeld op samenwerking: de boerderij van Tom staat of valt met de steun van zijn leden. Letterlijk heet dat Community Supported Agriculture, of kortweg CSA. Als eerste in Vlaanderen startte hij met ongeveer 50 CSA-leden. Vandaag telt Het Open Veld 320 leden, die de kosten dragen van de bedrijfsvoering: jaarlijks betalen zij tussen de 200 en 280 euro. Daardoor is Tom naar eigen zeggen één van de weinige boeren in Vlaanderen die aan het begin van het jaar perfect weet wat hij zal verdienen.

Met zijn boerderij wil hij de consument uit de passiviteit halen: de leden ontvangen een oogstaandeel via zelfpluk. Hij teelt 60 à 70 verschillende groenten en werkt strikt biologisch. Tegelijkertijd is Tom ook één van de drijvende krachten achter De Landgenoten, een coöperatief biogrondfonds dat jonge boeren aan landbouwgrond moet helpen. Want toegang tot grond is allesbehalve evident voor jonge boeren. Dat geldt des te meer voor de CSA-beweging, aangezien 18 van de 20 CSA-boeren in Vlaanderen nieuwe boeren zijn.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek