Tweede voorwaarde voor ramperkenning droogte is vervuld

Van de aanhoudende droogte dit voorjaar zei het KMI in eerste instantie dat het vaker voorkomt dan eens om de 20 jaar, en dus niet in aanmerking komt als landbouwramp. Op basis van een langere onderzoeksperiode, van 1 april tot 30 juni, besloot het KMI dat het in 150 Vlaamse gemeenten toch om een uitzonderlijke situatie ging. Dat is de eerste voorwaarde voor een erkenning als landbouwramp. In het Vlaams Parlement verklaarde minister Joke Schauvliege dat ook aan de minimale omvang van de schade voldaan is. “Net als in het dossier van de late lentenachtvorst komt dit niet als een verrassing want we wisten dat de schade aan landbouwteelten heel ernstig is.”
20 september 2017  – Laatste update 14 september 2020 14:41
Lees meer over:

Van de aanhoudende droogte dit voorjaar zei het KMI in eerste instantie dat het vaker voorkomt dan eens om de 20 jaar, en dus niet in aanmerking komt als landbouwramp. Op basis van een langere onderzoeksperiode, van 1 april tot 30 juni, besloot het KMI dat het in 150 Vlaamse gemeenten toch om een uitzonderlijke situatie ging. Dat is de eerste voorwaarde voor een erkenning als landbouwramp. In het Vlaams Parlement verklaarde minister Joke Schauvliege dat ook aan de minimale omvang van de schade voldaan is. “Net als in het dossier van de late lentenachtvorst komt dit niet als een verrassing want we wisten dat de schade aan landbouwteelten heel ernstig is.”

Nadat het KMI op basis van een gewijzigde onderzoeksperiode besloot dat de droogte van dit voorjaar een uitzonderlijk weersfenomeen is, startte minister Schauvliege de procedure voor de erkenning als landbouwramp. Alle getroffen landbouwers konden deze zomer hun schade melden aan de gemeenten waarin de verdroogde percelen zich bevonden. Het gemeentebestuur stuurt dan een schattingscommissie op pad voor een eerste vaststelling van de teeltschade en het oorzakelijk verband met de droogte.

Reeds op 8 september moesten de gemeenten op basis van de vaststellingen van de schattingscommissie de totale schade op hun grondgebied ramen en doorgeven aan de Vlaamse landbouwadministratie. De haast die er mee gemoeid was, werd ingegeven door de tweede voorwaarde voor een erkenning als landbouwramp: de totale schade moet hoger liggen dan 1,24 miljoen euro en de gemiddelde schade per dossier moet de 5.580 euro overstijgen. Hoe sneller daaromtrent duidelijkheid is, hoe sneller de getroffen landbouwers weten dat ze mogen rekenen op een tussenkomst van de overheid.

Aan Vlaams parlementslid Jos De Meyer (CD&V) liet minister Schauvliege weten dat de schadedrempel effectief overschreden is. “De droogte was heel uitzonderlijk en de schade heel ernstig. In bepaalde streken lag de terugkeerperiode voor de droogte zelfs hoger dan eens om de 30 jaar. Dat was dan vooral voor West-Vlaanderen het geval”, blikt de minister terug op een bewogen voorjaar. Zij bedankt de gemeentebesturen voor de snelle inventarisatie van de schade in een moeilijke (vakantie)periode. “Dankzij hun inspanningen kan ik heel binnenkort een dossier voorleggen aan de ministerraad, dat een duidelijk beeld zal geven van de omvang en de uitgestrektheid van de landbouwschade.” Aanstaande vrijdag staat de droogteschade al op de agenda van de Vlaamse regering.

Gelijktijdig zal ook de vorstschade in de fruitteelt besproken worden, wat de eerste landbouwramp was van 2017. Van belang in dit dossier is dat een aantal gemeenten waar de late lentenachtvorst volgens het KMI niet uitzonderlijk hard toesloeg toch aan het rampgebied toegevoegd kunnen worden door de Vlaamse regering. Open Vld-parlementslid Lydia Peeters gaf meermaals het voorbeeld van Herk-de-Stad op de grens tussen Limburg en Vlaams-Brabant. In de thuisbasis van fruitveiling LTV zijn er veel appel- en perenplantages zodat de schade door de vorst er om en bij de zeven miljoen euro zou bedragen. “Immens”, zegt Peeters, “dus moet er dringend iets aan gedaan worden.” Het KMI mat in de buurt echter vriestemperaturen die wel vaker voorkomen in het voorjaar.

Naast Herk-de-Stad vielen nog 82 andere gemeenten buiten de afbakening door het KMI zodat de politica wil weten of schadedossiers uit die gemeenten toch vergoed zullen worden. “Vorig jaar heeft men voor de algemene ramp door wateroverlast ook de scope opengezet naar alle gemeenten. Analoog daaraan, zal ik dat nu ook zo voorstellen aan de Vlaamse regering, in de hoop dat iedereen mij daarin ook zal volgen”, antwoordt Schauvliege.

Beeld: Loonwerk Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek