Uitkering landbouwrampenfonds gekoppeld aan verzekering

Zowel de late lentenachtvorst als de maandenlange droogte in 2017 zijn erkend als landbouwramp. Het indienen van schadedossiers roept een aantal praktische vragen op. In zijn ledenblad geeft Boerenbond antwoorden op veel voorkomende vragen. Aanvragen voor schadevergoeding kunnen nog ingediend worden tot uiterlijk 31 januari 2018. Wie teelten heeft die verzekerbaar zijn tegen destructieve weersomstandigheden, dient een verzekeringspolis te kunnen voorleggen voor minstens 50 procent van de oppervlakte van of het inkomen uit een teelt. Anders daalt de maximum vergoedbare schade van 80 naar 40 procent.

Op een overleg met de Vlaamse landbouwadministratie heeft Boerenbond een aantal vragen laten uitklaren omtrent de aanvragen van landbouwers voor vergoeding van de teeltschade die ze dit jaar leden door vorst en droogte. Indien de schade vastgesteld werd door de gemeentelijke schattingscommissie, dan zal de gemeente de pv’s van de definitieve vaststellingen overmaken aan de landbouwadministratie. Een landbouwer hoeft dat dus zelf niet meer te doen. Wie schade ondervond van de grillige weersomstandigheden op percelen gelegen in meerdere gemeenten, hoeft maar één tegemoetkomingsaanvraag te doen.

Wie een hagelverzekering heeft, voegt een kopie van de verzekeringspolis toe. In de praktijk zijn het hoofdzakelijk fruittelers die zich verzekeren tegen de weersomstandigheden. Bovendien spaart een deel van hen de verzekeringspolis uit omdat ze dat geld liever investeren in hagelnetten en andere overkappingen of in hagelkanonnen, telkens met het doel hun oogst veilig te stellen. Bij een hagelverzekering gaat de oogst immers nog altijd verloren, wat niet bevorderlijk is voor het handhaven van bestaande handelsrelaties.

Bij landbouwrampen zoals de droogte en vorst die het voorjaar verpest hebben voor veel land- en tuinbouwers komt teeltschade in aanmerking voor vergoeding wanneer de schade voor een specifieke teelt meer dan 30 procent bedraagt, niet op perceel- maar bedrijfsniveau. Boer&Tuinder, het ledenblad van Boerenbond, verheldert dat aan de hand van een voorbeeld. Stel, een landbouwer heeft 20 hectare aardappelen waarvan 10 hectare vroege aardappelen. Op drie hectare daarvan is de oogst volledig verloren, wat neerkomt op 30 procent schade bij de vroege aardappelen op zijn bedrijf. Het Landbouwrampenfonds kan tegemoetkomen in dit geval.

Vervolgens wordt bekeken of minimaal 50 procent van de productie van de verzekerbare teelten op een bedrijf effectief verzekerd is. Hierbij wordt alle bouwland, exclusief grasland, in aanmerking genomen. De berekening kan gebeuren op basis van oppervlakte, of inkomen indien de ene teelt veel waardevoller is dan de andere. Een voorbeeld. Een bedrijf heeft 10 hectare graan en 10 hectare bloemkolen, waarvan 6 hectare verzekerd is tegen hagelschade. In dit geval wordt maximaal uitbetaald omdat de bloemkolen financieel veel zwaarder doorwegen dan het graan. Indien minstens 50 procent – van de verzekerbare teelten – verzekerd is, kan 80 procent van de geleden schade vergoed worden. Is er minder verzekerd, dan ligt het maximum op 40 procent. Er wordt een franchise van 250 euro gehanteerd.