Uitwisselbare lastenboeken van belang voor AGF-handel

Kwaliteitssystemen, bij de landbouwers beter gekend als lastenboeken, waren tijdens de vakbeurs Interpom Primeurs in Kortrijk Xpo het onderwerp van een seminarie. Opdat de afzet van aardappelen en andere land- en tuinbouwproducten vlot zou verlopen, is er nood aan een systeem dat een uniforme kwaliteitsborging kan garanderen. In ons land is Vegaplan de standaard voor primaire plantaardige productie. Specifiek voor een sterk op export gerichte AGF-sector is het erg dankbaar dat er inspanningen gebeuren om de uitwisselbaarheid van nationale lastenboeken te bevorderen. België, Nederland en Duitsland nemen het voortouw op dat vlak.
25 november 2014  – Laatste update 4 april 2020 15:18
Lees meer over:

Kwaliteitssystemen, bij de landbouwers beter gekend als lastenboeken, waren tijdens de vakbeurs Interpom Primeurs in Kortrijk Xpo het onderwerp van een seminarie. Opdat de afzet van aardappelen en andere land- en tuinbouwproducten vlot zou verlopen, is er nood aan een systeem dat een uniforme kwaliteitsborging kan garanderen. In ons land is Vegaplan de standaard voor primaire plantaardige productie. Specifiek voor een sterk op export gerichte AGF-sector is het erg dankbaar dat er inspanningen gebeuren om de uitwisselbaarheid van nationale lastenboeken te bevorderen. België, Nederland en Duitsland nemen het voortouw op dat vlak.

Efficiëntie was het codewoord tijdens een seminarie over de uitwisselbaarheid van kwaliteitssystemen ter gelegenheid van Interpom Primeurs, de vakbeurs die iedere twee jaar professionelen uit de aardappel-, groente- en fruitsector (AGF) naar Kortrijk Xpo weet te lokken. Op uitnodiging van Belgapom, de beroepsvereniging voor de Belgische aardappelhandel en -verwerking, gaven de beheerders van drie lastenboeken (Vegaplan uit België, VVAK uit Nederland en QS uit Duitsland) een uiteenzetting over hun nationale kwaliteitssysteem en de grensoverschrijdende inspanningen tot samenwerking.

Net zoals Vegaplan dat in ons land doet voor zo veel mogelijk plantaardige sectoren, steken ook buurlanden Nederland en Duitsland een systematiek in de erg uiteenlopende eisen inzake voedselveiligheid, traceerbaarheid, kwaliteit, ... bij de teelt, oogst, opslag en bewerking van land- en tuinbouwproducten. “Aangezien Belgische aardappelen, groenten en fruit de wereld rond gaan, moeten we een antwoord kunnen formuleren op de eisen die derde landen stellen. Dat gebeurt best op een efficiënte en voor de producent haalbare manier”, vertelt Belgapom-secretaris Romain Cools.

Om die reden laten 15.650 landbouwers zich certificeren volgens de Vegaplan-standaard. Daarbij zijn 230 noorderburen en bijna 630 Franse boeren. Al deze landbouwers doen aan autocontrole met behulp van een checklist en ieder jaar krijgt tien procent van de bedrijven een onaangekondigde controle. De standaard bevat sinds kort een 30-tal eisen inzake duurzaamheid, waarmee Vegaplan het eerste lastenboek is dat de duurzaamheid van bedrijven certificeert.

Hoewel de kwaliteitseisen voor primaire plantaardige productie met GlobalGAP – het internationale equivalent voor Vegaplan – voor gans de wereld gelijk zouden kunnen zijn, hanteert zowat elk land een eigen, nationaal kwaliteitssysteem. In de wetenschap dat een uniforme toepassing van GlobalGAP in alle uithoeken van de wereld een illusie is, maakt Cools geen punt van het naast elkaar bestaan van nationale kwaliteitssystemen. Alleen sluipen er een aantal inefficiënties in de handel in land- en tuinbouwproducten door de verschillen tussen nationale kwaliteitssystemen. Ook al heeft een landbouwer zijn zaakjes op orde volgens het kwaliteitssysteem van zijn land, toch dient hij een extra audit te ondergaan wanneer derde landen dat lastenboek niet erkennen.

QS, VVAK en Vegaplan zijn zodanig naar elkaar toe gegroeid dat het probleem zich voor de handel tussen Duitsland, Nederland en België almaar minder stelt. Een landbouwer uit ons land die zich iedere drie jaar laat certificeren volgens de Vegaplan-standaard geniet automatisch het vertrouwen van QS, het Duitse kwaliteitssysteem. Dankzij de medewerking die het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT) aan QS verleent, is dat het geval voor 2.650 groente- en fruittelers. Zij hoeven dus geen extra audit te ondergaan en sparen de kosten uit die daarbij komen kijken. Een Vegaplan-certificaat wordt ook door Nederland gezien als evenwaardig met hun nationale kwaliteitsborging, VVAK. Onze noorderburen onderhandelen op hun beurt nog over wederzijdse uitwisselbaarheid van VVAK met het Duitse QS.

Uitwisselbaarheid is een ‘work in progress’ want in ons land streeft men momenteel naar een erkenning van Vegaplan door SAC, de code voor duurzame landbouw die multinational Unilever hanteert. Gelet op de energie die het vergt om afnemers in het buitenland (en in België actieve retailers met een beslissingscentrum in het buitenland) telkenmale te overtuigen van de betrouwbaarheid van Vegaplan loopt tezelfdertijd de (moeilijke) oefening om deel te nemen aan het Global Food Safety Initiative (GFSI). Een nationaal kwaliteitssysteem dat op deze internationale lijst terechtkomt, weet zich verzekerd van wereldwijde erkenning. In die zin is het een alternatief voor GlobalGAP.

Tijdens het seminarie werd A-net in de schijnwerpers gezet, dat is het platform voor overleg rond de uitwisselbaarheid van lastenboeken. Behalve de afspraken tussen de reeds opgesomde landen is ook Oostenrijk via deze weg tot een vergelijk met het Duitse QS gekomen wat betreft de kwaliteitsbewaking in de primaire productie. A-net bewijst ook zijn waarde wanneer de deelnemende landen snel informatie moeten uitwisselen om een (voedselveiligheids)crisis in de kiem te smoren.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek