"Vanuit beleid zorg dragen voor sierteeltsector"

De Vlaamse sierteeltsector ondergaat een laagconjunctuur. Het aantal bedrijven blijft systematisch afnemen en op goede prijzen moeten de bloemen-, bomen-, planten- en knollentelers tegenwoordig ook al niet meteen rekenen. Daarom ondervroeg Jos De Meyer (CD&V) minister Joke Schauvliege in de Landbouwcommissie van het Vlaams Parlement over wat er vanuit het beleid kan gedaan worden om de sector te ondersteunen. De minister toonde zich bezorgd en actiebereid.
29 oktober 2015  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:24
Lees meer over:

De Vlaamse sierteeltsector ondergaat een laagconjunctuur. Het aantal bedrijven blijft systematisch afnemen en op goede prijzen moeten de bloemen-, bomen-, planten- en knollentelers tegenwoordig ook al niet meteen rekenen. Daarom ondervroeg Jos De Meyer (CD&V) minister Joke Schauvliege in de Landbouwcommissie van het Vlaams Parlement over wat er vanuit het beleid kan gedaan worden om de sector te ondersteunen. De minister toonde zich bezorgd en actiebereid.

Net zoals in andere landbouwtakken is ook in de sierteeltsector de uitstroom de laatste decennia fors toegenomen. Terwijl Vlaanderen in 1980 nog 2.079 sierteeltbedrijven telde, waren dat er vorig jaar maar 408 meer. Daartegenover staat – ook vergelijkbaar met andere landbouwsectoren – dat het sierteeltareaal al die jaren vrij stabiel is gebleven, wat wijst op schaalvergroting. Sierteelt is goed voor 34 procent van de productiewaarde binnen de tuinbouwsector, biedt aan 2.600 mensen een vaste job en realiseert een productiewaarde van 600 miljoen euro en een exportwaarde van 150 miljoen euro.

Maar de sector beleeft moeilijke tijden, en dus vroeg Vlaams parlementslid Jos De Meyer minister Joke Schauvliege wat het beleid kan doen om de sector een duw in de rug te geven. De minister toont zich actiebereid en vindt dat de sierteeltsector een sector is “waar we trots op mogen zijn en waarvoor we zorg moeten dragen vanuit het beleid”. Concreet denkt de minister daarbij aan extra promotie-inspanningen via het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), of meer investeren in openbaar groen. Dat kan onder meer via het aanplanten van geveltuinen, een relatief nieuwe specialisatie waarover in de praktijkonderzoekscentra (PCS) heel wat nieuwe knowhow en expertise wordt verzameld.

“Ook de promotie van het streekeigen groen dat bij ons wordt gekweekt is in het voordeel van onze siertelers”, aldus minister Schauvliege. “Dat gebeurt onder meer op de website www.groenvanbijons.be. We moeten daarop blijven inzetten om onze lokale besturen daarvan bewust te maken.” We kunnen daarbij volgens De Meyer ook van onze buren leren, verwijzend naar Nederland, waar de Greenports voor een geoliede samenwerking zorgen tussen de overheid, de sector en de kennisinstellingen.

Wat het wetenschappelijk onderzoek betreft, is er de voorbije jaren via de Technopool Sierteelt al een sterke samenwerking tot stand gekomen, gaf Schauvliege nog aan. “Maar ook de Europese erkenning van de Gentse azalea en de Vlaamse laurier als streekproducten met een beschermde geografische aanduiding zijn resultaten van bestaande samenwerkingen”, aldus Schauvliege. “Die erkenningen helpen de promotie in het buitenland enorm vooruit. Op het vlak van logistiek kan er dan weer nog beter worden samengewerkt”, aldus nog Schauvliege. 

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek