Varkenshouder innoveert met oogstresten in veevoeder

Varkenshouder Johan Lavens heeft op zijn gesloten varkensbedrijf in Westrozebeke een installatie laten bouwen waarmee hij oogstresten van naburige land- en tuinbouwers kan verwerken tot varkensvoeder. Het project kwam tot stand onder impuls van het West-Vlaamse innovatieplatform Agreon en met de medewerking van enkele West-Vlaamse kmo’s. Zowat 10 à 15 procent van het rantsoen bestaat vandaag al uit groenten. Bedoeling is om dat aandeel verder op te drijven tot 30, misschien wel 40 procent.
27 februari 2015  – Laatste update 14 september 2020 14:29

Varkenshouder Johan Lavens heeft op zijn gesloten varkensbedrijf in Westrozebeke een installatie laten bouwen waarmee hij oogstresten van naburige land- en tuinbouwers kan verwerken tot varkensvoeder. Het project kwam tot stand onder impuls van het West-Vlaamse innovatieplatform Agreon en met de medewerking van enkele West-Vlaamse kmo’s. Zowat 10 à 15 procent van het rantsoen bestaat vandaag al uit groenten. Bedoeling is om dat aandeel verder op te drijven tot 30, misschien wel 40 procent.

Om minder afhankelijk te zijn van aangekochte mengvoeders installeerde de West-Vlaamse varkenshouder Johan Lavens een thermische ontsluitingsinstallatie waarmee oogstresten behandeld en verwerkt kunnen worden. De knowhow komt van Vermeulen Construct en Agriton, twee West-Vlaamse kmo’s. Voor het financiële duwtje in de rug zorgde innovatieplatform Agreon. Via de installatie wil Lavens niet alleen de milieu-impact van zijn bedrijf verkleinen, maar ook zijn veevoederkosten sterk terugdringen.

Driemaal per week haalt Lavens oogstresten op bij naburige land- en tuinbouwers die zo vers mogelijk verwerkt worden in de installatie op het eigen bedrijf. Binnen de 48 uur worden de oogstresten gelost in de stortbunker, gewassen en vermalen tot een groentebrij die vervolgens gestoomd en gepasteuriseerd wordt. Het hele proces kost Lavens tussen de 7 en 9 euro per ton aan elektriciteits- en brandstofkosten. Witte en rode kool, aardappelen en spruiten zijn momenteel de belangrijkste ingrediënten van het groentevoeder.

"Op termijn zou ik de samenstelling zelf meer willen bepalen, maar het is niet evident om de ideale voederbalans te vinden", zegt Lavens. "Omdat we de eerste zijn die met zo’n installatie werken, maar ook omdat er heel weinig of geen kengetallen bestaan over de verwerking van ruwe eiwitten door eenmagigen. Momenteel bevat onze voedermix 25 procent krachtvoer en 10 tot 15 procent groentevoeder. Als we dat zouden kunnen opdrijven tot 30 of 40 procent, dan zou dat een aanzienlijke besparing betekenen op onze voederkosten."

Beeld: francescovanderjeugd.be

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek