"Veehouderij is onmisbaar deel van circulaire economie"

Willen we een circulaire economie realiseren, dan is het houden van vee daarin een onmisbare schakel. Dat zegt Martin Scholten, algemeen directeur van de Animal Sciences Group van de Nederlandse Wageningen Universiteit. “Veehouderij wordt steeds beschouwd als de grote schuldige van het klimaatprobleem, maar door de nadruk daarop blijft onderbelicht dat er zonder de veehouderij nooit een circulaire en biogebaseerde samenleving kan zijn”, aldus Scholten die benadrukt dat de veehouderij zijn bijdrage aan de klimaatverandering wel moet aanpakken.
10 februari 2017  – Laatste update 14 september 2020 14:38

Willen we een circulaire economie realiseren, dan is het houden van vee daarin een onmisbare schakel. Dat zegt Martin Scholten, algemeen directeur van de Animal Sciences Group van de Nederlandse Wageningen Universiteit. “Veehouderij wordt steeds beschouwd als de grote schuldige van het klimaatprobleem, maar door de nadruk daarop blijft onderbelicht dat er zonder de veehouderij nooit een circulaire en biogebaseerde samenleving kan zijn”, aldus Scholten die benadrukt dat de veehouderij zijn bijdrage aan de klimaatverandering wel moet aanpakken.

Een circulaire en biogebaseerde samenleving is een samenleving die draait op hernieuwbare grondstoffen voor al onze behoeften: voedsel, energie, materialen, enz. “Plantenbiomassa is dan de grondstof waarop de hele duurzame samenleving draait. Maar als experts praten over de beloften van zo’n ‘biobased’ samenleving, dan hebben ze het alleen over lineaire productieketens. Over de nieuwe materialen die ze kunnen maken uit biomassa, zoals rubberbanden uit paardenbloemen of nieuwe brandstoffen uit zeewieren”, stelt Scholten.

Maar als deze redenering gehandhaafd blijft, dan moeten we volgens hem nog veel meer biomassa gaan produceren dan we nu al doen. En dat, beweert hij, kan niet, want die ruimte op aarde is er gewoonweg niet. “We zullen dus veel slimmer moeten omgaan met de biomassa die we in de landbouw produceren en dat kan alleen als we de biologische kringlopen daadwerkelijk sluiten”, schrijft hij in een opiniestuk op de website van het Nederlandse Boerderij.nl.

Scholten wijst erop dat dit alleen mogelijk is met vee: dieren die plantenresten kunnen verteren die anders verloren zouden gaan en die mest produceren waarmee de bodem kan worden bijgetankt. “Koeien, schapen, kippen en varkens zijn door de mens ooit als landbouwhuisdieren geselecteerd omdat zij biomassa kunnen verteren die wij niet verdragen. Denk maar aan gras, aan hooi of aan insecten. Ik verwacht niet dat mensen op grote schaal insecten gaan eten, maar ze zijn wel bijzonder geschikt als voeder voor bijvoorbeeld kippen. Met die reststromen voorzien dieren ons van kostbare producten als melk, eieren en vlees.”

Dieren produceren ook mest. “Nu bekijken we dit nog als afvalproduct waar we te veel van hebben en vanaf moeten. Maar vanuit het perspectief van een circulaire voedselvoorziening, verandert dat beeld radicaal”, stelt de professor van Wageningen Universiteit. Mest moet volgens hem gezien worden als een bodemverbeteraar, een bron van organisch materiaal waar de bodem ontzettend veel behoefte aan heeft. “Zaak is om hoogwaardige, organische stof uit de mest te halen en terug te brengen naar de bodem. Want die vruchtbare bodem hebben we hard nodig om de maximale hoeveelheid plantenbiomassa te kunnen produceren, om de cirkel weer rond te maken en te laten draaien.”

Martin Scholten is ervan overtuigd dat dit de enige manier is om met één aarde straks 9,5 miljard mensen van goed en gezond voedsel, van duurzame energie en van materialen uit een hernieuwbare grondstof te voorzien. “Alleen zo ontstaat er een echte kringloop: grond maakt planten, maakt dieren, maakt mest, maakt grond, planten, dieren, mest, enz. Eigenlijk is het een manier om te voorzien in de behoeften van mensen gebaseerd op een mechanisme dat in de natuur al lang bestaat: ecologische kringlopen.”

Toch blijft de professor niet blind voor de problemen die gepaard gaan met veehouderij. “Veehouderij is één van de oorzaken van het klimaatprobleem. Vijftien procent van de broeikasgassen komt uit de veehouderij. Maar dat is deels het gevolg van een veehouderij die onvoldoende efficiënt en zorgvuldig ingericht is”, stelt Scholten. Hij is er dan ook van overtuigd dat we de uitstoot van broeikasgassen uit de veehouderij met ruim 50 procent kunnen verminderen door slimmer met dieren, veevoeder en mest om te gaan. En door beter voor de gezondheid van de dieren te zorgen.

De man ziet nog een bijkomend voordeel van het inschakelen van de veehouderij in een circulaire economie. “Als we de kringloop goed sluiten en de bodem weer opladen met de organische stof uit de mest van dieren, brengen we koolstof, die nu nog in de lucht zit, terug naar de bodem. Zo levert de landbouw met veehouderij juist een bijdrage aan het vastleggen van CO2 uit de atmosfeer in de bodem. En dus ook aan het tegengaan van de klimaatproblemen die we in de afgelopen eeuw met het gebruik van fossiele brandstoffen hebben veroorzaakt.”

Scholten predikt als het ware een ‘regimeschift’. “Van een veehouderij die is verkokerd in lineaire voedselketens, gaan we naar een veehouderij waarin biomassa optimaal wordt ontsloten en hoogproductieve voedselkringlopen duurzaam worden gesloten. En van een maatschappij die is gebaseerd op fossiele grondstoffen, naar een maatschappij die draait op ‘biobased’ grondstoffen.

Bron: |

In samenwerking met: Boerderij

Beeld: Hooibeekhoeve

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek