Veerman licht taskforce-rapport toe in Vlaams Parlement

Het gebeurt niet zo vaak dat een rapport door de auteur wordt toegelicht in de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement, en al helemaal niet als het geen landgenoot betreft. Voormalig Nederlands landbouwminister Cees Veerman ging graag op de uitnodiging in omdat hij beseft dat het rapport van ‘zijn’ taskforce landbouwmarkten een groot politiek draagvlak nodig heeft om te vermijden dat de Europese Commissie er niets mee doet. De taskforce bestaande uit 12 onafhankelijke experten werd begin dit jaar opgericht uit bezorgdheid voor de zwakke positie van de landbouwer in de voedselketen.
11 december 2016  – Laatste update 4 april 2020 15:31
Lees meer over:

Het gebeurt niet zo vaak dat een rapport door de auteur wordt toegelicht in de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement, en al helemaal niet als het geen landgenoot betreft. Voormalig Nederlands landbouwminister Cees Veerman ging graag op de uitnodiging in omdat hij beseft dat het rapport van ‘zijn’ taskforce landbouwmarkten een groot politiek draagvlak nodig heeft om te vermijden dat de Europese Commissie er niets mee doet. De taskforce bestaande uit 12 onafhankelijke experten werd begin dit jaar opgericht uit bezorgdheid voor de zwakke positie van de landbouwer in de voedselketen.

De uitnodiging aan het adres van voorzitter Cees Veerman om het verslag toe te lichten van de taskforce landbouwmarkten die op Europees niveau in het leven werd geroepen, illustreert met hoeveel aandacht de discussies over de zwakke positie van de boer in de voedselketen in het Vlaams Parlement worden gevolgd. De taak die Veerman en co kregen, is niet min als je weet hoeveel onenigheid er is over deze kwestie. De Europese boerenkoepel Copa-Cogeca blijft bijvoorbeeld aandringen op een wettelijk kader vanwege een gebrek aan vertrouwen in het ‘Supply Chain Initiative’, de vrijwillige gedragscode waartoe retail en voedingsindustrie zich verbinden. In eigen land worden identieke discussies gevoerd binnen het Ketenoverleg want vanuit landbouwhoek voelt men steeds meer voor een wettelijk kader en een onpartijdig scheidsrechter terwijl de supermarkten daar huiverachtig tegenover staan.
 
Het rapport van de taskforce staat volledig in het teken van het verbeteren van de positie van boer en tuinder in de voedselketen. Het Europees landbouwbeleid heeft gebroken met het ‘pamperen’ van de producent, maar nu komt men dus tot de vaststelling dat een individuele landbouwer wel heel onmachtig is tegen de prijsvolatiliteit van de wereldmarkt en tegen een beperkt aantal afnemers van een totaal andere omvang. Met zin voor poëzie formuleert Cees Veerman dat zo: “De kille wind van de wereldmarkt waait over de velden en door de stallen.” De prijsvolatiliteit die daarvan het gevolg is, mag je niet verwarren met de problematiek van lage prijzen voor landbouwproducten. Wat niet wegneemt natuurlijk dat het bij de haren getrokken is dat een landbouwer genoegen moet nemen met een fractie van de winkelprijs voor zijn product.
 
“Op één of andere manier moet het verschil tussen producenten- en consumentenprijs ontsluierd worden zodat de boer inzicht krijgt in zijn redelijk deel”, zegt Veerman. “Het is geweten dat supermarkten geld verdienen met verse voeding en niet met droge kruidenierswaren, die moeten ze immers zelf aankopen bij grote fabrikanten zoals Nestlé.” De taskforce landbouwmarkten liet zich inspireren door het Amerikaanse systeem van prijstransparantie in de vleesindustrie. Vleesfabrikanten worden er verplicht om hun verkoopprijzen te publiceren, dat wil zeggen de prijs die ze aanrekenen aan de volgende schakel in de keten. Dat zijn de supermarktketens.
 
Die verplichte prijsopgave in bepaalde onderdelen van de voedselketen zou de transparantie in de voedselketen ook in Europa bevorderen, meent de taksforce onder leiding van Cees Veerman. Let op het woordje ‘verplicht’ want uit het betoog van Veerman zal nog meermaals blijken dat de taskforce weinig vertrouwen heeft in een aanpak die gebaseerd is op vrijwilligheid. “De prijzen die afnemers uitbetalen aan producenten zijn over het algemeen reeds gekend maar de prijsmededelingen zijn vaak oud of uitgemiddeld. Als boer kan je je daarop niet oriënteren”, ziet Veerman ook hier ruimte voor verbetering.
 
Wanneer hij het heeft over (financiële) risicobeheersing verwijst de taskforce-voorzitter met een dubbel gevoel naar de termijnmarkt: “Futures zijn zeker in staat om risico’s af te dekken, maar het veronderstelt wel dat er partijen op de termijnmarkt actief zijn met een verschillende risico-acceptatie en een verschillende taxatie van de toekomstige prijsevolutie. Verder veronderstelt het standaardcontracten en een geldkas om voor te financieren. En er is opleiding van landbouwers nodig, ook over aanvaarding van risico zodat deelnemers risico niet verkeerd percipiëren. Kortom, het staat nog in de kinderschoenen.” In één adem noemt Veerman ook de verzekering als risicobeheerinstrument. De hagelverzekering is een oud instrument, maar het principe kan uitgebreid worden, bijvoorbeeld naar een coöperatieve regenverzekering naar Nederlands voorbeeld. Die dekt oogstverlies als gevolg van hoosbuien.
 
In de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement schoof iedereen naar het puntje van zijn stoel zodra Veerman in zijn uiteenzetting toegekomen was aan het hoofdstuk ‘oneerlijke handelspraktijken’. Veerman geeft het voorbeeld van het eenzijdig verlengen van de betalingstermijn. Hij verwijst naar de Nederlandse supermarktketen Jumbo die de overname van een concurrent financierde door zijn leveranciers pas na 90 in plaats van 60 dagen uit te betalen. Dat werd botweg per brief meegedeeld. “De wettelijke betalingstermijn is 30 dagen. De vraag is hoe je dat handhaaft”, analyseert Veerman. “Er bestaat geen instantie, andere dan de rechtbank, waar hij klacht kan neerleggen. Via rechterlijke weg zal hij zeker zijn gelijk halen maar dat is een werk van lange adem. Bovendien riskeert de leverancier dat hij aan de deur wordt gezet door de supermarktketen.”
 
De oplossing is volgens de taskforce tweeledig, enerzijds de vrees wegnemen om klacht neer te leggen en anderzijds naar Brits voorbeeld in een arbitrage-instituut voorzien dat sancties kan opleggen. De hamvraag is of het doorverwijzen van marktpartijen naar een ‘scheidsrechter’ door de wetgever verplicht moet worden. “Een discussie die al jaren aan de gang is, waarbij de supermarkten sterk lobbyen om het op EU-niveau niét te verplichten”, aldus Veerman. De twaalf onafhankelijke experten menen echter dat het niet goed komt met scheef lopende handelsrelaties zonder de tussenkomst van een scheidsrechter. Waarom ze tot dat besluit zijn gekomen? “Omdat vrijwillige richtlijnen tot dusver heel weinig opgeleverd hebben”, motiveert de voorzitter van de taskforce.

Meer weten? Hou VILT.be in de gaten voor deel 2.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek