Vetsmelter Verkest verliest rechtszaak van voederfirma

Veevoederfabrikant De Brabander uit Roeselare, die door vetsmelters Verkest beschuldigd werd van het gebruik van valse creditnota's om hun schadevergoeding voor de dioxinecrisis te verhogen, is vrijgesproken van alle tenlasteleggingen. Dat heeft de Gentse correctionele rechtbank beslist. Verkest moet de voederfirma voor meer dan één miljoen euro schade vergoeden omdat ze eind jaren '90 met dioxines gecontamineerd vet geleverd kregen.
22 november 2017  – Laatste update 14 september 2020 14:42
Lees meer over:

Veevoederfabrikant De Brabander uit Roeselare, die door vetsmelters Verkest beschuldigd werd van het gebruik van valse creditnota's om hun schadevergoeding voor de dioxinecrisis te verhogen, is vrijgesproken van alle tenlasteleggingen. Dat heeft de Gentse correctionele rechtbank beslist. Verkest moet de voederfirma voor meer dan één miljoen euro schade vergoeden omdat ze eind jaren '90 met dioxines gecontamineerd vet geleverd kregen.

De dioxinecrisis barstte in 1999 los, nadat dioxines in de voedselketen terecht waren gekomen. Uit onderzoek bleek dat de besmetting zijn oorsprong vond bij het bedrijf Verkest in Deinze en bij het Waalse Fogra. Het bedrijf Fogra leverde met giftige pcb's besmette vetstoffen aan Verkest, die het aan de veevoederbedrijven verdeelde. De Verkests leverden zogezegd gesmolten dierlijk vet aan meng- en veevoederfabrikanten, terwijl het om een mengsel van dierlijk en technisch vet ging.

Jan en Lucien Verkest werden later schuldig bevonden aan valsheid in geschrifte, gebruik van valse stukken en bedrog in koopwaar. Op burgerlijk gebied deed de Gentse correctionele rechtbank in 2013 uitspraak. De rechtbank had vetsmelter Verkest veroordeeld tot het betalen van zware schadevergoedingen voor de benadeelden van de dioxinecrisis. Veevoederfabrikant NV De Brabander Voeders kreeg toen 1.008.000 euro toegekend, omdat ze met dioxines gecontamineerd vet geleverd kregen.

Vetsmelterij Verkest betwistte dat bedrag en hield de rechter voor dat de veevoederfabrikant de schadevergoeding kunstmatig aangedikt had. Het bedrijf uit Roeselare moest zich verantwoorden voor valsheid in geschrifte en gebruik valse stukken, omdat het valse creditnota's aan klanten zou hebben opgesteld. De rechtbank oordeelde woensdag echter dat er geen sprake was van bedrieglijk opzet en sprak De Brabander vrij.

Het parket zag ook geen graten in de creditnota's omdat eerder al de fiscale administratie, de bedrijfsrevisor en de BTW-controle oordeelden dat alles in orde was. "Het bedrijf werd in 1999 meegesleurd in de dioxinecrisis en kwam in een situatie terecht waar haar overleven werd bedreigd", stelde rechtbankvoorzitter Hans De Waele. "De commerciële regeling met tegemoetkomingen in de vorm van prijskortingen en creditnota's werd niet verhuld, maar in de boekhouding ingeschreven en gecontroleerd en goed bevonden door de fiscale administratie."

Er is overigens nog geen definitieve beslissing over de afhandeling van de schadevergoedingen voor de dioxinecrisis van 18 jaar geleden, zo bleek op de rechtbank. Die zaak werd vorige week behandeld door een andere kamer van de correctionele rechtbank. Er werden conclusietermijnen bepaald en de zaak zal pas op 8 mei 2018 behandeld worden.

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek