Vietnam tuk op vijfde kwartier Vlaamse varkens

Opvallend veel bedrijven uit de varkensvleessector nemen deel aan de handelsmissie die deze week onder leiding van Vlaams minister-president Geert Bourgeois, plaatsvindt in Vietnam. Zij proberen er vooral een extra afzetmarkt voor het vijfde kwartier te vinden. Poten, oren en snuiten van varkens worden bij ons scheef bekeken, maar zijn in Azië een echte delicatesse. “Vietnam is dé opkomende markt waar we moeten zijn. Dit is China in het klein”, vertelt Gert Van Causenbroeck, exportadviseur van VLAM, het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing.

Sinds 2012 mag Belgisch varkensvlees geïmporteerd worden in Vietnam. De Vlaamse varkensbedrijven - Belgian Pork Group, Debra Meat, Delavi, Groep De Brauwer, Sopraco en vleesbedrijf P. Wils - weten dan ook waarom ze deelnemen aan de missie. “Vietnamezen hebben met Vlamingen gemeen dat ze echte varkensvleeseters zijn", aldus Van Causenbroeck. “Het vlees staat er symbool voor welvaart. Varkensvlees is voor hen een beetje zoals biefstuk voor ons.” Koteletten zul je in Vietnam niet meteen op je bord krijgen. Wel ham en worstjes, maar ook delen uit het zogenaamde 'vijfde kwartier' van het varken: poten, oren of snuiten.

"Aziaten knabbelen graag aan hun vlees", legt Michaël Catry van de Belgian Pork Group uit, het grootste verwerkende bedrijf van varkensvlees in ons land. Dat Aziaten fan zijn van varkenspoten en -oren komt het bedrijf goed uit, want in Europa is er nauwelijks vraag naar. “Je moet de producten brengen naar de markten waar er vraag is”, aldus Catry. Belgian Pork Group is een echte reus: wekelijks worden er 80.000 à 90.000 varkens geslacht in de zes Belgische productiesites van de groep. Daarvan gaat zowat vier procent richting Azië, vooral richting China. Maar daar groeit de eigen varkensstapel, zodat Vietnam een alternatieve afzetmarkt kan worden.

“Ook bedrijven uit de pluimveesector kijken richting Vietnam”, vertelt Anoek Van Wouwe van VLAM. Vooral kippenpoten en -kammen zijn er populair. Dat laatste wordt gefrituurd. “Een kippenfilet vinden ze dan weer niet lekker.” Extra troef voor de Belgische bedrijven is de kwaliteit van hun producten. Door de steile opgang van de Vietnamese economie is er een groeiende middenklasse. En die zijn vragende partij voor meer kwaliteit. “Aan de Aziatische kippenpoten in de winkel kan bijvoorbeeld nog eens een pluimpje hangen, bij de Belgische producenten ligt de kwaliteit veel hoger”, aldus Van Wouwe.

In totaal nemen er 17 Vlaamse agrovoedingsbedrijven deel aan de handelsmissie in Vietnam. Het land geldt als één van de sterkste groei-economiën uit Zuidoost-Azië en dus als een interessante exportbestemming voor Vlaamse land- en tuinbouwproducten. Naast varkens- en pluimveevlees hebben ook aardappelverwerkende bedrijven en fruitveilingen volop hun producten in het groeiland gepromoot.