Vlaamse tuinen spelen onderbenutte rol in milieubeheer

Onze Vlaamse privétuinen kunnen collectief een belangrijke rol spelen in de ondersteuning van ecosysteemdiensten en als buffer in tijden van voedselnood. Ze maken immers 8 procent uit van het Vlaams grondgebied, een oppervlakte bijna zo groot als de oppervlakte bos (11%). Wanneer alle Vlaamse tuineigenaren dus veranderingen zouden doorvoeren in hun tuinbeheer- en ontwerp, zou de impact aanzienlijk kunnen zijn. Dat blijkt uit het doctoraatsonderzoek van Valerie Dewaelheyns (KU Leuven, ILVO). Om alle mogelijkheden te benutten die dit ‘tuincomplex’ bieden, moeten echter nog wat hindernissen worden overwonnen. “Maar dit mag ons er niet van weerhouden om na te denken over het potentieel”, stelt Dewaelheyns.
19 december 2014  – Laatste update 4 april 2020 15:19
Lees meer over:

Onze Vlaamse privétuinen kunnen collectief een belangrijke rol spelen in de ondersteuning van ecosysteemdiensten en als buffer in tijden van voedselnood. Ze maken immers 8 procent uit van het Vlaams grondgebied, een oppervlakte bijna zo groot als de oppervlakte bos (11%). Wanneer alle Vlaamse tuineigenaren dus veranderingen zouden doorvoeren in hun tuinbeheer- en ontwerp, zou de impact aanzienlijk kunnen zijn. Dat blijkt uit het doctoraatsonderzoek van Valerie Dewaelheyns (KU Leuven, ILVO). Om alle mogelijkheden te benutten die dit ‘tuincomplex’ bieden, moeten echter nog wat hindernissen worden overwonnen. “Maar dit mag ons er niet van weerhouden om na te denken over het potentieel”, stelt Dewaelheyns.

Privétuinen worden zelden meegenomen in onderzoek en beleid rond landgebruik en milieu. Ten onrechte, want ze nemen een aanzienlijk deel in van de totale oppervlakte (8%). Door alle Vlaamse tuinen als een geheel te beschouwen (het ‘tuincomplex’), kon Dewaelheyns in kaart brengen welke mogelijkheden erin verborgen liggen. En dat blijken er best veel te zijn. Zo gebruiken tuiniers vandaag meer meststoffen dan nodig, en is er in de tuinen dus nog veel ruimte tot verbetering van een aantal milieuparameters. Bovendien bieden gazonbodems mogelijkheden voor de opslag van koolstof, en zelfs voor de productie van voedsel in tijden van nood.

“Tuinen vormen dus een meervoudige buffer in het kader van voedselnood, natuurbehoud en klimaataanpassing”, stelt Dewaelheyns. “Individuele veranderingen in tuinbeheer en -ontwerp kunnen bescheiden en onbeduidend lijken, maar wanneer duizenden tuiniers zo’n veranderingen doorvoeren, kan de impact aanzienlijk zijn.”

Voor het potentieel ten volle benut kan worden, moeten echter enkele hindernissen overwonnen worden. Hindernissen voor het beleid, zoals het private aspect van onze tuinen, en hindernissen voor de tuiniers zelf, zoals het gebrek aan pasklare informatie in verband met milieuvriendelijker tuinieren. “Maar ook hiervoor bestaan oplossingen”, stelt Dewaelheyns, “zoals op maat gemaakt tuinadvies en het opstellen van vrijwillige overeenkomsten met tuiniers rond milieuvriendelijk beheer.”

Dewaelheyns hoopt dan ook dat het potentieel verder onderzocht wordt. Haar onderzoek werd uitgevoerd aan de KU Leuven en het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), met de steun van de Vlaamse milieumaatschappij en het Steunpunt Ruimte en Wonen.

Meer info: valerie.dewaelheyns@ilvo.vlaanderen.be

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek