Vlaamse visie bio-economie perfect ingebed in Europese

Niet lang nadat Europa een strategie formuleerde voor de bio-economie (2012) had ook Vlaanderen zijn huiswerk grondig gedaan (2013). Tegen 2030 wil Vlaanderen met zijn bio-economie bij de topregio’s behoren. Een interdepartementale werkgroep heeft er goed over nagedacht hoe de Vlaamse bio-economie kan floreren. Dat begint met coherent beleid en met onderwijs, onderzoek en innovatie. Het komt er vanzelfsprekend op aan biomassa optimaal en duurzaam te produceren én gebruiken. Met ‘versterken van het concurrentievermogen’ en ‘samenwerkingsverbanden in Europa en de wereld aangaan’ hebben we de vijf strategische doelstellingen gehad. Tijdens een studiedag in Brussel werd de Vlaamse visie vergeleken met de principes en aanbevelingen uit een Europese toekomstverkenning voor de bio-economie.
15 november 2015  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:24
Lees meer over:

Niet lang nadat Europa een strategie formuleerde voor de bio-economie (2012) had ook Vlaanderen zijn huiswerk grondig gedaan (2013). Tegen 2030 wil Vlaanderen met zijn bio-economie bij de topregio’s behoren. Een interdepartementale werkgroep heeft er goed over nagedacht hoe de Vlaamse bio-economie kan floreren. Dat begint met coherent beleid en met onderwijs, onderzoek en innovatie. Het komt er vanzelfsprekend op aan biomassa optimaal en duurzaam te produceren én gebruiken. Met ‘versterken van het concurrentievermogen’ en ‘samenwerkingsverbanden in Europa en de wereld aangaan’ hebben we de vijf strategische doelstellingen gehad. Tijdens een studiedag in Brussel werd de Vlaamse visie vergeleken met de principes en aanbevelingen uit een Europese toekomstverkenning voor de bio-economie.

In een bio-economie wordt biomassa duurzaam geproduceerd en gebruikt voor een waaier aan toepassingen. Allerlei bio gebaseerde toepassingen bieden enorme mogelijkheden voor het verder uitbouwen van een kringloopeconomie, het optimaal gebruik van grondstoffen en economische groei. Bij de verschillende Vlaamse overheidsadministraties is er een sterk geloof dat het belang van de bio-economie in Vlaanderen in de toekomst enkel maar zal toenemen.

Binnen de Interdepartementale Werkgroep Bio-economie, die meer dan een dozijn overheidsinstanties (o.a. landbouw-, milieu- en natuuradministratie, onderzoeksinstellingen ILVO en VITO, VMM en OVAM) verenigt, is er in samenspraak met verschillende stakeholders een visie opgesteld omtrent de weg die Vlaanderen wil bewandelen richting een duurzame en competitieve bio-economie. De door hen uitgedachte visie en strategie werd in de zomer van 2013 goedgekeurd door de Vlaamse regering.

Vlaanderen kiest voor de uitbouw van een duurzame bio-economie om een antwoord te bieden op de bedreiging die uitgaat van de uitputting van fossiele grondstoffen. Uit een studie in opdracht van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie bleek dat in 2010 tot 1,5 procent van de totale Vlaamse brutomarge en 0,8 procent van de totale tewerkstelling gegenereerd wordt door de bio-economie, exclusief landbouw en voeding. Dat aandeel stijgt (9%, respectievelijk 5,7%) wanneer enkel naar de industriële sectoren gekeken wordt. Bovendien groeide de Vlaamse bio-economie in 2010 terwijl de industrie zijn belang in de Vlaamse economie ziet afnemen.

Verder leerde de studie dat biogebaseerde producten in Vlaanderen in 2010 een vijfmaal grotere toegevoegde waarde en tien keer meer tewerkstelling creërden dan bio-energie. Bijna de helft van de totale brutomarge uit de bio-economie komt op rekening van fijnchemicaliën, biopolymeren en biokunststoffen. Hoewel de grote meerwaarde niet bij energie maar duidelijk hoger in de cascade zit, gaat Vlaanderen er van uit dat biomassa waarschijnlijk nodig zal zijn in warmteprocessen en andere toepassingen zoals lucht- en scheepvaart die niet met andere hernieuwbare energiebronnen kunnen worden ingevuld.

Tijdens een studiedag in Brussel vergeleek de huidige voorzitter van de Interdepartementale Werkgroep Bio-economie, Tom Tournicourt van het Departement Economie, een Europese toekomstverkenning omtrent de bio-economie met de Vlaamse strategie. Blijkt dat Vlaanderen zijn huiswerk heel grondig heeft gedaan want er is een opvallend goede match met de vijf grote principes uit de SCAR Foresight. ‘Food first’ staat heel duidelijk ingeschreven in de Vlaamse strategie. Bij principe nummer twee, ‘sustainable yields’, laat Tournicourt zien dat Vlaanderen al zover nagedacht heeft dat het vooropstelt dat de vraag naar biomassa niet ten koste mag gaan van het organische koolstofgehalte in de bodem.

Ook het cascadebeginsel wordt door Vlaanderen omarmd, net zoals ‘circularity’ en ‘diversity’ uit de Europese toekomstverkenning. In het Nederlands klinkt dat als volgt: “We moeten naar een bio-economie streven die de ecologische en sociale draagkracht van de aarde respecteert, door de sociaaleconomische ontwikkeling in te bedden in een slim, materiaal- en energiezuinig kringlopensysteem.” In de omschrijving van het principe ‘diversity’ gaat de aandacht zowel in de SCAR Foresight als in de Vlaamse visie uit naar de diversiteit op vlak van biomassa (kwaliteitsvol of eerder goedkoop), op vlak van technologie, verwerking, ketens, toepassingen, actoren en schaal (klein versus grootschalig en lokaal versus mondiaal). Zoals de uitgangspunten bijna één op één dezelfde zijn, zo toonde Tournicourt ook aan dat alle lopende onderzoeksprojecten best goed passen binnen de onderzoeksthema’s die door de Europese toekomstverkenning naar voren worden geschoven.

De strategie voor een bio-economie past niet alleen binnen de recente Europese reflectie maar ook binnen de algemene visie van de Vlaamse regering richting 2050. Op vraag van VILT verduidelijkt Eva Van Buggenhout (Departement Landbouw en Visserij) dat namens de Interdepartementale Werkgroep: “Visie 2050 beschrijft zeven transities die Vlaanderen moeten voorbereiden op een toekomst vol verandering. De transitie naar een circulaire economie doorzetten, is één van die zeven. Zo’n circulaire economie kan niet zonder bio-economie, zonder hernieuwbare grondstoffen. En vice versa. Dat wordt met zoveel woorden erkend in de visietekst. Zie het dus als twee transities die zich gelijktijdig voltrekken.”

Momenteel wordt er bij de Vlaamse overheid voorzichtig over nagedacht om een kader uit te werken dat dergelijke transities vorm kan geven. Daarover is nog niets beslist, maar het spreekt voor zich dat transities zoals de bio-economie zich sneller kunnen voltrekken als ‘governance’ (overheidsbeleid aangevuld met maatregelen uit de sectoren, nvdr.) in die richting stuurt. Momenteel is de Vlaamse strategie voor een bio-economie even vrijblijvend als zijn Europese evenknie.

Professor Erik Mathijs (KU Leuven), tevens voorzitter van het expertencomité dat de toekomstverkenning op zijn naam mag schrijven, benadrukte dat Vlaanderen volop moet gaan voor diversiteit in de bio-economie. Het is volgens hem geen exclusief ‘big scale’-verhaal maar moet net uitmonden in een grote diversiteit aan producten die het resultaat kunnen zijn van erg diverse productieprocessen. Het zal nog verder onderzoek vergen hoe we dit in onze regio precies vorm kunnen geven.

Nadien merkte ook Marc Rosiers namens Boerenbond op dat Vlaanderen, met ruim 600.000 hectare aan landbouwgrond, nooit zal uitgroeien tot een grootschalige grondstoffenproducent. Het is volgens Rosiers de logica zelve dat voedselproductie op onze vruchtbare gronden de prioriteit is. Meer naar het oosten van Europa vind je nog wel onbeteelde landbouwgronden zodat de grote massa biomassa eerder daar vandaan zal moeten komen.

Meer info: Bio-economie in Vlaanderen

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek