VLM digitaliseert aanvragen voor indeling fosfaatklasse
Landbouwers gaan twee keer moeten nadenken wanneer ze volgend jaar hun administratieve verplichtingen in verband met mest vervullen. Er wijzigt namelijk nogal wat, afgaand op de reeks persberichten die uitgaat van de Vlaamse Landmaatschappij. Zo verandert de werkwijze om een nieuwe fosfaatklasse voor een perceel aan te vragen. Volgens de nieuwe regeling moeten landbouwers hun aanvraag indienen voordat de bodemanalyse gebeurt. Bovendien moet het online gebeuren, via een nieuwe toepassing op het Mestbankloket: de StaalName-applicatie, kortweg ‘SNapp’.
SNapp is een nieuwe toepassing op het Mestbankloket. Daarmee worden de bodemanalyses in het kader van het Mestdecreet digitaal beheerd. Landbouwers kunnen zoals vanouds aan de Mestbank vragen om percelen in te delen in een andere fosfaatklasse dan de automatisch toegekende referentieklasse. Daarvoor moeten ze met een bodemanalyse van het gehalte aan plantbeschikbaar fosfaat aantonen dat de percelen tot die andere klasse behoren. Hoe lager de fosfaatklasse, hoe ruimer de bemestingsnorm. De strengste normen gelden voor percelen van fosfaatklasse IV.
Het verschil met de voorgaande jaren is dat de aanvraag voor een nieuwe fosfaatklasse vanaf 1 januari 2018 moet gebeuren via Snapp, en niet na maar voordat de bemonstering gebeurt. De digitalisering lijkt een goede zaak voor de snelheid waarmee aanvragen kunnen gebeuren. Tot hiertoe diende een landbouwer een aanvraagformulier, analyseverslagen en luchtfoto’s naar de Mestbank te versturen.
Via de nieuwe online toepassing duidt de landbouwer de percelen aan waar een staalname moet gebeuren, en kiest hij een erkend laboratorium. De aanvraag wordt via SNapp automatisch doorgestuurd naar het labo in kwestie. Na de bemonstering bezorgt het laboratorium de resultaten rechtstreeks aan de Mestbank en kan de landbouwer de resultaten en de klassetoewijzing van de aangeduide percelen online raadplegen. De resultaten van een staalname worden op verschillende momenten tijdens het jaar verwerkt, en na toekenning van de fosfaatklasse wordt ook de eventuele tussenkomst van de overheid in de kosten van het staal uitbetaald.
De aanpassing van de fosfaatklasse kan in twee richtingen uitpakken, verduidelijkt de Mestbank. Een landbouwer meldt percelen aan in de hoop dat de meting een lagere fosfaatklasse rechtvaardigt dan de referentie (klasse IV) en op die manier een ruimere bemestingsnorm oplevert. Doet hij dat voor een perceel met fosfaatklasse III, dan zou hij naar klasse I of II kunnen overgaan indien de bodemvoorraad fosfaat klein is. Heeft hij dat verkeerd ingeschat, dan kan het perceel ook van klasse III naar klasse IV evolueren. Indien de vorige bodemanalyse voor het klasse-III-perceel uit het voorbeeld meer dan vijf jaar oud is, dan vervalt het oude resultaat en komt het perceel sowieso in klasse IV terecht. Het perceel stijgt immers automatisch met één klasse in dat geval.
De staalname-applicatie SNapp is vanaf 1 januari 2018 terug te vinden op het Mestbankloket onder de rubriek SNapp, evenals een handleiding voor de gebruiker.
