Voedselverspilling treft ook arme boeren in het Zuiden

Wereldwijd verspillen we ongeveer een derde van het voedsel dat we produceren. Ook in het arme Zuiden gaat heel wat voedsel nodeloos verloren, waarvan het merendeel aan het begin van de voedselketen. Dat heeft verschillende oorzaken, zoals gebrekkige opslagmogelijkheden en slechte infrastructuur, maar ook oneerlijke handelspraktijken doen heel wat voedsel op de afvalberg belanden, aldus MO*, dat in samenwerking met 11.11.11 een heel dossier rond voedselverspilling heeft samengesteld.
29 oktober 2014  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:28
Lees meer over:

Wereldwijd verspillen we ongeveer een derde van het voedsel dat we produceren. Ook in het arme Zuiden gaat heel wat voedsel nodeloos verloren, waarvan het merendeel aan het begin van de voedselketen. Dat heeft verschillende oorzaken, zoals gebrekkige opslagmogelijkheden en slechte infrastructuur, maar ook oneerlijke handelspraktijken doen heel wat voedsel op de afvalberg belanden, aldus MO*, dat in samenwerking met 11.11.11 een heel dossier rond voedselverspilling heeft samengesteld.

In het kader van de campagne tegen voedselverspilling 'Sorry is niet genoeg' nam 11.11.11 de situatie van boeren in enkele landen in het Zuiden onder de loep, waaronder ook Kenia. Wat landbouw betreft is het Oost-Afrikaanse land bij ons vooral bekend om de boontjes die we in de rekken van onze supermarkten vinden. Die bonen en andere tuinbouwproducten worden deels geteeld door grote ondernemingen, maar voornamelijk door kleine, familiale boerenbedrijven.

Met de export van dit soort producten wordt wel wat geld verdiend, zo klinkt het, maar niet door de boeren. Zij lijken het slachtoffer van de veeleisende Europese consument, die een perfecte kwaliteit en ook cosmetische perfectie verwacht van een voedingsproduct: "De boeren zien er systematisch grote delen van hun oogst verloren gaan door de voorwaarden die exporteurs hen opleggen, voorwaarden waar ze zelf niet de minste inspraak in hebben."

Het onderzoek van 11.11.11 bracht nog meer oneerlijke handelspraktijken aan het licht. Boeren getuigen hoe ze pas op het laatste moment weten hoeveel ze kunnen afzetten bij de exporteurs. Zelfs dan worden delen van de oogst geweigerd om onduidelijke redenen, soms pas enkele dagen na levering, zodat de kwaliteit van de gewassen al verloren gegaan is. Een andere opkoper zoeken is dan niet meer mogelijk. Meer zelfs, sommige contracten verbieden boeren expliciet om aan andere exporteurs te verkopen, zonder dat ze daarvoor een compensatie krijgen.

Kleine, familiale boeren in het Zuiden moeten deze praktijken noodgedwongen ondergaan als ze hun toegang tot de markt willen behouden, zo klinkt het. Daardoor is er nauwelijks ruimte om te investeren in betere landbouwmethodes of opslagcapaciteit. Bovendien eindigt een groot deel van de oogst als afval: voedselgewassen die na een week worden teruggezonden zijn onbruikbaar geworden. "Oneerlijke handelspraktijken schaden dus niet enkel de boeren, ze leiden tot een enorme verspilling van voedsel", klinkt de conclusie.

Meer info: Dossier voedselverspilling (MO*)

Bron: MO*

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek