Vogelgriep verontrust ook kwekers van oude kippenrassen

De liefhebbers van bijzondere kippenrassen houden hun hart vast nu vogelgriep gevaarlijk dichtbij is. Voor hen staan er geen grote financiële belangen op het spel, maar wel een beperkt aantal dieren met een lange genetische geschiedenis waar men heel fier op is. Het Steunpunt Levend Erfgoed (SLE), een vzw die opkomt voor het behoud van oude en streekeigen dierenrassen, zou veel geruster zijn als de vogelgriep bestreden zou worden door middel van vaccinatie. Op Europees niveau is besloten om dat niet te doen zodat er bij elke uitbraak zieke en gezonde dieren opgeruimd worden. “Het is net dat opruimen van dieren in de schutkringen dat voor ons levend erfgoed en voor kleine kwekerijen zo gevaarlijk is”, zegt SLE-voorzitter Jan Martens.

Vogelgriep is niet alleen een zorg van de professionele pluimveehouders in ons land. Particulieren zijn soms erg aan hun kippen gehecht. Bij de leden van het Steunpunt Levend Erfgoed is dat omwille van de waardevolle genetica van de dieren. Zeg niet gewoon ‘kip’ tegen een Brakel hoen, een Izegemse koekoek of een Zingems leghoen. Een uitbraak van vogelgriep in ons land zou voor de houders van deze en andere bijna vergeten kippenrassen een drama zijn.

Jan Martens, voorzitter van het Steunpunt Levend Erfgoed, beschrijft het potentieel verlies: “Een professionele pluimveehouder vult de stallen na een ontsmettingsperiode weer met hybride kippen en klaar is kees. Een kleine kweker van levend erfgoed is daarentegen een pak genetische geschiedenis kwijt die in veel gevallen nergens meer voorhanden is. Dat op zich is al een reden om de waardevolle bestanden in kaart te brengen en de genetica te verspreiden. Op die manier verkleint de kans dat een oud kippenras verdwijnt.”

In ledenblad ‘De Ark’ legt Martens uit dat op Europees niveau besloten is om kippen niet preventief te vaccineren tegen vogelgriep. De kwekers van levend erfgoed zouden dat liever anders zien: “In Azië worden kippen in grote regio’s ingeënt, waardoor de ziekte er nagenoeg uitgeroeid is. Ook bij ons zou pluimvee bestemd voor consumptie beter ingeënt worden, zegt de Nederlandse veterinair epidemioloog op rust Adrian Voeten. Inenting kost bovendien maar een fractie van wat het kost als er een ziektegeval opduikt, want dan moeten de grenzen dicht en worden zieke maar ook heel veel gezonde dieren afgevoerd via het stamping-out-principe.”